[Nummer 3]
Geschiedenis en toekomst van het Algemeen-Nederlands Verbond
Toen in 1970 te Dordrecht het vijfenzeventig jarig bestaan van het Algemeen-Nederlands Verbond werd herdacht, werd er opvallend weinig over de historie van de vereniging gesproken.
Op de jubileumbijeenkomst werden geen oudvaderlandse kreten gehoord en de (toch wel indrukwekkende) geschiedenis van het verbond werd sober en passend herdacht, zonder nutteloze vertedering over de anekdotische zijde van het verleden.
In plaats daarvan werden drie sprekers uitgenodigd uit de grote nabuurlanden: Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittanië. In voortreffelijk Nederlands belichtten zij de verhouding van hun eigen kultuurgebied tot de Nederlanden.
De Duitse spreekster hield het bij de verspreiding van de Nederlandse taal en literatuur in haar land. De Franse professor wees bovendien op de belangstelling van zijn landgenoten voor de Nederlandse kunst en op het toenemend politiek en ekonomisch gewicht van de Nederlanden.
De Britse lector (een oudgediende van de Nederlandse marine) onderstreepte hoe de Noordzee even vaak een brug als een strijdperk tussen Engeland en de Nederlanden is geweest. Indringend schetste hij de eeuwenlange dubbele strijd om vrijheid en heerschappij over het water die in onze tijd bekroond wordt met een ware explosie van techniek en welvaart over het ganse deltagebied. Maar juist nu mag het volkskarakter dat de drijvende kracht was van deze ontwikkeling niet in de welvaartstorm ten onder gaan, willen de lage landen in de toekomst de bron van hun scheppende kracht niet zien opdrogen. Algemeen Voorzitter van den Berge maakte duidelijk dat het A.N.V. wil leven met de problemen van vandaag en doelbewust gericht staat op de toekomst.
Het was de meest passende hulde aan de pioniers en aan de velen die vijfenzeventig jaar lang de doelstellingen van het verbond hebben gediend, telkens met de middelen en in de geest van hun tijd.
***
Thans heeft de heer Paul Janssens, docent aan het Bedford College te Londen, zich in de ontwikkeling van het Algemeen Nederlands Verbond verdiept.
Bijzondere aandacht heeft hij besteed aan de ontwikkeling sedert 1945, tot ongeveer 1970.
In het licht daarvan komt hij tot de conclusie dat voor het verbond de weg open ligt naar een opvallende vernieuwing.
Het resultaat van zijn studie wordt U hierbij aangeboden. Omdat de heer Janssens de allerjongste jaren om voor de hand liggende redenen niet in zijn overzicht heeft kunnen betrekken, laten wij het volgen door vier documenten die mede stof kunnen opleveren tot de vruchtbare gedachtenwisseling waartoe zijn beschouwingen zonder twijfel aanleiding zullen geven.
Het eerste is een uiteenzetting, gehouden op een studievergadering te Breda op 25 februari 1965, over ‘De toekomst van het Algemeen-Nederlands Verbond’.
Hierna volgen de rede van dr. W.H. van den Berge op de jubileumvergadering te Dordrecht op 26 september 1970: ‘Het A.N.V. gericht op de toekomst’ en de inleiding tot de jaargang 1972 van Neerlandia.
Tot slot volgt een herdruk van het memorandum ‘Een nieuwe aanpak’ dat als bijlage bij nr. 6 van Neerlandia 1973 is verschenen en waarvoor nog steeds grote belangstelling blijkt te bestaan.
Het woord is nu aan onze ‘schrijvende lezers’ om de gedachtenwisseling op gang te brengen.
NEERLANDIA