Uitreiking Visser-Neerlandiaprijzen 1970
In de Rolzaal van de oude grafelijke burcht op het Haagse Binnenhof, reikte de algemeen voorzitter van het ANV, dr. W.H. van den Berge, zaterdagmiddag 27 februari, de Visser-Neerlandiaprijzen 1970 uit. De belangstelling voor de plechtigheid was bijzonder groot. Het programma werd opgeluisterd met zang van het Schevenings Vissersvrouwenkoor, onder leiding van Ary Noordhoek. Ogenschijnlijk zou men veronderstellen dat een dergelijke uitreiking, met een traditionele achtergrond, een langzamerhand wat verveeld gebeuren is. De glans van de eerste keer is dan vervaagd. Het opvallende is dat dit van de uitreiking der Visser-Neerlandiaprijzen
zeker niet gezegd kan worden. Ditmaal was het geheel anders dan in 1970 in het stadhuis van Antwerpen en ook niet gelijk aan de uitreikingen van voorgaande jaren. Begrijpelijk overigens. De personen en de instellingen waaraan prijzen worden gegeven verschillen van jaar tot jaar en daarmee ook de toespraken, die aan de uitreiking van de oorkonde en het geldbedrag voorafgaan. Er werden 13 prijzen uitgereikt.
Vijf prijzen voor persoonlijke verdiensten werden uitgereikt: aan mevrouw E. den Doolaard te Hoenderloo voor haar hulp aan verlaten kinderen, aan mevrouw N. Huisman-van
Rijsoort te Gouda voor haar organisatorische arbeid in het kader van de Nederlandse Cystic Fibrosis Stichting, aan dokter G. van der Most te Ottersum voor zijn verdiensten voor het zwakzinnige kind, aan de heer A.J.H. Verberkt te Bakel (N.Br.) voor zijn sociale activiteit en aan zuster L. Westerveld te Rotterdam voor haar werk ten bate van kindertehuizen.
De vice-voorzitter van de Nederlandse Multiple Sclerose Stichting te Amsterdam, de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Suikerziekten uit Den Haag, de vertegenwoordigster van het Vlaams Onderwijscentrum Brussel v.z.w. namen uit handen van de voorzitter de welzijnsprijzen in ontvangst.
De culturele prijs viel toe aan de Werkgroep voor Hoger Onderwijs in Belgisch en Nederlands Limburg.
Voorts reikte de algemeen voorzitter de toneelprijzen uit aan de auteurs Achilles Gautier te St. Martens-Latem, C.P.A. Holierhoek uit Leiderdorp en J.B. de Kramer uit Den Haag en de muziekprijs aan Rudolf Escher uit Amsterdam.
Onder de genodigden bevonden zich ambassadeur dr. Cauwenberg van België, en zijn echtgenote, prof. dr. W.J. der P. Erlank, ambassadeur T.J. Endemann van Zuid-Afrika, namens de ambassadeur van Zuid-Afrika, dr. W. Debrock, administrateur-generaal als vertegenwoordiger van de minister van Nederlandse Kultuur in België, de commissaris der Koningin in Zuid-Holland, mr. J. Klaasesz, de secretaris-generaal van het departement van Volkshuisvestiging en Ruimtelijke Ordening, mr. G. v.d. Flier, de consul-generaal van België, de heer L. Vandenbrande uit Rotterdam, de wethouder van onderwijs en kunstzaken drs. H.J. Wilzen van Den Haag.
G. GROOTHOFF