[Nummer 1]
A.N.V. tot overheid en partijen: versnel die integratie!
In België kan de grondwettelijke erkenning van de Nederlandstalige en Franstalige cultuurgemeenschap een mijlpaal worden in de geschiedenis. De cultuurgemeenschappen hebben rechten en bevoegdheden. ‘De grondwet kent een nieuw publiek-rechtelijk begrip’, zoals dr. Robert Vandekerckhove in het vorige nummer van ‘Neerlandia’ op een uitvoerige en bijzonder heldere wijze heeft uiteengezet.
Het Algemeen Nederlands Verbond heeft vastgesteld, dat er zich thans nieuwe mogelijkheden voordoen, en de kansen moeten worden benut, om het proces van de culturele integratie van Noord en Zuid te versnellen.
Het Verbond heeft hierin de aanleiding gevonden zich met een brief te richten tot de Nederlandse Minister-President, alsmede tot de Eerste Minister, en de twee Vice Eerste Ministers van België. Onderstaand wordt de tekst van de gelijkluidende brieven van het hoofdbestuur afgedrukt. Daarin wordt ook melding gemaakt van de instemming met de strekking van de brief door de leden van de Raad van Advies van het Verbond.
Bovendien heeft het hoofdbestuur een brief van gelijke inhoud, maar dan aangepast, gezonden aan de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap in België, tot de Vaste Commissies inzake onderwijs en cultuur van de Nederlandse Staten-Generaal, alsmede tot de besturen van de politieke partijen in beide landen. Genoemde tekst luidt als volgt:
‘Het Algemeen Nederlands Verbond veroorlooft zich het volgende onder de aandacht van U en van de leden van Uw kabinet te brengen. De belangstelling van Nederlandse zijde voor Vlaanderen en omgekeerd, is in de laatste jaren naar de mening van het Verbond groeiende. Het besef wordt sterker dat, ondanks het bestaan van de staatsgrens, Nederland en Vlaanderen één taal- en cultuurgebied vormen. Vele voorbeelden van contacten en van samenwerking op het terrein van de cultuur, op dat van de wetenschap en op dat van het onderwijs kunnen worden genoemd. Meer in het bijzonder kan worden gewezen op de samenwerking op het domein van het volksontwikkelingswerk, op dat van het bibliotheekwezen, op het werk van de Conferentie van de Nederlandse Letteren, op de banden tussen Openbaar Kunstbezit in Nederland en Vlaanderen, op de veelvuldige uitwisselingen van toneelgezelschappen, van orkesten en van tentoonstellingen. In dit kader verdienen ook vermelding het gezamenlijk tot stand brengen van radio- en televisieprogramma's, de bezoeken van docenten en leerlingen van onderwijsinstellingen in beide landen over en weer en de activiteiten van vele verenigingen, stichtingen, instellingen e.d. die het leggen van onderlinge contacten tot doel hebben.
Het Algemeen Nederlands Verbond zelf heeft, traditiegetrouw, steeds gepleit voor het smeden van hechtere banden binnen het ene taal- en cultuurgebied en is nog steeds in die richting werkzaam. Ten slotte is met name het aandeel van de beide rijksoverheden, voortvloeiende uit de mogelijkheden die het Cultureel Akkoord biedt, uitermate belangrijk; hetzelfde kan van de activiteiten op het terrein van de samenwerking van de besturen van provincies en gemeenten in de grensgebieden worden gezegd. Het Algemeen Nederlands Verbond is van oordeel dat ten dienste van de verdere ontwikkeling in beide landen van het welzijnsbeleid - waarvan het culturele beleid een aspect is - de Belgische en Nederlandse overheden het middel van de culturele integratie zo efficiënt en zo krachtig mogelijk in toepassing moeten brengen.