[Nummer 4]
Kompas
Bibliotheek ‘De Franse Nederlanden’
Op 28 mei 1968 overleed E.H. Jean-Marie Gantois, een der voormannen van de Vlaamse Beweging in Frankrijk die, vooral in het interbellum, zich volledig gaf voor een nationale herleving in zijn Franse Nederlanden o.a. als stuwende kracht in 't ‘Vlaamse Verbond van Frankrijk’ en als onvermoeibare publicist in ‘Le Lion de Flandre’ en ‘De Torrewachter’.
Kon de geestelijke erfenis van abbé Gantois niet verloren gaan, heel anders was het gesteld met zijn bibliotheek over de Franse Nederlanden, die hij vanaf de twintiger jaren had opgebouwd en tot aan zijn dood steeds verder had uitgebouwd. De familie van de afgestorvene heeft dit levenswerk evenwel voor versnippering kunnen behoeden door de bibliotheek in haar geheel over te maken aan de vereniging ‘Zannekin’, waarin Gantois na de oorlog de drijvende kracht was en zijn vóóroorlogse strijd voor de Franse Nederlanden, met de hem eigen visies en werkmethodes, had heropgenomen.
De kontakten tussen ‘Zannekin’, op zoek naar een geschikte bestemming voor deze boekenstapel, en de K(atholieke) U(niversiteit) L(euven) A(fdeling) K(ortrijk) resulteerden uiteindelijk in een verkoop van het fonds Gantois aan deze universitaire instelling te Kortrijk, die het in een afzonderlijk lokaal op de nieuwe campus onderbracht.
Is de bewarende functie van een bibliothecaire instelling belangrijk, zij kan geenszins haar hoofddoel zijn. Het fonds Gantois moest dan ook door de K.U.L.A.K. geordend en wetenschappelijk verwerkt worden om het uiteindelijk voor studiegebruik te kunnen openstellen.
Deze niet geringe taak nadert nu haar voltooiing.
Bij deze gelegenheid organiseerde de overheid van de K.U.L.A.K. op 22 oktober '72 op de campus een ‘academische zitting J.M. Gantois’, die een zeer grote belangstelling kreeg en waarvoor men uit alle hoeken van Vlaanderen en zelfs uit Nederland en Frankrijk was komen opdagen.
Dr. Karel Goddeeris, voorzitter van de raad van beheer van de K.U.L.A.K., sprak een welkomstwoord uit en leidde de diverse sprekers in. André Demedts bracht een levensschets van de gevierde. Eric Defoort onderzocht de perspectieven voor een Gantoisstudie. Dr. Jan Klaas uit Sint-Omaars had het over de menselijke eigenschappen van zijn intieme vriend Gantois. Prof. Lode Wils belichte de waarde van het historisch oeuvre van de Frans-Vlaamse voorman terwijl prof. Pieter Gorissen het fonds J.M. Gantois situeerde in de bibliotheekpolitiek van de K.U.L.A.K.
Meester Schaap bracht nog een korte groet namens de vereniging Zannekin, waarin Gantois na de oorlog een belangrijke rol had gespeeld.
Daarop werd het woord verleend aan senator Leo Vanackere, secretaris van de Kultuurraad voor de Nederlandse Kultuurgemeenschap. Hieruit bleek dat de K.U.L.A.K. deze academische zitting niet wilde zien als het eindpunt van een werking die in juni 1969, toen de bibliotheek Gantois werd aangekocht, van start ging. Senator Vanackere voerde er immers het woord als voorzitter van een komitee dat samen met de bibliotheekleiding van de K.U.L.A.K. het fonds J.M. Gantois zal uitbouwen tot een gespecialiseerde bibliotheek over de Franse Nederlanden - Les Pays-Bas Français. Monseigneur Maertens, rektor van de Kortrijkse Afdeling, sprak het slotwoord uit. De belangstelling voor de Franse Nederlanden gaat steeds in stijgende lijn. Dit blijkt o.a. uit de immer groeiende aandacht die de Frans-Vlaamse Kultuurdagen te Waregem krijgen en waarvan de vijfentwintigste in de reeks op 10 september laatstleden onder een zeer grote belangstelling doorging, uit de werfkracht van een blad als ‘Ons Erfdeel’ uit de re- cente start van het franstalige ‘Septentrion’. De talrijke initiatieven in Noord-Frankrijk zelf, zoals de werking van de te Duinkerke gestichte Michiel De Swaen kring en de publicatie van ‘Le Courier Lillois’ die op enige beweging in het Rijselse studentenmilieu wijst, zijn symptonen van een identiek verschijnsel langs de andere zijde van de staatsgrens. Ook in het officiële Vlaanderen beweegt er iets. De debatten die volgden op de regeringsmededeling van de Minister van Nederlandse Kultuur, prof. dr. Frans Van Mechelen en het antwoord van de minister hierop tijdens de zitting van de Nederlandse Kultuurraad op 11 april 1972, bewijzen dit uitstekend.
In deze evolutie mag de uitbouw van een grote wetenschappelijke bibliotheek over de Franse Nederlanden niet ontbreken.
Sinds 28 mei 1968, datum van J.M. Gantois' overlijden, kende men allesbehalve een stilstand in de uitgeverswereld. Boeken, tijdschriften en publicaties allerhande die betrekking hebben op de Franse Nederlanden, ontbreken sinds 1968 geenszins op de markt. Het ophalen van deze achterstand, alsmede het minutieus verantwoord bijhouden van de nieuwe publicaties is geen geringe taak.
E. DEFOORT
Adjunct-bibliothecaris K.U.L.A.K.