Neerlandia. Jaargang 75

[p. 166]

ANV: Nieuw reglement, slagvaardiger bestuur

Men kan geen krant opslaan, of er is weer een nieuwe fusie in het bedrijfsleven opgericht. Het merendeel van de verenigingen en instellingen, van welke huize ook, ‘bezint zich op de huidige omstandigheden’ met de bedoeling zich aan te passen en opnieuw aan de buitenwacht voor te stellen. Wat voor banken. scheepvaart-ondernemingen en assurantiekantoren geldt, gaat ook op voor toneelgezelschappen, vormingscentra, bibliotheken, het orkestwezen, de kinderbescherming en de sport, om maar een rijtje op te noemen.

Er is in de laatste maanden nogal wat getimmerd aan de statuten en het huishoudelijk reglement van het ANV. De beweegredenen waren een eigentijdse vertolking van de doelstellingen van het Verbond en een wat gemakkelijker en doeltreffender organisatorische opzet van het verenigingsverband, zoals o.m. een centrale inning van de ledengelden voor te schrijven en een kleiner, en daardoor, slagvaardiger bestuur samen te stellen.

Belangrijk is eveneens het nieuwe artikel 12 over regionale werking: ‘In Nederland, in Vlaanderen of elders kunnen bijzondere vergaderingen worden gehouden en andere activiteiten worden ontplooid voor of door de aldaar wonende leden. In die vergadering kunnen bindende besluiten worden genomen voor het desbetreffende gebied, zonder dat deze in strijd mogen zijn met de regelen van statuten en huishoudelijk reglement. Onverminderd hun verantwoordelijkheid jegens het voltallige hoofdbestuur staan deze vergadering en activiteiten, voor zover zij plaatshebben in Nederland of Vlaanderen, onder leiding van de Nederlandse of Vlaamse plaatsvervangende voorzitter die alsdan als voorzitter Nederland of als voorzitter Vlaanderen optreedt’.

Op 7 augustus werden de statuten koninklijk goedgekeurd en traden in werking. Ter uitvoering van de nieuwe ‘grondwet’ van het Verbond was het nodig een nieuw huishoudelijk reglement vast te stellen en een nieuw bestuur te kiezen. Een taak voor de ‘Algemene Vergadering’, vroeger bekend als de ‘Algemene Verbondsvergadering.’ Het parlement van het ANV kwam daarvoor op zaterdag 20 november in het vertrouwde ‘Vrouwenhof’ in Roosendaal bijeen, onder leiding van de algemeen voorzitter, dr. W.H. van den Berge. Ondanks de niet altijd gelijkgezinde opvattingen verliep de behandeling van de agenda in een prettige en zakelijke sfeer. De door het hoofdbestuur vastgestelde tekst van het huishoudelijk reglement kon de goedkeuring van de vergadering verkrijgen en men verenigde zich eveneens met een voorstel voor het jaar 1972 de afdracht van de ledengelden aan de afdelingen te handhaven op de oude basis; 50% voor de centrale kas en de andere helft voor de afdelingsbesturen.

In het hoofdbestuur werden gekozen, in alfabetische volgorde, de heren: mr. W. Beernink, Dordrecht: dr. W.H. van den Berge, Leidschendam; drs. H.J. Brinkman, Amstelveen; M. Cantrijn, Antwerpen; mr. J. Fleerackers, Antwerpen; L.C. Kutsch Lojenga, Amsterdam; J.P.M. Meuwese, Hilvarenbeek; mr. A.W. van Nes, den Haag; dr. jur, G.R. Piryns, O.L.Vrouw-Waver; L. Vanackere, St-Stevens-Woluwe: J.J.H. Veltmans, Heer-Maastricht; J.W. Volleberg, Maastricht; prof. dr. M. de Vroede, Nieuwrode; H.A.J.M. Vrijhoef, Den Haag en dr. A.W. Willemsen, Utrecht. Dr. J. Theuwissen uit Antwerpen werd als plaatsvervanger aangewezen. Een bestuur van 15 man. De wens een vrouwelljk bestuurslid aan te wijzen kon nog niet worden verwezenlijkt. Misschien is er in de toekomst een candidate aan te wijzen.

De vergadering stemde voorts in met de voordracht van het oude hoofdbestuur het dagelijks bestuur als volgt samen te stellen: dr. W.H. van den Berge, algemeen voorzitter; J.P.M. Meuwese, plaatsvervangende voorzitter; dr. jur. G.R. Piryns, plaatsvervangende voorzitter; M. Cantrijn, secretaris en mr. A.W. van Nes, penningmeester.

Aan het begin van de vergadering herdacht dr. W.H. van den Berge met enkele gevoelvolle woorden dr. Roger Gheyselinck, gewezen ondervoorzitter van het ANV, dr. J.M. Jalink, hoofdbestuurslid en redacteur van Neerlandia en dr. J.E. Albert van de Poel, stichter en voorzitter van de afdeling Noord-Brabant, die in dit jaar overleden zijn.

Frans Koote erelid

De heer F. Koote is erelid geworden van het Algemeen Nederlands Verbond. Met evenveel genoegen als het dagelijks bestuur daartoe een voorstel had gedaan en met evenveel enthousiasme als het hoofdbestuur de voordracht deed, ging een Algemene Vergadering daarmee akkoord. Uitvoerig schetste dr. Van den Berge de meer dan een halve eeuw verrichte verdiensten van de heer Koote voor het Verbond.

Het is niet alleen opmerkelijk dat de heer Koote van zijn 22ste jaar af, toen als jong

Erelid F. Koote

onderwijzer, reeds lid is van het ANV, maar, dat hij van af dat tijdstip (1920) werkend lid is tot op de dag van heden. In zijn Rotterdamse tijd, kort na de Eerste Wereldoorlog, gaf de heer Koote zijn krachten aan de boekverspreiding. Hij bleef het werk voor het ANV trouw gedurende zijn ambt als leraar in de Nederlandse taal en letterkunde in Haarlem, Rotterdam, Schiedam en Den Haag. In de zes jaren voorafgaande aan zijn pensionering was hij in Den Haag tevens onderdirecteur en waarnemend directeur van de h.b.s.

In 1949 werd de heer Koote bestuurslid van de afdeling Den Haag van het ANV en vervolgens tweede voorzitter en voorzitter van de afdeling. In 1959 bereikte hij de hoogste post: algemeen voorzitter van het ANV, tot 1968. Daar kwamen nog bij de functies van voorzitter van de commissie van beheer van de Stichting Steunfonds van het ANV en van de verschillende Visser-Neerlandiacommissies, alsmede de behartiging van de boekverspreiding, het lidmaatschap van de redactie van ‘Neerlandia’ en tal van andere werkzaamheden, als ten bate van de Noord-Zuid integratie, de Nederlandse congressen en presentatie van het Verbond naar buiten.

Gedurende het voorzitterschap van de heer Koote werden in totaal 212 Visser-Neerlandiaprijzen toegekend en een totaalbedrag van f. 490.200 uitgereikt. Door zijn toedoen werd voor een som van f. 71.240 aan boeken verzonden.

‘Deze arbeid, deze prestaties, kortom de dienst in het algemeen aan het ANV verleend, werden mogelijk gemaakt door een verknochtheid aan de zaak, een nimmer aflatend enthousiasme en een grote werkkracht. In Koote brandt een vuur. Het aanwenden van zoveel energie, juist voor de zaak van de Nederlanden en de Nederlandse cultuur, is alleen mogelijk als een grote liefde daarvoor de lamp brandende houdt’.