Deze reklame is beslist niet misleidend...
Werken terwijl Bertrand als Verkeersminister werd opgevolgd door de Waal Delmotte, een man die ook al geen belangstelling heeft voor het openbaar vervoer. Het wordt immers de hoogste tijd dat men in België gaat sleutelen aan een degelijk en aantrekkelijk openbaar vervoer. Tot nog toe houdt men het bij spektakulaire verre toekomstplannen die geen enkele oplossing voor de huidige verkeersproblemen brengen.
Met de aftakeling van het uitgebreid tramnet van de Buurtspoorwegen heeft België een sterke troef uit handen gegeven. De grootscheepse omschakeling van trams met een ruime vervoerskapaciteit naar minder komfortabele autobussen had een gevoelige daling van het aantal reizigers tot gevolg. Een aantal mensen bij de Buurtspoorwegen geven trouwens toe dat het opheffen van de tramlijnen de kwaliteit van het openbaar vervoer geenszins heeft verbeterd.
Op vele plaatsen werd de trambedding bij de weg gevoegd.
In Wallonië en rond Brussel bestaan op het ogenblik nog talrijke buurttramlijnen die echter ook zullen verdwijnen. Niettegenstaande de grote mislukking van de omschakeling op autobussen, blijft men in de boosheid volharden. Het zou nochtans geen schande zijn, indien de Buurtspoorwegen en het ministerie van Verkeerswezen hun beslissingen zouden herzien.
Alleen met klagen over het gebrek aan belangstelling voor het openbaar vervoer en over de toenemende verkeerschaos in en rond onze steden lost men niets op.
In die Belgische steden wordt nog steeds alles gedaan om het de auto zo gemakkelijk mogelijk te maken. Het meest recent slecht voorbeeld gaf de Stad Antwerpen. Tramlijn 7 die Mortsel met het Tolhuis aan de Scheldekaai verbindt, moest enkele maanden geleden wegens de pre-metrowerken op de Meir beperkt worden tot het Comedieplein. Deze lijnverkorting zou volgens de M.V.A. - de Antwerpse tram- en busmaatschappij - negen maanden duren. Het Antwerps stadsbestuur liep echter al lang met plannen rond om de St.-Katelijnevest tramvrij te maken. Tram 7 hinderde nu eenmaal de auto's. De pre-metrowerken waren dus slechts een voorwendsel. Terwijl men in de buitenlandse steden - bijvoorbeeld Amsterdam en Basel - omgekeerd redeneert en het openbaar vervoer volstrekte voorrang tracht te verlenen door de automobilisten beperkingen op te leggen, lokt België de auto's naar de steden. Men hoeft zich dan ook niet te verwonderen over het feit dat het openbaar vervoer in België minder populair is dan in Nederland en Zwitserland.
Indien men onze oude stadskernen terug leefbaar en aantrekkelijk wil maken, moet men het autoverkeer drastisch beperken. Voor de verplaatsing binnen de steden moeten wij zoveel mogelijk gebruik maken van het openbaar vervoer. De vervoersmaatschappijen, die van de stedelijke en gemeentelijke overheid die grootst mogelijke medewerking zouden moeten krijgen, moeten zorgen voor een aantrekkelijke en verantwoorde frekwentie en voor modern en komfortabel materieel. Liefst trams en trolleybussen. Deze hebben een grote vervoerskapaciteit, rijden vrijwel geruisloos en produceren geen uitlaatgassen. Het openbaar vervoer moet immers ook bijdragen tot vermindering van de luchtverontreiniging en de geluidshinder in onze steden.
Voor het voeren van een nieuw verkeersbeleid dient men niet te wachten tot de kostelijke pre-metro- en metroprojekten uitgevoerd zijn. Op vrij korte termijn kan en moet een oplossing gevonden worden voor de toenemende verkeerschaos in onze steden.
Daar is echter veel politieke moed voor nodig.
Herman WELTER