Uit de vier windstreken
Verzoekschrift aan de ‘Kultusminister’ van Neder-Saksen.
Pleidooi van het Algemeen Nederlands Verbond, de Internationale Vereniging voor Nederlandistiek en de Kultuurraad voor Vlaanderen voor het leervak Nederlands.
Het ANV, de Internationale Vereniging voor Nederlandistiek en de Kultuurraad voor Vlaanderen hebben in een gezamenlijk schrijven aan de ‘Kultusminister’ van Neder-Saksen een lans gebroken voor het leervak Nederlandse taal. Er wordt gepleit voor een invoeren van de leervakken Nederlands en cultuurgeschiedenis op de scholen en pedagogische academieën in de grensgebieden. Voorts wordt gevraagd om het sedert 1921 bestaande lectoraat Nederlands aan de universiteit van Göttingen tot een leerstoel te verheffen, of een leerstoel op te richten aan de universiteit van Oldenburg, of aan de technische hogeschool van Hannover of Brunswijk.
In 1964 werd reeds een uitvoerig gedocumenteerd verzoekschrift aan de ambtsvoorganger van de betrokken minister gericht en aan diens ambtgenoot van Noord-Rijnland/Westfalen. In het laatste verzoekschrift wordt gewezen op de uitstekende resultaten die op het terrein van het onderwijs in de Nederlandse taal in Noord-Rijnland/Westfalen zijn verkregen.
Als argumenten worden in het schrijven gesteld:
1. Ook wanneer men de grotere spreiding van de Duitse tegenover de Nederlandse taal in aanmerking neemt, blijft er ons inziens inzake de aandacht die er in het Duitse onderwijssysteem enerzijds en de onderwijssystemen van Nederland en België anderzijds aan de wederzijdse talen en culturen besteed wordt, een discriminerende wanverhouding bestaan.
2. De Nederlandse taal wordt door 12 miljoen Nederlanders, 6 miljoen Belgen en, in een gevariëerde vorm, door 3 miljoen Zuid-Afrikaners gesproken en moet derhalve na het Engels en het Duits als de op twee na grootste Germaanse taal beschouwd worden; ze wordt door meer mensen dan door de inwoners van de Skandinavische landen tezamen gebruikt en moet dus niet als een kleine, maar als een middelgrote taal aangemerkt worden.
3. Het Nederlands behoort tot de in de Europese Gemeenschappen toegelaten officiële talen en mag derhalve in het onderwijssysteem van een andere, daarenboven nog naburige lidstaat niet verwaarloosd worden.
4. De voor Duitsers niet moeilijk te lezen taal geeft toegang tot een oude cultuur, die zich van de Middeleeuwen onafgebroken tot de moderne tijd voortzet en die zich zeker niet beperkt tot de algemeen bekende schilderkunst van de Middeleeuwen en van de 17e eeuw of de muziek van de 16e eeuw.
5. De toelating van het Nederlands als leervak aan de ‘Realschulen’ en lagere scholen in het grensgebied zou naar onze mening voor de wederzijdse verstandhouding en het wederzijds begrip van de grensbevolkingen, ook in het kader van de E.E.G. en van het regionaal verkeer van het groeiend Europa van grote culturele, en sociaal-economische betekenis zijn.
6. De levendige belangstelling die het Nederlands onderwijs in de helaas nog te weinige scholen, waar het als vak aangeboden wordt, bij de leerlingen wekt. Het wordt door een kring van leraren gegeven, die zich om Oberstudiënrat Hans Combecher, Internationale school te Brunssum (Nederlands Limburg), en Realschullehrer Josef Kempen, Bad Godesberg, Dld., gevormd heeft.
7. De uitgebreide belangstelling, waarmee de grensbevolking ook buiten de school om het Nederlands onderwijs tegemoet treedt. Het blijkt uit het grote aantal aanmeldingen voor de Nederlandse radiocursussen van de Westdeutsche Rundfunk. Voor de beginnelingencursus meldden zich volgens een artikel in de ‘Amersfoortse Courant’ en het ‘Veluws Dagblad’, beide van 27-1-1971 1200 deelnemers. Voor de cursus voor gevorderden 2800. Door dit succes aangemoedigd heeft Radio-Bremen kort geleden de eerstgenoemde cursus overgenomen. Daarvoor meldden zich 2800 cursisten.