[Nummer 2]
Het Algemeen-Nederlands Verbond in 1975
Op 8 mei werd te Antwerpen de jaarvergadering 1976 van het Algemeen-Nederlands Verbond gehouden.
De Bank van Parijs en van de Nederlanden stelde hiervoor de lokalen van het historische Osterriethhuis ter beschikking. Na de huishoudelijke vergadering werd onder deskundige leiding een bezoek gebracht aan de rijke kunstverzameling van het huis, waarin vooral de Brabantse meesters uit de 17de eeuw en de Vlaamse expressionisten schitterend vertegenwoordigd zijn. Wij danken de directie van de bank van harte voor de gastvrijheid en voor de gezellige receptie die aan de deelnemers werd aangeboden.
Tijdens de jaarvergadering werd hulde gebracht aan de aftredende bestuursleden mr. W. Beernink, L.C. Kutsch Lojenga en mr. A.W. van Nes. In hun plaats werden verkozen drs. F.W.H.J. Slijpen van de afdeling Amsterdam en de heer Arthur Verthé, vertegenwoordiger van België in de Wereld te Brussel. Een bestuursplaats werd opengehouden voor een vertegenwoordiger van gelijklopende activiteiten in het Noorden.
Er werd geen algemeen voorzitter gekozen. De vergadering gaf het dagelijks bestuur opdracht hiervoor uit te zien naar een gezaghebbendee persoonlijkheid die de bestrevingen van het AlgemeenNederlands Verbond op waardige en doeltreffende wijze kan vertegenwoordigen, zonder daarom verplicht te worden de tijdrovende dagelijkse leiding op zich te nemen. Het dagelijks bestuur zal hiervoor instaan. Het beleid zal collegiaal gevoerd worden en het bestuurswerk over de verschillende leden verdeeld. De plaatselijke voorzitters zullen de taken coórdineren.
Het jaarverslag dat op deze vergadering werd voorgesteld laten we hier volgen. Het geeft een duidelijk beeld van de nieuwe aanpak die het A.N.V. vooropstelt met betrekking tot de Algemeen-Nederlandse integratie, en die inmiddels door het verbond in zijn eigen werking reeds wordt doorgevoerd. - R.P.
Voor het ANV viel over 1975 een diepe schaduw door het overlijden van de heer J.P.M. Meuwese op 1 december. In juni had hij de leiding van het ANV overgenomen van dr. W.H. van den Berge. Daarvoor diende de heer Meuwese het ANV als plv. voorzitter en voorzitter Nederland en als voorzitter van de Visser-Neerlandiacommissie. Het ANV is hem dankbaar. Maar vooral blijft de herinnering aan een bijzonder goed mens.
De algemene vergadering op 7 juni 1975 te Roosendaal stond in het teken van het aftreden van de algemeen voorzitter dr. W.H. van den Berge. Hem werd van alle zijden dank gebracht. Het laatste werd onder woorden gebracht door de heer Meuwese: ‘Toen u in 1968 werd benoemd koesterde men grote verwachtingen. U hebt daaraan voldaan. U heeft het ANV een ander aanzien gegeven. Het verbond is thans een organisatie geworden waarmee men rekening dient te houden. Op het terrein van de culturele integratie van Noord en Zuid is dat zeer duidelijk geworden. U hebt dan ook velen, die bij de culturele integratie als personen, of instellingen zijn gebaat, aan u verplicht. In de zeven jaren van uw beleid hebt u niet alleen respect afgedwongen door uw leiding maar vooral ook door uw persoonlijkheid’. Als afscheidsgeschenk overhandigde de heer Meuwese een 200 jaar oude ets, voorstellende het stadhuis van Veere in de achttiende eeuw. Op voorstel van dr.
jur. G.R. Piryns, plv. voorzitter en voorzitter Vlaanderen, werd de hr. Van de Berge in de Raad van Advies gekozen. Drs. L.A.C.A.M. van Rijckevorsel uit Den Haag werd als lid van het hoofdbestuur gekozen en tevens aangewezen mr. A.W. van Nes als algemeen penningmeester op te volgen. Mr. Van Nes bleef lid van het hoofdbestuur. De leden M. Cantrijn, Antwerpen, mr. J. Fleerackers, Antwerpen, J.P.M. Meuwese, Hilvarenbeek, dr. J. Theuwissen, Antwerpen, J.W. Vol-leberg, Maastricht, prof. dr. M. de Vroede, Nieuwrode, die aan de beurt van aftreden waren, werden herkozen. In verband met drukke werkzaamheden trad drs. J.W. Coert uit Rotterdam als lid van het hoofdbestuur af.
In velerlei opzichten stelde het ANV zich ook in het verslagjaar in dienst van het bevorderen van de culturele integratie van Noord en Zuid en verwierf zich daarbij bekendheid en medewerking in een brede kring waar de gedachte van de culturele integratie leeft. De activiteiten werden ook in de publiciteitsmedia genoemd.
In één van de nummers van ‘Neerlandia’ werd in een bijdrage aandacht geschonken aan het ANV als een organisatie met concrete ta-