Wat leert mijn school in Vlaanderen over Nederland?
Op de lagere school vroegen we ons - als ‘brave vlijtige’ leerlingen - wel eens af, hoe het land dat ten noorden van ons teerbeminde en veelbeproefde Vlaanderen lag, er wel uit mocht zien. Woonden er barbaren, middeleeuwse kasteelheren of gewone, alledaagse en wel een beetje saaie mensen? In de aardrijkskundeles vertelde juf ons wel eens wat over het land ‘boven de Moerdijk.’
Als je nu terugdenkt aan die mooie verhaaltjes, waar we allemaal gespannen naar luisterden, dan begrijp je wel dat we vroeger een beetje een idee fixe over Nederland hadden.
Voor ons was Nederland een land van water en wind, met niets anders dan weiden, koeien, windmolens en ontelbare grachten, kanalen en rivieren. We verbeeldden ons soms dat we Hollandse meisjes waren, met zo'n leuke muts, 'n wijde rok en klompen, en we droegen in iedere hand een bol kaas.
Van kaas gesproken! Op economisch gebied waren we helemaal niet op de hoogte van wat Nederland wel presteerde. Juf toonde ons prenten, waarop de enorme kaasmarkt van Alkmaar was afgebeeld. Onthutst keken we naar de enorme kaasbollen die daar verkocht werden. We goochelden met namen als Holland Gouda en Holland Edam, die we als belangrijke personaliteiten van de Nederlandse economie beschouwden.
Af en toe hoorden we weleens iets van een of andere staking, of van een manifestatie van hippies, maar wie schonk er nu aandacht aan zoiets, en ach kom, in een land van water en wind gebeurt zoiets toch niet?!
Maar toen we in het laatste jaar van de lagere school moeizaam de bladzijden van onze geschiedenisboeken omsloegen, kwamen we telkens ergens een Hertog van Alva tegen, die de Nederlanders onder Willem van Nassau, tegen zich in het harnas joeg. Bij de slag om Den Briel stonden we versteld over de Nederlanders en hun moed. Bijgevolg stegen ze gevoelig in onze achting. Op de middelbare school beland, hoorden we de Nederlandse kwaliteiten op vele punten aanprijzen.
Zo onder andere beseften we dat onze goede oude Annie M.G. Schmidt, van wie we zovele gedichtjes hebben voorgedragen, een Nederlandse is.
Tot dan lazen we alleen de leuke Hollandse meisjesboeken, die bij de meeste Vlaamse meisjes erg in de smaak vallen. Maar nu werden we ook ingewijd in de andere en ongetwijfeld veel rijkere Nederlandse literatuur, met haar ontelbare beroemde en minder beroemde schrijvers. Dit bewees onze lerares Nederlands wel zeker door ons enkele leuke stukjes voor te lezen, waar o.m. Bomans en Carmiggelt voor tekenden. In de aardrijkskundeles - dit keer zonder spannende verhaaltjes - zagen we dia's en foto's over ontelbare dijken en reusachtige bruggen, en we hoorden dat de Nederlanders tot de beste bruggenbouwers van de wereld mogen gerekend worden.
We hoorden over die enorme ramp in 1952, die vooral Overflakkee, Schouwen-Duiveland en Walcheren had getroffen, en we leerden de voordelen van de drooglegging van het IJsselmeer netjes op een rijtje van buiten.
Onze boeken over plantkunde werden opgevrolijkt door enkele fijne en erg kleurige foto's van de Nederlandse bloembollenvelden; en bij de toeristisch-belangrijke plaatsen mochten we vooral Keukenhof niet vergeten, dat zovele buitenlanders op bezoek krijgt.
We leerden dat Nederland en België de dichtstbevolkte landen ter wereld zijn, en dat Nederland hierdoor met een nijpend woonprobleem heeft af te rekenen. En als toemaatje kregen we dan nog een statistiek voor ogen die zwart op wit bewees dat Rotterdam ons eigen Vlaams Antwerpen de loef afsteekt en als wereldhaven de eerste plaats inneemt.
Nou, nou zeg! Een land waar een vrouw regeert valt zeker niet te miskennen, eerder nog, te bewonderen!
Natuurlijk, er zijn geen rozen zonder doornen. Dat weten we allang.
Soms horen we hier in Vlaanderen wel eens misprijzende kritiek op de Nederlandse hippies, maar, zowel hier als in Nederland, hebben progressieve groepen reeds heel wat bereikt.
Of is het soms fout om mooie idealen te verwezenlijken?
Nederland boeit ons niet alleen door onze schoolse kennis, maar ook op sportgebied. Neem nou voetbal. Maar dan zijn Vlamingen en Nederlanders het niet meer zo roerend eens, vooral niet als er weer een Holland- België op til is...
Het verschil in mentaliteit tussen Nederlanders en Vlamingen zal misschien nooit verdwijnen, maar we kunnen op zijn minst iets beginnen met die eenheid van taal.
FRIEDA STEURS
Mechelen
We zijn buren, de Nederlander en ik. En toch stel ik me vaak de vraag: wie is hij? Welk is zijn verhaal? In welk land woont hij?
Mijn eerste kennismaking met zijn land, was die met het nijverige Nederland dat bouwt en bebouwt. Het herinnert me aan de uitspraak van een Fransman die eens zei: ‘God schiep de wereld met uitzondering van Nederland dat door de Nederlanders zelf werd geschapen’.
Niets is meer waar. De Nederlander won reeds zesduizend vierkante meter land op de zee en wint nog voortdurend levensruimte bij.
Nederland en de zee zijn begrippen die ik onbewust vaak associeer. Wanneer we terugblikken naar de vijftiende eeuw, ontmoeten we de Hollanders als de gevaarlijkste konkurrenten van de Hanze. Ze waren immers met hun schepen en waren tot in de Oostzee gevaren en namen daar steeds meer aan de handel deel. Hierdoor bevonden ze zich letterlijk en figuurlijk in het vaarwater van de Hanze, die hen probeerde terug te drijven. De Hollanders overwonnen echter en bouwden een stevige vloot op.
Onze Noorderburen waren steeds een volk dat moeilijk enige overheersing verdroeg, dat openstond voor nieuwe stromingen en streefde naar zelfstandigheid.
Hoe bereikte het zijn autonomie?
Onder wisselende overheersing hebben de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden samen een heel eind geschiedenis afgelegd. In de Middeleeuwen bestond een soort intuïtieve samenhorigheid, te danken aan dezelfde taal, dezelfde godsdienst.
De nieuwe ideeën van Luther en Calvijn braken eerst in het Zuiden en later in het Noorden door. Dit viel echter niet in goede aarde bij de Spanjaarden die in de staatsgodsdienst een middel tot eenheid in het rijk zagen en aan iedereen het katholicisme oplegden.
Terwijl de katholieken in het Zuiden nog twijfelden, voerden de Calvinisten in het Noorden onder leiding van Willem de Zwijger hun vrijheidspolitiek. De Noorderlijke Nederlanden werden onafhankelijk en protestant, terwijl het katholieke Zuiden onder Spaans bewind bleef.
Na de scheiding heeft het Calvinisme de Noorderlijke Nederlanden en de katholieke reformatie de Zuidelijke zo beïnvloed dat deze in de loop van de zeventiende eeuw meer en meer van elkaar zijn vervreemd. Voor de literatuur die tot nog toe eenvormig was geëvolueerd in Noord en Zuid