Land zonder grenzen
Migratie is beweging, en elke beweging raakt ergens het evenwicht. Welke zijn voor Vlaanderen de gevolgen van zijn internationale dimensie, van zijn diepe sociale bewogenheid? Panta rei. Alles beweegt, omdat leven een bestendig zoeken is naar evenwicht. Of verwarren we oorzaak en gevolg? De emigrant vraagt het zich niet af, doch wordt meer dan hij die honkvast is gebleven geconfronteerd met het fenomenaal axioma van het moeten zoeken naar evenwicht. Migratie is een maatschappelijk fenomeen, en moet dus door de maatschappij gesteund en beveiligd worden. Hier ontstaat de plicht van de gemeenschappen waartoe de emigrant behoort: deze waaruit hij voortkwam, en deze die hem heeft opgenomen. Deze laatste is zich meer van haar verantwoordelijkheid bewust, zoals onlangs in België nog bleek n.a.v. de Week van de Immigranten. We beperken ons dan ook vooral tot de eerste: een beschouwing rond de ethische plicht van het moederland t.o.v. de emigrant.
Een terugblik op de feitelijke Vlaamse emigratie: enkele honderdduizenden personen, en op de omstandigheden: hun wezenlijke problemen op de achtergrond van de Belgische toestanden, waardoor de Vlaamse emigrant een ‘verwaarloosd’ emigrant is; - deze terugblik roept een consequente uitbouw van een elementaire ethiek op.
Van uit het feitelijke ethos van de Vlaamse emigrant, die nog vele decennia zijn volksgemeenschap nodig heeft, dringt zich aan deze gemeenschap een aangepaste ethiek op, die zich aansluit bij de filosofie van Newman, deze der verhoudingen als basis van de waarde-bepalingen.
Deze ethiek slaat in de eerste plaats op de volksgemeenschap. Een volksgemeenschap is onderscheiden van een natie, die politiek wordt bepaald, hoewel beiden toevallig kunnen samenvallen; van een stam, die louter door afstamming wordt bepaald; en van een ras, dat door biologische verwantschap wordt bepaald.
De volksgemeenschappen zijn meestal anders dan de huidige politieke, economische of militaire gemeenschappen, en ze bezitten naast het rationele ook een grotere gevoelswaarde vanwege een gevoelssolidariteit. Ze staan daarom zoveel dichter bij de mens.
Vlaanderen als volksgemeenschap is niet een staat, doch een gesteltenis. Met de culturele autonomie is wel een belangrijke stap gezet in de richting van een organische staatsuitbouw. Intussen kan de Vlaamse gesteltenis overal ter wereld meegedragen en beleefd worden, zonder tekort te komen aan de deontologische verhoudingen tegenover de staat die hen heeft opgenomen, en waarin eventueel hun politieke en economische belangen beveiligd zijn. Zoals godsdienstgemeenschappen horizontaal door de wereld lopen, zo kan ook een volksgemeenschap horizontaal liggen doorheen staten en continenten.
Een volksgemeenschap is een van de sterkste bouwstenen van de wereldmaatschappij, omdat in een volksgemeenschap traditie en gemeenschap wezenlijke elementen zijn. De traditie voorkomt de wanorde en verstevigt de volkssolidariteit die nodig is voor de wereldorde. De folklore is er van zeer groot belang als ondergrond van de cultuur.
We mogen het zo ver drijven een volksgemeenschap overal aanwezig te zien waar haar volksgebonden leden verblijven. En onmiddellijk mag er de wet bij gesteld worden: de volksgemeenschap heeft haar plichten tegenover al haar leden, waar ze zich ook bevinden.
Maar eveneens de staat, waarin een volksgemeenschap is ondergebracht, een kerkgemeenschap en de internationale instellingen die een bepaalde volksgemeenschap in hun optiek nemen, zijn aan deze ethiek onderworpen.
De noodzaak van deze ethiek is moreel gegrond. De ethiek dient de nodige maatregelen te treffen opdat een mens binnen zijn eigen historisch gegroeide ethos de beste levensomstandigheden zou bekomen. Gezien nu de verhouding - waarde het ethos is van onze wereld, moet de ethiek het waar maken van de verhoudingen van de emigrant tot zijn volksgemeenschap in de hand spelen.
Wanneer we de problemen nagaan van de Vlaamse emigranten, dan merken we hoe velen ervan ontstonden doordat de emigrant, door zijn geboorteland te verlaten, onwennig geworden is: zijn gedragsljin, zijn levenspatroon, het geheel van zijn morele opvattingen, zijn ethos werd geraakt, en de eeuwen diep gewortelde verhoudingen werden verward en doorheen geworpen.
Er dient een aangepaste beveiliging opgetrokken te worden tegenover zijn nieuwe omgeving en tegenover hemzelf. Dit betekent ook een tactische en tactvolle begeleiding. Dit veilig stellen noemt men de ethiek, die, op basis van de relatieve waarden als gevolg van de subjectieve verhoudingen, een geobjectiveerde