| |
| |
| |
Kort genoteerd
‘Band’ hield zijn 16de kongres
Vernieuwing door Verruiming
Onder dit motto kongresseerden de Vlamingen in het Walenland op 10 november 1974 om zich te bezinnen over hun actiemogelijkheden.
In het knusse kader van de G.B. Motor Hotel lichtten de sprekers A. de Ké en L. De Cock de problematiek toe.
Ten eerste de participatie die borg moet staan voor een degelijke werking: zowel voor het welslagen van de kulturele manifestaties als voor de persoonlijke verrijking die dergelijke bijeenkomsten beogen. Hiermee verbonden kwamen de jongeren aan de beurt met hun eigen benadering als Vlamingen in Wallonië, vroeger met veel complexen (naweeën van de sociale minachting) maar nu sterker in hun schoenen door de opgang van de Nederlandstalige gemeenschap, evenals dank zij de sterke positie van het Nederlands als zaken- en bestuurstaal.
Niettemin moet worden vastgesteld dat onze jongeren niet steeds hun dynamisme aan de organisatie bijbrengen. Misschien ligt een gedeeltelijke verklaring bij het minder in trek zijn van het verenigingsleven bij vele jongeren, een verschijnsel dat bij andere groeperingen ook kan waargenomen worden.
Daarom moet een bijzondere inspanning geleverd worden om een programma op te stellen dat ze ook aanspreekt, en ze een ruimere plaats toe te kennen in het Hoofdbestuur. Waartoe ‘Band’ zeker bereid is.
Voorts werd de noodzaak herhaald van een openheid voor de Walen om misverstanden over ons uit de weg te houden, en een beter bindteken te vormen door ze te helpen beter onze kultuur te leren kennen.
Een praktische stap in die richting kan gebeuren door een pacificatie van onze kommunautaire problemen in de vorm van Vlaams-Waals kultureel akkoord, iets waarvoor ‘Band’ steeds in de bres zal staan. En daarbij wat ons betreft de oprichting van een ‘Maison de la Culture Néerlandaise’ dat op een open een veelzijdige wijze zal worden opgevat. Voor dit initiatief moet ook op de hulp van Vlaanderen gerekend worden.
De namiddagzitting bracht een Zuidafrikaanse groet van Dr. Spies, kulturele raad bij de Zuid-Afrikaanse Ambassade te Brussel, en een schitterende redevoering van Prof. Heyman, Algemeen Voorzitter van het ‘Davidsfonds’.
Door zijn dynamische visie leverde hij een krachtig bewijs van optimisme voor de toekomst.
Vernieuwing en verruiming is een borg te meer voor de toekomst.
Uit de talrijke vragen van de zaal onthouden we ter uwe intentie deze twee punten: ‘Band’ zou meer gelegenheid moeten krijgen in Vlaamse middens op te treden om de actie meer bekend te maken; anderzijds zouden de kinderen van Vlaamse gezinnen er veel baat bij vinden zowel voor hun taalgebruik als voor de ganse levenssfeer een stuk vakantie door te brengen in een Nederlandstalig gezin in Vlaanderen dat ze voor een tijd zou willen opnemen.
RENIER NIJSKENS
| |
Frans-Vlaanderen
Pitgam: een landelijk noord-frans dorp van circa 1500 inwoners, in de zuigkracht van de havenmetropool Duinkerke; een vlaams polderlandschap geconfronteerd met de kustindustrialisatie; een vergeten uithoek van Frankrijk overrompeld door een stuwende verkeersader: de autosnelweg Rijsel-Duinkerke.
Het dorpsplein te Pitgam: een soliede kerk met een ver verleden, en statige pastorij, een parochiezaal, wat anonieme huisjes, een dorpscafé.
Het is zondag 22 december 1974, 18.40 u. In het café op de hoek, aan de toog: twee West-Vlamingen. Picon bestellen in het West-Vlaams. Twee? Bon, s'il vout plait. Vous êtes de Belgique? Twee andere verbruikers - landbouwers - komen binnen. Picon besteld in het lokale Frans. Tot de West-Vlamingen: Vous êtes Belges? Ja. Wederzijdse voorstelling in het Frans. Vier Picons, Marguerite. Viere- Joa, viere, ik betoale. Haha. Picon maakt de tongen losser. Alles gaat nu zeer vlug: 18.50 u. Hartelijk over en weer geklets onder de verbruikers in het Frans-Vlaams en West-Vlaams. Om 19 u.: ook achter de toog breekt het ijs: monsieur (met alpin-muts), Marguerite (die serveert) en belle-mère (die de glazen afwast)) koeten frensch-vlamsch. Het gesprek krijgt een andere dimensie. Santé. In de parochiezaal staan de stoelen tegen mekaar gedrukt. Het is nu 19.10 u. Mensen drummen binnen. Er wordt Frans gepraat. Is er nog plaats? Pour combien? Viere? Neeje. Dan maar rechtstaan, helemaal achteraan. Uiteindelijk toch: het gordijn opzij van de scène wat verder achteruitgeschoven, vier stoelen op een wonderbaarlijke hoewel ongemakkelijke manier vlak voor de notabelen (pastoor, verzekeringsmakelaar...) gewerkt. Excusez. Goat goan? Merci. 19.20 u. De zaal is méér dan vol. De voorstelling begint, 10 minuten te vroeg. De troep van Flor Barbry uit Westouter op de Belgische grens brengt Westvlaams volkstoneel. Betekent voor de Frans-VIamingen zoiets als A.B.N, voor de West-Vlamingen. Het is te begrijpen en gaat naar het hart. De reakties in de zaal spreken boekdelen. Een aaneenrijging van volkse gezegden uit de ‘Marche Fenèbre voor Camiel’, een blijspel van Roger Pieters, vindt direkte weerklank. Pauze: in de zaal wordt opvallend meer frans-vlaams gesproken dan bij de aanvang. Vrolijkheid en spitsvondigheden in de huistaal. Een zestienjarig meisje noteert vlaamse bestellingen, antwoordt in het Frans. De man naast mij
is academisch geschoold, spreekt vlaams, maar kan mijn vlaamse krant niet lezen: Geen woord, of toch: ‘de schreve’. Wieder zeggen ‘de frontieren’ verklaart hij. Zo duurt dat al eeuwen.
Slotbeschouwingen: Barbry en zijn troep als bruggebouwers (van formaat), Like a bridge over troubled water. Geen ministerie van Nederlandse Cultuur. Geen ministerie van Franse Cultuur. Een pastoor die zijn zaal ter beschikking stelt. In een nabij dorp is een parijse pastoor benoemd: er is geen zaal meer voor het volkstoneel. Elk jaar: meer dan twintig voorstellingen in de Franse Westhoek, voor bomvolle parochiezalen. Echt volkstoneel: bezielde - soms goede, soms minder goede - akteurs, ontroerende belangstelling; een jaarlijkse feestdag; de fatale isolatie toch nog eens doorbroken. Talloze vragen (kan men iets doen voor Frans-Vlaanderen?). Een smeulend vuurtje. Nieuwe vonken? In Duinkerke zoeken een aantal (geïsoleerde) jongerengroepen weer naar een eigen vlaamse en nederlandse identiteit (als wapen tegen een - franse - gestroomlijnde consumptiemaatschappij.
Barbry en Oranje: Point n'est besoin d'espérer pour entreprendre, ni de réussir, pour persévérer.
| |
| |
| |
‘Belgisch huis’ in Amsterdam Nederlands Instituut in Brussel
In Brussel zal een Nederlands Instituut worden opgericht met uitzicht op de twee taalgebieden, later komt in Amsterdam een Belgisch Huis. Dat is de meest tastbare conclusie van de vijfde ‘culturele top’, die in het Catshuis in Den Haag werd gehouden. Daaraan namen de ministers Van Kemenade, De Croo, Van Doorn en mevr. De Backer deel. Tevens werd besloten de Gemengde Commissie ter uitvoering van het Cultureel Akkoord België-Nederland, die een advies voor de instelling van een Academie voor de Nederlandse Taal moet voorbereiden, te splitsen. Op een persconferentie in Den Haag bleek achteraf dat minister Van Kemenade er weinig voor voelde de kwestie van de spelling weer boven water te halen. Hij zou de samenwerking op het taalkundig gebied breder willen zien dan louter technisch. Een werkgroep krijgt nu zes maanden tijd om de samenstelling en de opzet van een adviesorgaan voor te bereiden. Dat adviesorgaan zou moeten bestaan uit letterkundigen, journalisten, professoren e.a. en zou ook kunnen adviseren of het spellingsvraagstuk al dan niet weer bestudeerd moet worden. Hetzelfde orgaan zou ook adviezen kunnen geven over zaken als vormingswerk en bibliotheekwezen. De bevoegdheid wordt dus uitgebreid vergeleken met de bedoelingen die destijds in Steenokkerzeel hebben voorgezeten.
Op de ministerconferentie werd eveneens de wens uitgedrukt dat de Gemengde Commissie ter uitvoering van het Cultureel Accoord in het Zuiden zou worden gesplitst in drie delegaties; één uitgaande van de Nederlandse Cultuurraad, één van de Franse Cultuurraad en één van het Nationaal Parlement, met die laatste delegate zouden de Nederlanders dan gemeenschappelijke zaken kunnen bespreken. In verband met de instructieve omroep en de kabeltelevisie bleven de ministers bij een informatief gesprek over het verschil dienaangaande in de beide landen.
| |
Friese ‘universiteit’ een jaar uitgesteld
Met het begin van een universitaire start in Leeuwarden zal nog een jaar moeten worden gewacht. Dit besluit is genomen, zo werd onlangs uit universitaire kringen uit Groningen vernomen, omdat er meningsverschillen bestaan tussen het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en de groep die zich met de voorbereidingen bezighoudt over het aantal studenten dat kan worden toegelaten. De universitaire vestiging in de Friese hoofdstad is een geintegreerde vorm van wetenschappelijk onderwijs en van hoger beroepsonderwijs. Sinds geruime tijd bestaat in Leeuwarden een Agogische Academie, die dan wordt aangevuld met een afdeling voor studie van de sociale wetenschappen op universitair niveau. De samenwerking in de groep van voorbereiding geschiedt door het instituut in Leeuwarden en de rijksuniversiteit van Groningen. De groep wilde 100 studenten toestaan. Het ministerie wenste zich tot 50 te beperken. Inmiddels is men een beetje tot elkaar gekomen het departement heeft genoegen genomen met een aantal van 75 studenten.
| |
Radiozender klassieke muziek
De Nederlandse minister van CRM, mr. H.W. van Doorn, heeft in beginsel zijn toestemming verleend een nieuwe radiozender te scheppen door middel van de ontkoppeling van Hilversum 1 en Hilversum 2. Daardoor kan een extra FM-radioprogramma tot stand komen. De nieuwe zender zal benut worden voor klassieke muziek, in opzet en uitvoering zoals reeds geruime tijd door de Stichting Nederland Muziek is gepropageerd. Er zijn wel beperkingen opgelegd; volgens het advies van de NOS zou de ontkoppeling van de eerder genoemde zenders gelden tot vijf uur in de middag. Er doen zich daarbij enkele vragen voor, die in de dagbladpers werden opgeworpen. Wie zal de programma's opmaken en vullen? Worden alleen maar klassieke werken op de grammofoonplaat uitgezonden? Eerder is men er voorstander van dat liefhebbers van klassieke muziek die ver van de Randstad wonen via de zender aldaar te houden concerten kunnen beluisteren.
| |
Minister van justitie Mr. Van Agt bepleit Fries in het rechtsverkeer
‘Door het gebruik van de Nederlandse taal is de rechterlijke macht vervreemd van het Friese volk. Het is van groot belang, dat er ook in het schriftelijk rechtsverkeer Fries wordt geschreven. Het voor de rechter Fries mogen praten alleen, functioneert niet goed: de verdachte denkt toch, dat Fries spreken in zijn nadeel is’. Deze woorden sprak mr. Van Agt, minister van Justitie toen hij onlangs bij het aanbieden van een petitie in Heerenveen het nieuwe kantongerecht opende. De petitie was door alle politieke partijen in Friesland ondertekend.
| |
Frans-Vlaams
Door het Genootschap voor Geschiedenis (Elisabethlaan, 8000 Brugge, Prk. 107933) werd ‘Het Landboek van J. Vandendorpe, pastoor te Nieuwkerke (1730-1806)’ uitgegeven. Het is een publicatie in onvervalst Frans-Vlaams. Het werk beslaat 210 biz. Kostprijs 275 fr. + 20 fr. voor verzending.
| |
Recreatie zonder grens
Ten aanzien van de uitbouw van zones van openluchtrecreaties is de jongste tijd veel aandacht besteed aan de wenselijkheid om voor het Nederlandse Zuid-Limburg en de Voerstreek tot een gemeenschappelijk internationaal park te komen. Het landschapsreservaat aan de bovenloop van Geul en Gulp zou over de rijksgrens heen moeten worden voortgezet tussen ‘De Plank’ en Vijlen, het gebied dus van Remersdael, Aubel, Sippenaeken en Montzen.
| |
Gezwollen
De Nederlandse regering heeft een concept-struktuurschets voor de bestuurlijke indeling. De heer Mozer, gewezen kabinetschef van voormalig E.E.G. landbouwcommissaris Mansholt, heeft gewezen op de ‘gezwollen en meestal nietszeggende woorden’ die talrijk in de nota voorkomen. Hij schreef aan de heer Vondeling dat het onthullend is dat een regeringspublicatie die als discussiestuk voor de burgers is bedoeld, een ‘verklarende woordenlijst’ nodig heeft.
| |
| |
| |
Participatie-conferentie
Op 18 en 19 april e.k. organiseert het ‘Noord-Zuid Contactcentrum Volksontwikkeling in Verenigingsverband’, in samenwerking met de Kultuurraad voor Vlaanderen, een conferentie over ‘Participatie van het sociaal-cultureel werk aan het cultuurbeleid in Nederland en Vlaanderen’. De conferentie wordt gehouden in het Rijksvormingscentrum ‘Destelheide’ te Dworp (bij Brussel).
In deze conferentie worden onderzocht:
a) | de gemeenschappelijke basisideeën van de participatiedemocratie en van de politiek-maatschappelijke opdracht van het sociaal-cultureel werk (inleider: Prof. Dr. H. Jolles); |
b) | de feitelijk bestaande situatie in Nederland en Vlaanderen, enerzijds op het vlak van de grote krachtlijnen van het cultuurbeleid, anderzijds op het vlak van de bestaande participatiestructuren (inleiders: Prof. Dr. F. van Mechelen en Drs. Th. de Ronde). |
Belangstellenden kunnen hun naam opgeven op volgend adres: Kultuurraad voor Vlaanderen, Jan van Rijswijcklaan 28, 2000 Antwerpen (tel. 031/37.61.70).
| |
Ontmoeting werkende jongeren uit noord en zuid
Op initiatie van de Stichting Zuidnederlandse Ontmoetingen en de Stichting Kunstzinnige Vorming (Eindhoven) en de Kultuurraad voor Vlaanderen werden er in oktober en november 1974 twee ontmoetingsweekeinden georganiseerd voor werkende jongeren. Het betrof hier enerzijds een groep werkende jongeren die samenwerken met de jeugdsociëteit ‘De Wieland’ (Eindhoven) en anderzijds de plaatselijke K.A.J.-groep (Katholieke Arbeidersjeugd) uit Overpelt.
Met genoegen kunnen wij vaststellen dat ook werkende jongeren bij de noord-zuid contacten betrokken worden. Al maakt één zwaluw de lente niet, toch is het - naar wij hopen - een teken aan de wand. Het A.N.V. hoopt dat én de overheid én de verenigingen van werkende jongeren het niet bij deze ene ontmoeting zullen laten en alles in het werk zullen stellen om in de toekomst deze contacten te bevorderen. De werkende jongeren bleven in de noord-zuid contacten al te lang de ‘marginalen’.
Het programma was helemaal afgestemd op deze jongeren.
Tijdens het weekeinde in Eindhoven werd de creatieve expressie en communicatie centraal gesteld. De initiatiefnemers gingen er van uit dat het creatief omgaan van deze jongeren met voor hen bekende materialen, de bij de uitwisseling betrokken jeugd kan helpen zich ten opzichte van elkaar en anderen te uiten. Het ‘zich uiten’ is immers een van de problemen bij werkende jongeren. Tevens werd getracht om via creatieve activiteiten (spel, beweging, en beeldende vormen) bestaande vooroordelen tussen jongeren uit beide landen weg te nemen met behoud van het eigene aan de ene kant en ontdekking van het gemeenschappelijke in de opvattingen en problemen van beide groepen aan de andere kant. In Overpelt werd een bezoek gebracht aan een zinkfabriek gevolgd door een onderzoek van de eigen arbeidssituatie op een niet-verbale manier.
De eigen arbeidssituatie werd eveneens vanuit een daartoe geschikte film onderzocht. De Nederlandse en Vlaamse werkende jongeren bespraken tenslotte de doelstellingen en de werking van de K.A.J. Het A.N.V. hoopt dat dit initiatief door vele andere zal gevolgd worden.
| |
Vereniging Zannekin
De vereniging Zannekin heeft een nieuw bestuur. De samenstelling is als volgt: dr. mr. H.P. Schaap, Zierikzee, voorzitter; dr. med. Luc Carton, Oostvleteren, ondervoorzitter; dr. jur. Albert Deckmyn, Rumbeke, ondervoorzitter; dr. med. Jan Rutten, Maaseik, secretaris; Maurits Cailliau, Ieper, penningmeester; leden: Jos Goethals, Wijnegem-Antwerpen; dr. med. Jan Klaas, St. Omaars; mr. Willem Beernink, Dordrecht; Jos Gouverneur, Hasselt; Maarten Heida, Veenendaal; Patric Deverrewaere, Rijsel; Renier Nijskens, Sorinnes; mr. L. van Heijningen, 's-Gravenhage.
| |
Een Heelnederlandse grammofoonplaat
De Schelde van Peter Benoit
Iedereen kent de mooie Piet Hein-rapsodie van Peter van Anrooy, het meest gespeelde Nederlandse orkestwerk, ondermeer prachtig op grammofoonplaat vertolkt door het Residentieorkest onder leiding van Antal Dorati.
In Nederland is ongetwijfeld minder bekend de compositie van de Vlaming Peter Benoit (1834-1901), het oratorium ‘De Schelde’ voor soli, koor en orkest, met als slotapotheose: het Wilhelmus.
In 1868 nog vooraleer de Tsjech Smetana in een symfonisch gedicht De Moldau bezong verheerlijkte Benoit in een machtige compositie de Schelde als stroom van Nederland. De toen te Brussel woonachtige Vlaming Emmanuel Hiel schreef het romantisch gedicht. Men hoort om beurten kerels, klauwaerts, witte kaproenen en leliaerts. Zannekin zingt en Jacob van Artevelde heft het bij de Vlamingen bekende lied aan: ‘Ik werp het dodenhulsel af, Vlaanderen geeft weer levensblijken’. Men moet wachten op Willem van Oranje: ‘Kom laat ons strijden’, roept hij - ‘Wie blijft er doof?’ Bosgeuzen (in Vlaanderen) en Watergeuzen (in Zeeland en Holland) geven ter stond gevolg aan zijn oproep: ‘Wij komen en wij draven stoutmoedig door het veld, verlossen stad en haven uit Spanjes woest geweld’.
Oranjes geest die zich eerst openbaarde in een plechtige koraal op het Wilhelmusmotief (gespeeld door fluiten, clarinetten, baspijpen en harpen) zegepraalt aan het slot in de triomfzang: Wilhelmus van Nassouen, gezegend Nederland. Na het slotakkoord ‘machtig, prachtig Nederland’, weerklinkt nog eens duidelijk gespacieerd: Ne - der - land!
‘De Schelde’ (twee platen in speciale kaft) uitgegeven ter gelegenheid van het eeuwfeest van de Vlaamse Cultuurvereniging Het Davidsfonds (opgericht in 1875) en uitgevoerd door het groot orkest van de BRT onder leiding van Leonce Gras is het uitgelezen werk van Heelnederlandse inslag zoals we er geen ander kennen.
A.G.
|
|