Voorrang voor Brussel
De stenen van de gesloopte klaagmuur worden de hoekstenen voor een nieuw Brussel
Hoe ik de toekomst van de Nederlandse Cultuur te Brussel zie, hangt nauw samen met de vraag hoe wij de toekomst van Brussel in België zien. De staat ‘België’ is een concreet feit. In deze staat is Brussel de hoofdstad; niet alleen formeel maar ook geografisch, financieel, administratief en economisch neemt deze stad zo een centrumpositie in dat zij de waarachtige hoofdstad moet zijn van de twee cultuurgemeenschappen van dit land. Verdwijnt de Nederlandse Cultuur uit Brussel dan kan deze stad gewoonweg niet meer de hoofdstad zijn van ons bi-cultureel land. Ik stamp misschien ook een open deur in door te wijzen op de toenemende Europese rol van Brussel-Hoofdstad. Dit biedt ons echter de kans om van Brussel de hostess te maken voor onze Nederlandse Cultuur in de wereld. Hoe zou Brussel bovendien de rol van hoofdstad van Europa kunnen vervullen, als ze nog niet voor de eigen twee cultuurgemeenschappen een waarachtige hoofdstad zou kunnen zijn. Brussel is onherroepelijk de enig mogelijke hoofdstad voor de nederlandstalige volksgemeenschap in België. Dit is niet een feit waar we ons bij neerleggen; dit is een feit dat we nu zelf ook willen.
Verder doorgetrokken houdt dit voor de toekomst ook in dat wij willen dat de Nederlandse Cultuur in de hoofdstad op een volwaardige wijze aanwezig is en leeft.
Wanneer er in ons land, en nog meer in het bijzonder in Brussel-Hoofdstad zelf, nog gezond verstand kan heersen zie ik de toekomst van de Nederlandse Cultuur optimistisch tegemoet... als we er allen ook zelf aan werken.
De te nemen maatregelen voor de gunstige ontwikkeling van ónze Nederlandse cultuur in ónze hoofdstad zou ik dan willen samenbrengen onder de gemene noemer ‘sociologische vrijheid’.
Alleen door wetten, en door inspecteurs die over de uitvoering waken, de Nederlandse Cultuur beveiligen is echt nog een houding voor ‘l'état gendarme’ van vorige eeuw. Met het realiseren van een sociologische vrijheid voor de Vlamingen te Brussel bedoelen we het creëren van een klimaat, het uitbouwen van instituten en het bouwen van een culturele infrastructuur die het de Vlaming echt mogelijk zal maken om vrij te kiezen of hij, in het enig tweetalig gebied van België, zijn eigen cultuur zal behouden ofwel de Franse Cultuur zal kiezen.
Ons streefdoel moet dus zijn de door de franstaligen opgevorderde juridische vrijheid - wat neerkomt op de vrijheid van de sterke en de dwang op de ‘mindere’ - te vervangen door een feitelijke sociologische vrijheid.
Wanneer men steeds opnieuw beweerde dat er geen behoefte was aan nederlandstalige scholen en andere culturele instellingen, dan kunnen wij nu reeds na twee jaar prioriteit in ons beleid voor de Nederlandse Cultuur in Brussel-Hoofdstad door cijfers het omgekeerde bewijzen.
De voorwaarde tot lukken van onze projecten zijn een dynamische aanpak, een stimulerende begeleiding, inspraak aan de basis en een keur van animatoren. Ten overstaande van de zogezegde ‘onomkeerbare verfransing’ van Brussel kunnen wij nu reeds een réveil, een vlaamse renaissance waarnemen.
Het belangrijkste hierin is ‘de wil’. De stenen van de gesloopte klaagmuur werden de hoekstenen voor een nieuw Brussel.
Aan onze Brusselse vrienden zou ik voor hun ‘wil’ ook willen zeggen: ‘Let op uw zaak; wilt gij in het Belgisch koor een rol spelen, wilt gij in Europees verband een belangrijke plaats blijven innemen, let er dan in de eerste plaats op dat de nederlandstaligen, die de onbetwistbare democratische meerderheid vormen in dit land, zich op absolute wijze binnen uw muren thuis voelen’.
PROF. DR. F. VAN MECHELEN
Minister van Nederlandse Cultuur