Venster op de wereld
Neerlandica extra muros
Door omstandigheden was het niet mogelijk Neerlandica extra Muros, nr. 15 in het vorig nummer van Neerlandia te bespreken. Daarom mogsn hier de afleveringen 15 en 16 van genoemd tijdschrift van de I.V.N, tegelijkertijd behandeld worden. Dit zij eveneens het geval met de nieuwe Docentenlijst van vermelde vereniging en met nog een enkel initiatief dat zij de laatste maanden ontplooid heeft.
De beide afleveringen weerspiegelen een belangrijk jaar in de buitenlandse nederlandistiek.
Daar is in nr. 15 de officiële aankondiging van de oprichting van de I.V.N, op 7-9-1970 - de dag vóór het IVe Colloquium - met een mededeling aangaande de gekozen bestuursleden, de totstandkoming van de Statuten, de plannen omtrent een op te richten Jaarboek (zie ook nr. 16, blz. 11), de contributies enz.
In nr. 15 verschijnt vervolgens het verslag van de eerste werkvergadering, die op 8-9-1970, eveneens aan het eigenlijk Colloquium voorafging. Deze bijeenkomst, die over de toekomstige status der docenten extra muros zou beslissen, betekende een historisch moment in de geschiedenis van de neerlandici extra muros. Reeds sinds 1954 (Burgsteinfurt bij Munster) is er op conferenties op nationaal en internationaal niveau in klemmende redevoeringen en resoluties op verbetering van de status der docenten buitengaats aangedrongen. Nu was het eindelijk zover dat door mej. mr. E. Talsma van het Ministerie van O. en W. en door mr. A.W. Luikinga van de afdeling Rechtspositie, een regeling kon worden bekend gemaakt, die de Nederlandse regering voor docenten in het buitenland van Nederlandse nationaliteit heeft uitgewerkt, terwijl te verwachten is, dat de Belgische Regering spoedig met een soortgelijk besluit zal volgen. De Nederlandse regeling treft men vervolgens in dit nummer aan.
Hierna volgt een verslag van het IVe Colloquium van de hand van drs. J.H. Meter (Napels), zoals dat van 9 tot 13 september in de Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte van de Rijksuniversiteit te Gent gehouden is. Aan dit colloquium hebben 56 docenten uit alle delen van de wereld, 16 binnenlandse hoogleraren in de nederlandistiek, vertegenwoordigers van de Belgische en Nederlandse regering, leden van ambassades, genodigden en gasten deelgenomen. Een nieuw hoogtepunt inderdaad in het leven op verre posten van de buitenlandse nederlandistiek! Hierna kan men kennisnemen van de resoluties die tijdens het colloquium zijn aangenomen.
Van interesse is hier op te merken, dat vanaf de oprichting van de I.V.N. een Nederlandse en een Belgische hoogleraar in de nederlandistiek zitting hebben in het Dagelijks Bestuur en dat een Nederlands en een Belgisch lid van het Ministerie van Onderwijs het recht bezitten als toehoorder de vergaderingen van het D.B. bij te wonen. Als een belangrijk initiatief van de ontvangende universiteit moge aangemerkt worden, dat tijdens het door de Rector Magnificus de deelnemers aangeboden diner, deze kon meedelen dat de Beheers-commissie van het Universiteitsvermogen besloten heeft per jaar drie studiebeurzen beschikbaar te stellen voor studenten in de nederlandistiek aan buitenlandse instellingen van hoger onderwijs.
Een kwestie van nomenclatuur, en als zodanig meer voor ingewijden van belang is die betreffende: neerlandicus, neerlandist(iek), nederlandist(iek. De redactie wijdt er in nr. 16 een beschouwing aan, daar zij ook bij de naamgeving van de nieuwe vereniging een rol speelt. Tevens komt de Engelse naam voor onze taal: Netherlandic of Dutch ter sprake, waarover de deskundigen nog steeds verdeeld zijn.
Na de aangestipte gegevens betreffende oprichting der I.V.N., de status-vergadering en het IVe Colloquium volgen de vertrouwde rubrieken.
Zo bij de ‘Bijzondere prestaties van docenten extra muros’ (nr. 15) het gelukkig resultaat van de samenwerking van mej. drs. C. van Woudenberg en drs. J.H. Meter, dat thans in de fraai verzorgde boekwerken: I Storia delle letterature del Belgio e dell' Olanda, II Antologia delle letterature del Belgio e dell' Olanda, door A. Mor, J. Weisgerber en bovengenoemden verschenen is. In de rubriek ‘Nieuwe Docentschappen en Mutaties’ leest men in nr. 15 het tragisch lot van de enige volwaardige Nederlandse leerstoel in Groot-Brittannië, die als er niet tijdig hulp komt, juist tijdens het aftreden van prof. dr. Th. Weevers wegens zijn bereiken aan het eind van dit studiejaar van de pensioengerechtigde leeftijd, aan bezuinigingswoede voor een belangrijk deel dreigt ten onder te gaan.
Onder hetzelfde hoofdje vindt men eveneens informatie over het nieuw bezette lectoraat Nederlands te Milaan en wel door drs. A.B. van Heusden, tevens leraar aan de Europese School te Varese en, om nog in Italië te blijven, over de plannen van prof. dr. Paolo Ramat, hoogleraar in de Germaanse filologie te Cagliari, die zijn onderwijs met het vak Nederlands wil uitbreiden.
In nr. 16 heeft de redactie bovengenoemde rubriek wat omvattender willen maken door haar ‘Van buiten de muren’ te noemen, wat haar in staat stelt de berichten als die omtrent jaarlijkse bijeenkomsten van de lectoren Nederlands uit het Duitse taalgebied in het ‘Institut für Niederländische Philologie’ te Keulen op te nemen. De eerste bijeenkomst, die op 12 en 13-2-1971 gehouden werd leidde tot de oprichting van een Arbeitskreis der Niederländisch-lektoren in der Bundesrepublik.
Bijzonder belangwekkend is in dit verband het verslag dat prof. dr. K.R.G. Worgt van de Karl-Marx-Universität te Leipzig over het onderwijs in de Nederlandse taalliteratuur en cultuurwetenschap aan zijn universiteit met de redactie uitbracht.
Hetzelfde geldt van dat van dr. A.J. Borst over het Nederlands onderwijs aan de Universiteit te Turku (Finland) en van de manifestatie ‘Erasme et son Temps’ aan de Universiteit te Straatsburg door dr. A.J. M. van Seggelen.
Ook zal het menige buiten- (en binnen-) staander interesseren, dat er thans (eindelijk) aan twee Zwitserse universiteiten: Bazel en Zürich (voor 't eerst) Nederlands gedoceerd wordt en wel door twee reeds langere tijd in dit land woonachtige Nederlanders: de heren S.J. Posthuma van de Univ. Bazel en J. Stegeman van de Univ. van Amsterdam.
Ook verder bevat deze rubriek een keur van nieuws omtrent Nederlands onderwijs aan universiteiten in Canada, Indonesië, de Verenigde Staten en zelfs in Zuid-Korea.
Naast de vacature, die binnenkort zal ontstaan door het vertrek uit Londen van prof. dr. Th. Weevers (zie voren), wijdt de redactie ruim aandacht aan die in Zuid-Afrika door het emeritaat wegens eveneens het bereiken van de 65-jarige leeftijd van prof. dr. D. Bax, hoogleraar in de Nederlandse cultuurgeschiedenis te Kaapstad.
Onder ‘Lezingen en Bijeenkomsten’ (nr. 15) schrijft prof. Brachin over het jubileum n.a.v. het 75-jarig bestaan van het A.N.V. te Dordrecht. Verder volgen hier artikelen over de Twintigste Conferentie der Nederlandse Letteren, Het Veldeke-Symposion te Gent, enz.
Na rubrieken over ‘Beurzen en Stipendia’ en ‘Zomercursussen’ (nr. 16) volgen in nr. 15 en nr. 16 mededelingen over ‘Leer-en Hulpmiddelen’, ‘Het Nederlands in de