| |
| |
| |
Kort genoteerd
Het Nederlands binnen de Europese Gemeenschappen
Onlangs vierde de ‘Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal’ (VBO) het 20-jarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan werd in Brussel een bijeenkomst gehouden, waarop dr. jur. J.A. Muilwijk, hoofdambtenaar bij de E.E.G. een beschouwing hield over het onderwerp: ‘De plaats van het Nederlands in de E.E.G.’ en dr. J.J.M. Bakker, lector in de toegepaste taalkunde aan de Technische Hogeschool te Eindhoven over ‘Twintig jaar ontdekken en bijleren.’ Men kwam tot de conclusie dat het Nederlands binnen het kader van de Europese Gemeenschappen zijn positie heeft weten te handhaven en, vergeleken met de situatie van vóór de oorlog, heeft versterkt. Wil men deze situatie handhaven dan zal het nodig zijn erop bedacht te blijven het Nederlands ongeschonden te bewaren. In dit verband werd herinnerd aan het citaat van de voormalige minister mr. Van Elslande: ‘Een cultuurscheppend Nederlandstalig gebied heeft tot plicht te ijveren voor de vrijwaring en de uitstraling van de Nederlandse taal en cultuur, zoals ook de andere cultuurgebieden erop staan dit te doen.’
| |
Reacties op schrijven ANV inzake regeringsnota over de Nederlandse internationale culturele betrekkingen
Het ANV heeft zich in het begin van 1971, in de vorm van een schrijven van de algemeen voorzitter dr. W.H. van den Berge, bijzonder critisch uitgelaten over de regeringsnota inzake het Nederlands internationaal cultureel beleid. Het schrijven was gericht aan de ministers van Buitenlandse Zaken, Onderwijs en Wetenschappen en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. (Voor de inhoud van dit schrijven zie ‘Neerlandia’ nr. 1, februari-maart 1971, pagina 1 en 2.)
Het Nederlands Cultureel Contact (NCC) heeft schriftelijk aan het bestuur van het ANV laten weten geheel en al achter de inhoud van het schrijven van dr. Van den Berge te staan en toegezegd, te zijner tijd de drie ministers van het oordeel van het NCC op de hoogte te stellen.
Het bestuur van de Fryske Akademy te Leeuwarden gaf tevens blijk van instemming en in het bijzonder werd van die zijde het pleidooi van het ANV gesteund voor de oprichting van een Nederlands Instituut in Brussel. ‘Wel zou het dezerzijds op prijs worden gesteld, indien dit Instituut ook aandacht zou besteden aan de positie van de Friese taal, die evenals de Nederlandse taal een element is van de rijke culturele veelvormigheid van Europa. Dit klemt te meer, nu een Rapport van de Commissie Friese Taalpolitiek is verschenen, d.d. 29 juni 1970, waaromtrent de Bijzondere Commissie voor de brief van de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk inzake het Rapport van de Commissie Friese Taal-politiek’ op 5 april 1971 op positieve wijze een standpunt heeft bepaald.’ Aldus van de zijde van de Fryske Akademy.
Wij vermelden hiermee slechts enkele reacties van betuigingen van instemming van de zijde van culturele instellingen en organisaties.
| |
Standbeeld prins Willem George Frederik te Wervik in West-Vlaanderen
Medio september werd in het stadje Wervik een standbeeld onthuld ter nagedachtenis van prins Willem George Frederik van Oranje, die in 1793, in de slag tegen de legers van Frankrijk, verwondingen opliep. De jongste zoon van stadhouder Willem V overleed vijf jaar later, op 25-jarige leeftijd, aan de verwondingen die hij in de slag in West-Vlaanderen had opgedaan. Het was
de heer J.A. Bomans uit Heemstede, die enkele jaren geleden het initiatief nam in Wervik een monument op te richten. Het gemeentebestuur van Wervik verleende alle medewerking om de actie van particulieren in Nederland en Vlaanderen te steunen en gaf aan het plein waar de steen kwam te staan, de naam Frederiksplein. De onthulling geschiedde door de dochter van de burgemeester van Wervik, Gerda de Meerschman en de zoon van de initiatiefnemer. Kolonel Buma vertegenwoordigde prins Bernhard bij de plechtigheid. De inspectie van de domeinen in Den Haag heeft twee historische kanonnen aan de gemeente Wervik afgestaan die een plaatsje zullen krijgen op het plein.
| |
Dure woorden in de Tweede Kamer
Onder deze titel schrijft de redactie van ‘Elseviers Magazine’ in het nummer van 23 oktober 1971 een critisch commentaar over het woordgebruik dat bij de Algemene Politieke Beschouwingen in de Nederlandse Tweede Kamer door de fractieleiders van de regeringspartijen en de oppositiepartijen P.v.d.A. en D'66 werd gebezigd. Het commentaar werd ingegeven door een vraaggesprek dat één van de redacteuren had met dr. W.H. van de Berge, algemeen voorzitter van het ANV.
‘Desintegrerend, antithese, synthese, cohesie, adhesie, stagnatie, participatie, inflatie-correctie, adstrueren, infrastructuur, agglomeratie, polarisatie, bipolarisme, profilering, progressiefactor, tertiair, supra-nationaliteit, excentrisch, prealabel, a priori's, capabilities, pluriform, parasitair. Proeve van het woordgebruik in de Tweede Kamer’, aldus begint de beschouwing van de redactie.
De redactie geeft dan het woord aan dr. Van den Berge ‘Vreemde woorden hebben één voordeel voor de sprekers: het is zo lekker vaag. Als je je in gewoon Nederlands uitdrukt, voelt men veel fijner aan wat je bedoelt. Als je met een vervangend woord aankomt, zeggen ze dan ook al gauw: ‘Nee, dat is toch niet precies wat ik bedoel’. En dan hebben ze vaak nog gelijk ook, want zó bedoelen ze het niet. Men laat de bedoeling liefst een beetje in het midden.’
En enkele regels verder in de bijdrage: ‘In zijn betoog voor goed en voor iedereen verstaanbaar Nederlands houdt de ANV-voorzitter een paar slagen om de arm: ‘Ik moet erkennen dat het dikwijls heel moeilijk is om vervangende woorden te
| |
| |
vinden. Soms moet je de hele zin anders maken. Een begrip als conjunctuur is met de term ‘golvende beweging’ toch niet helemaal gedekt. Dat is jammer. Maar wij zijn ook geen doordrukkers, geen puristen. Zodra je buitenissig wordt, schuift men je in de hoek van de dogmatici en dan ben je onschadelijk. Ik vind ook dat je bij de spreektaal minder critisch moet zijn dan bij de schrijftaal. De spreektaal wordt direct gevormd, je weet vaak wel tegen wie je spreekt en bovendien heb je geen tijd om vervangende woorden te zoeken. Maar bij de Algemene Beschouwingen gaat het toch om geschreven stukken die worden voorgelezen. Bij de debatten moet je milder oordelen. Maar wij blijven van mening dat het gebruik van vreemde woorden uit gemakzucht afkeurenswaardig is. Om over dikdoenerij, ‘snobisme’ (jawel) maar te zwijgen. En dan bedoel ik de showmannetjes; die graag blijk willen geven van hun, nou ja, laten we het voor deze keer maar ‘eruditie’ noemen, aldus de heer Van den Berge.
| |
Conceptiepathologie
Onlangs promoveerde aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, ter verkrijging van de graad van doctor in de geneeskunde, de heer P.H. Jongbloet, geboren te Brugge, arts te Ottersum (L) en verbonden aan het instituut ‘MARIA ROEPAAN’, op een proefschrift ‘Mental and physical handicaps in connection with overripeness ovopathy’. Dr. Jongbloet is lid van de VN-commissie van het Algemeen Nederlands Verbond.
Enkele stellingen, behorende bij genoemd proefschrift, willen wij onze lezers niet onthouden.
XIII. |
Men is zich onvoldoende bewust van het feit dat de gebrekkige samenwerking tussen de Noord- en Zuidnederlandse wetenschappelijke verenigingen het niveau schaadt van de wetenschapsbeoefening in het Nederlandse taalgebied. |
XIV. |
Chimaerisme, de toestand waarbij in één organisme twee populaties van verschillende genetische konstitutie naast of ten koste van elkander voortleven, kan ontstaan door een pathologische bevruchting van een overrijpe eicel. |
XV. |
De Belgische staat kan beschouwd worden als een schoolvoorbeeld van chimaerisme (cf. vorige stelling). Zijn strukturele moeilijkheden zijn onoplosbaar zolang men blind blijft voor zijn conceptiepathologie. |
| |
Christina Ergert zich aan de redactie van de troonrede
‘Elk jaar weer luister ik met open mond naar het erbarmelijk proza van de troonrede. Aan de voordracht ligt het niet, die is schier volmaakt, maar aan iemand met een zo perfecte dictie zou je toch eigenlijk een betere tekst in handen moeten geven’.
Met deze aangehaalde ontboezeming begint Christina in ‘De Telegraaf’ haar commentaar op de redactionele inhoud van de troonrede, die Koningin Juliana onlangs uitsprak bij de opening van de Staten-Generaal. Waarom, zo vraagt de kroniekschrijfster zich af, gaan de opstellers van dit staatsstuk, dat voor het gehele volk is bestemd, zich te buiten aan tal van vreemde woorden en uitdrukkingen, die ook in goed Nederlands zijn neer te schrijven. Zij doet ‘slechts een greep’. En dan volgt een opsomming: humaan, creativiteit, solidariteit, strategie, conjunctureel, integraal, perspectief, selectief, agrarisch, prioriteit, geintegreerd, planologisch, urgentie, programmering, experimenten, postsecundair, capaciteit en structureel.
Het schenkt voldoening dat, na nadat ook van de zijde van het ANV destijds de overheid opmerkzaam werd gemaakt op het veelvoudig gebruik van vreemde woorden en uitdrukkingen, ook anderen de vinger op de wonde leggen.
| |
Wie kan ons helpen?
Het verbondsbureau beschikt niet over een kalender van het ANV van het jaar 1936. Daarin is een bijdrage opgenomen van de hand van FELIX TIMMERMANS. Mocht iemand van de leden in het bezit zijn van deze kalender dan zouden wij die gaarne in bruikleen ontvangen.
Verbondsbureau ANV Surinamestraat 28 DEN HAAG
| |
Informatieverschraling in Nederland
Het verschijnsel dat de pers (die het gedrukte nieus distribueert) zélf nieuws-object is geworden, bleef de afgelopen maanden in Nederland aanhouden. Het gaat immers in het algemeen slecht met de dag- en weekbladen. Zij komen voor steeds hogere kosten te staan als gevolg van de onvermijdelijke modernisering van de technische apparatuur, de stijgende lonen en de hogere verzendkosten (denken we alleen maar aan de PTT-tarieven!) Berichten over in moeilijkheden verkerende bladen kon (en kan) men dan ook vrijwel dagelijks in de kranten aantreffen.
Van het eens zo roemruchte ‘Vrije Volk’, dat amper tien jaar geleden het Nederlandse dagblad was met de meeste abonnees, is thans nog slechts een dagblad voor Rotterdam en omgeving overgebleven. De exploitatie geschiedt door de Pers-Combinatie uit Amsterdam en de Nederlandse Dagblad-Unie, uitgeefster van de reeds eerder tot Handelsblad/NRC samengevoegde kranten het Algemeen Handelsblad en de Nieuwe Rotterdamse Courant. Het nog overgebleven restant van het Vrije Volk in Arnhem kwam in handen van het Audet-concern dat zijn eigen Arnhemse uitgave gaat combineren met de verse aankoop tot de ‘Nieuwe Krant’.
Om de vroegere Amsterdamse abonnees van het Vrije Volk leverden het Parool en het Nieuws van de Dag een concurrentiestrijd die blijkens de voorlopige uitslag in het voordeel van eerstgenoemd dagblad verliep. Tot de Pers-Combinatie, die het Parool en de Volkskrant omvat, zal weldra ook het christelijke dagblad ‘Trouw’ toetreden, samen met vier regionale kranten die in de perswereld als ‘Het Kwartet’ worden aangeduid. Intern zal dan echter eerst iets aan de verhoudingen binnen de stichting ‘De Christelijke Pers’ moeten worden gedaan. Alles wijst er wel op dat de Pers-Combinatie op den duur een sterke positie in de Nederlandse krantenwereld zal gaan innemen.
Het dagblad De Tijd, dat in het voorjaar dreigde te worden opgeheven door het VNU-concern (Verenigde Nederlandse Uitgeverijen), heeft de hoop op zijn voortbestaan nog niet opgegeven nu zich in een half jaar tijd 25.000 nieuwe abonnees aan- | |
| |
meldden. Begin december werd een fikse prijsverhoging aangekondigd, waardoor deze aloude katholieke krant nu veruit het duurste dagblad van het land is geworden. Het zal bij deze verhoging niet blijven, zodat het gevaar dreigt dat straks abonnees wegens de hoge kosten zullen gaan bedanken.
Ook de gewestelijke dagbladen kampen met moeilijkheden. Verschillende fusies kwamen reeds tot stand, onder andere in de provincie Limburg. In het oosten van het land wordt eveneens druk naar vormen van samenwerking gezocht.
De verhoogde kosten (door de reeds genoemde oorzaken) gaan voor de kranten samen met dalende advertentie-inkomsten. Niet alleen de radio- en televisiereclame hadden een nadelige invloed op de advertentiepagina's van de dagbladen, ook de concurrence van de als paddestoelen opkomende gratis huis-aan-huis-bladen doet zich voelen. Daarbij komt dan nog de met de dag verslechterende economische toestand die zich uiteraard weerspiegelt in het advertentie-aanbod.
Ook de opinie-weekbladen hebben zich verplicht gezien hun abonnementsprijzen gevoelig te verhogen. Zij voeren tevens acties om meer lezers te verkrijgen. De spectaculairste slag wordt momenteel geleverd door het weekblad De Nieuwe Linie dat eind oktober met een ‘actie tienduizend’ startte. Ruim een maand later hadden zich reeds meer dan zesduizend nieuwe abonnees aangemeld, zowel uit Vlaanderen als uit Nederland.
Al met al biedt de Nederlandse pers een beeld van penibele financiële omstandigheden. De zorgelijke situatie is gedeeltelijk van structurele aard: de Nederlandse bladen zijn steeds te goedkoop aan de man gebracht, en de hoofd-inkomsten werden nu altijd geleverd door de adverteerders. In breder verband gezien is vooral de vermindering van de diversiteit in de pers door het verdwijnen of fuseren van bladen, het grootste gevaar. Zonder de mogelijkheid om het ruime veelvoud aan meningen - want een goede krant is ook een opinieblad - te verspreiden en daardoor een voortdurende discussie in stand te houden, gaat de democratie ernstig verschralen.
JAN VERDONCK
| |
Grammens blijft aktueel
Zondag 5 december werd te Kortrijk de André Demedtsprijs uitgereikt aan Flor Grammens.
De thans 72-jarige Florimond Grammens mag beschouwd worden als het symbool van een konsekwente groep aktieve vlaamsgezinden die het ontvoogdingsproces dat de Vlaamse Beweging is, in aanzienlijke mate hebben versneld.
Zijn levensloop kan eveneens als symbolisch gelden voor de repressie die het gehele belgische staatsapparaat in het geweer brengt tegen alles wat getuigt van aktieve vlaamsgezindheid, ook al blijft die binnen de minimale voorschriften van de belgische wettelijkheid.
Naar Michiel Vandekerckhove tijdens een feestrede beweerde is de heer Grammens ‘een pragmatisch man, die over een stel perfekte zenuwen beschikt en in wie geen spoor van lafheid te ervaren valt’. Dat dit inderdaad zowat de minimale voorwaarden waren om tot nog voor kort als Vlaming in België zichzelf te kunnen zijn, is even bedenkelijk voor het vigerende staatsbestel als duidelijk voor de sfeer waarin men de inzet van Grammens moet situeren. Het kan immers niet genoeg herhaald worden dat voor de toepassing van een aantal wettelijke bepalingen een Vlaams burger - en met hem zovele andere - gebroodroofd werd en gevangen gezet door de vertegenwoordigers van het officiële België.
Het is een enorme verdienste van Flor Grammens - de man van de daad genoemd - dat hij heeft aangetoond dat op basis van de toepassing van zelfs gebrekkige taalwetten ten minste 45% van de Brusselse schoolplichtige jeugd in nederlandstalige scholen thuishoorde. ‘België’ heeft hem dit echter nooit vergeven. De wijze waarop het zich op Grammens heeft gewroken is veelzeggend. Ter illustratie daarvan kan de volgende ‘anekdote’ een en ander verduidelijken:
Tijdens de oorlog werd Grammens op advies van de zeven grote vlaamse kultuurverenigingen eerst gewoon lid en daarna voorzitter van de kommissie voor taaltoezicht. In die funktie lag hij via toepassing van de bestaande belgische taalwetgeving aan de basis van de oprichting van honderden vlaamse klassen in het Brusselse en langs de taalgrens. Deze radikale vlaamse politiek was vanuit civiel oogpunt onberispelijk. Bovendien hebben zowel de voorzitter als de leden van de kommissie voor taaltoezicht steeds resoluut elke vorm van kollaboratie van de hand gewezen.
In 1945 evenwel gebeurde wat alleen in België mogelijk is: de franstalige leden van de kommissie voor taaltoezicht werden bevorderd. De vlaming Grammens daarentegen werd het voorwerp van al wat het frankofone België aan woede en haat kon opbrengen. Niettegenstaande zijn parlementaire onschendbaarheid ging Grammens - eens te meer - achter de tralies. Op een proces dat de perken van de welvoeglijkheid en de logika te buiten ging werd hij veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Het werk van de taalkommissie werd grondig ongedaan gemaakt. De grove gelijkschakeling ‘Vlaming = kollaborateur’ werd hier weer met sukses toegepast. Zijn privéwoning werd leeggeplunderd en de inboedel verbrand. Protest? Och kom, in die tijd was elk protest van vlaamse zijde gewoon weer eens een vorm van kollaboratie. De groteske wijze waarmee te Brussel met de vlamingen werd omgesprongen verklaart gedeeltelijk het voor buitenlandse waarnemers onbegrijpelijke karakter van de communautaire problematiek die zich uiteraard nog steeds te Brussel blijft toespitsen.
JAN DE GRAEVE
|
|