Neerlandia. Jaargang 74
(1970)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |||||||||||||||||||
Van welk land is Brussel de hoofdstad?Dit land telt volgens de jongste gegevens 9.659.000 inwoners, waarvan 701.000 buitenlanders en 8.958.000 staatsburgers. België is ingedeeld in vier taalgebieden: het Nederlandssprekende Vlaanderen, het Franssprekende Wallonië, de tweetalige hoofdstad Brussel en de Duitssprekende Oostkantons. Om het probleem Brussel in zijn juiste kader te plaatsen is het nuttig de onderlinge verhouding van deze gebieden in enkele getallen te vatten.
Wanneer we alleen de staatsburgers in aanmerking nemen, komen we tot de volgende bevolkingscijfers (in duizendtallen):
| |||||||||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||||||||
De verhouding van de autochtone bevolking van Vlaanderen tegenover die van Wallonië bedraagt dus ongeveer twee tegen één. Om precies te zijn: 65,5% tegen 34,5%. De hoofdstad meegerekend leven in België op tien inwoners 5,8 Vlamingen, 3,1 Walen en 1 Brusselaar. Vlamingen èn Walen worden mateloos geërgerd door de ondemokratische houding van de leidende groep te Brussel, van die ene Brusselaar die aanspraak maakt op een politieke en ekonomische invloed buiten elke verhouding tot het demografisch gewicht van de hoofdstad. De ergernis van de Vlamingen wordt tot een toppunt gedreven door de hardnekkige inspanningen om deze oorspronkelijk Nederlandse stad door sociaal-economische druk volledig te verfransen en voor Vlamingen onbewoonbaar te maken. Moeten de belangen van de groep, die in de hoofdstad de lakens uitdeelt, bepalen hoe het land er moet uitzien? Dat blijkt nog steeds de overtuiging te zijn van een kleine maar harde en machtige kern van vooraanstaande Brusselaars. Of bepalen het karakter en de behoeften van het land hoe de hoofdstad moet zijn? Zo luidt de opvatting die in Vlaanderen gemeengoed is geworden, maar die ook groeit in Wallonië. Klaarziende Brusselaars beginnen zich hiervan terdege rekenschap te geven. Er wordt zo ongelooflijk veel over Brussel gesproken en geschreven dat de zin voor verhoudingen er wel eens dreigt bij verloren te gaan. Brussel is geen toekomstig Vietnam of Palestina en diegenen die dit graag willen doen geloven verbergen meestal onder hooggestemde oorlogskreten zeer bijdegrondse politieke of (en) zakelijke belangetjes, waarbij een wijs nationaal beleid niet zou hoeven stil te staan. | |||||||||||||||||||
Belangrijk en dringendToch is de oplossing van het probleem Brussel belangrijk en dringend; want het is de knoop van het probleem België. Een nieuw Brussel is de hoeksteen van een nieuw België, waar Vlamingen en Walen als goede buren samenleven en samenwerken. En deze stad kan zich tegenover de Beneluxpartners en tegenover Europa als hoofdkwartier nauwelijks geloofwaardig maken indien de huidige toestand van Babelse verwarring er voortduurt. Het zou kortzichtig zijn alles te herleiden tot een taalkwestie. De zogenaamde taaltwisten verbergen èn openbaren een diepere werkelijkheid: een kluwen van vele problemen die men heeft laten verrotten omdat telkens weer belangen werden ontzien die beschikten over geld en macht, en zich bovendien handig wisten te tooien met fraaie simbolen: de nationale eenheid, het civisme, de vrijheid van de huisvader, het zelfbeschikkingsrecht van de Brusselaar. Het resultaat is niet fraai. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Vandaag kan het probleem niet langer ontweken worden. De plaatselijke Brusselse politici hebben steeds de kunst verstaan hun kongreskolom te identificeren met de Belgische ziel, het hogere landsbelang en het onverdeelbare vaderland. Nu het besef dat deze ziel een tweeling is, in Vlaanderen èn in Wallonië gemeengoed is geworden, groeien alle Strukturen onweerstaanbaar naar tweeledigheid toe. De twee gemeenschappen zijn gerijpt tot een volwassen zelfbewustzijn. | |||||||||||||||||||
Bindteken of splijtzwamDe gemengde hoofdstad blijft geen andere keuze dan bindteken of splijtzwam tussen beide te zijn. Indien België uiteenvalt. zal dit niet het gevolg zijn van een Vlaams-Waalse ruzie, maar van de onmacht of de onwil van Brussel om de waardige hoofdstad te zijn van dit land zoals het is. En dit land is nu eenmaal anders dan sommige Brusselse politici, ambtenaren en zakenlui het zich voorstellen. De steunpilaren van het Brusselse bestel steigeren voor het dilemma en zoeken krampachtig naar een alternatief. Als Brussel niet meer het Mekka kan zijn van het unitaire vaderland, laat het dan de derde en beslissende macht worden. Sinds enkele jaren duiken begrippen op als: Brusselse entiteit, Brussels gewest. Er wordt getimmerd aan een Brusselse nationalisme, door het oproepen van een omsingelingspsychose: Brussel zou door de federalisten en extremisten worden verstikt, opgesloten in een dwangbuis, onder voogdij geplaatst. Deze kramprefleks maakt een oplossing niet gemakkelijker maar wèl dringender. Brussel kàn een aardige hoofdstad worden van een nieuw België en een geschikt hoofdkwartier voor de Europese instellingen, als het kluwen van problemen zorgvuldig ontrafeld wordt en de oplossing van elk probleem onttrokken wordt aan de koehandel van de dorpspolitiek. | |||||||||||||||||||
Eerste zorg: EenheidBrussel is eigenlijk niet meer dan een middelgrote gemeente die deel uitmaakt van de tweetalige Brusselse agglomeratie, samengesteld uit negentien autonome gemeenten, elk met hun eigen burgemeester, gemeenteraad, politiekorps, enz. Deze agglomeratie telt 1.073.000 inwoners, waaronder 160.000 buitenlanders. Sommigen dromen van een veel groter Brussel, door de geleidelijke opslorping van één, twee of meer gordels van randgemeenten. Waar deze oplossing op te veel weerstand stuit, worden omwegen gezocht als faciliteiten, intercommunale samenwerking met randgemeenten, een economisch gewest Brussel enz. Zelfs afgezien van taaloverwegingen, zijn al deze voorstellen volkomen ongeloofwaardig, zolang in de agglomeratie der negentien gemeenten geen orde op zaken is gesteld. Want zij die het beroepshalve kunnen weten, de geschiedschrijvers van het Hertogdom Brabant, zeggen dat men niet de huidige burgemeesters en schepenen van de negentien gemeenten beledigt, maar veeleer hun middeleeuwse voorgangers, wanneer men beweert dat Brussel op middeleeuwse wijze wordt bestuurd. In de middeleeuwen vormde de ‘Kuip van Brussel’ een stevige bestuurseenheid, waartoe Anderlecht behoorde sinds 1394, Laken sinds 1331, Schaarbeek sinds 1301, Elsene, St.-Gillis, St.-Joost, Molenbeek en Vorst sinds 1295. Brussel heeft dus nog vijfentwintig jaar de tijd om geen volle zeven eeuwen achterop te geraken of om zich voor te bereiden op het tweede eeuwfeest van het dekreet van de Franse bezetter (31 augustus 1795) waarbij Brussel als bestuurseenheid werd vermoord. Sindsdien zijn de Brusselse gemeenten immers volledig autonoom.
De eerste stap naar een nieuw Brussel is de volledige eenmaking van deze gemeenten en de afschaffing van de negentien feodale hofhoudingen die er, met de rug naar de toekomst, vechten tegen (ingebeelde) draken voor het behoud van (niet ingebeelde) profijten. | |||||||||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||||||||
Provincie BrusselNieuwe administratieve konstrukties als agglomeraties en federaties van gemeenten zijn hierbij overbodig en dienen vooral om nogmaals de kool en de geit te sparen. Men kan de Brusselse agglomeratie versmelten tot één gemeente, of tot een provincie. De beste oplossing ware een provincie Brussel, waaraan tevens alle gemeentelijke bevoegdheden worden toegekend. Deze nieuwe eenheid, bekleed met de bevoegdheden van provincie en gemeente zal aan de hoofdstad een behoorlijke administratieve autonomie verlenen. Het samenspel van de verkozen provincieraad en de door de koning benoemde goeverneur en vice-goeverneur (beurtelings een Vlaming en een Waal) zal bijdragen tot het harmoniseren van de plaatselijke belangen met de nationale taak van de hoofdstad. Het einde van de strijd om de negentien burgemeesterssjerpen en de tientallen schepenzetels zal tevens het begin zijn van de politieke opklaring te Brussel. | |||||||||||||||||||
Homogene provincie BrabantIn 1963 heeft de Belgische wetgever een poging gedaan om de politieke kaart van België te hertekenen. Vier taalgebieden: Nederlands, Frans, Duits en tweetalig. Eentalige provincies. We willen het hier niet hebben over de schoonheidsvlekken die het kunstwerk links en rechts ontsieren, vooral in de buurt van Komen, Moeskroen, Edingen, Overmaas. Maar voor de provincie Brabant is de inspiratie jammerlijk tekortgeschoten. Deze provincie blijft een politiek wangedrocht met een Vlaams gebied, een Waals gebied, een tweetalig gebied en zes Vlaamse gemeenten met franse faciliteiten. Veel onvrede zal vermeden worden door de aanhechting van Nijvel bij de Waalse provincies, de oprichting van een provincie Brussel en de vorming van een homogeen Nederlandstalige provincie Brabant door samenvoeging van de arrondissementen Halle-Vilvoorde, randgemeenten, Leuven en Mechelen. Mechelen zou deze provincie kunnen voorzien van een gunstig gelegen hoofdplaats met een behoorlijke aantrekkingskracht. De nieuwe provincies Brussel en Brabant zouden geschikte bouwstenen worden voor elke nieuwe constructie om het even of daartoe een decentraliserende, provincialistische, interprovinciale of federaliserende strekking wordt gekozen. | |||||||||||||||||||
Geloofwaardige demokratieDe toestand te Brussel zou minder verward en dit land minder onregeerbaar zijn indien niet zoveel Brusselse burgemeesters en schepenen tevens volksvertegenwoordigers of senatoren waren, evenals beheerder van een of meer vennootschappen, waaraan zij als politicus grote diensten kunnen bewijzen. De astronomische bedragen die vooral te Brussel aan verkiezingspropaganda worden besteed wijzen eveneens op een vermenging tussen politieke en zakelijke belangen die een zware bedreiging vormt voor de geloofwaardigheid van onze demokratie. De vermenging van bevoegdheden en de opeenstapeling van machtsposities is geen louter Brussels probleem, maar te Brussel is het kritiek geworden door de uitzonderlijke centralisatie en koncentratie. Het ganse land zou er wèl bij varen indien spoedig paal en perk werd gesteld aan de verwarring van centrale en lokale macht. De scheiding der machten is ook op dit terrein de toetssteen voor een goedwerkende en zindelijke demokratie. | |||||||||||||||||||
Spiegelbeeld van tweeledig landWat voorafgaat vormt niet de oplossing van het probleem Brussel, maar de voorwaarde voor de ontrafeling van het kluwen dat de oplossing onmogelijk maakt. De afschaffing van de anachronistische gemeenten, de oprichting van een hoofdstedelijke provincie met ruime administratieve autonomie, de oprichting van een homogene provincie Brabant, de scheiding van lokale en centrale politiek zullen de Brusselse tijdbom ontmijnen en de zakelijke aanpak der gestelde problemen toelaten: leefbaarheid van een grootstad, ekonomische rol van een metropool, ruimtelijke inplanting van deze kern in een bredere omgeving. Dit zijn grotendeels de problemen van elke dynamische grootstad en er valt buiten de grenzen heel wat over te leren. Het probleem dat Brussel, in dialoog met Vlamingen en Walen, zelf zal moeten oplossen blijft: de gastvrije en evenwichtige hoofdstad te worden van een tweeledig land. Daartoe zal Brussel op een of andere wijze het tweeledige spiegelbeeld van dit land moeten worden. Allerlei technische oplossingen zijn daartoe voorgesteld: dubbel kiesregister, subnationaliteit, paritaire bestuur, interne kultuurautonomie. De fundamentele voorwaarde voor het welslagen van de onderneming blijft nochtans dat de Brusselse bevolking vrij van sociaalekonomische druk haar ware aard kan tonen. Dan zal, als bij toverslag, het ‘onomkeerbaar’ verschijnsel van de kunstmatige verfransing verdwijnen. | |||||||||||||||||||
Minderheid of meerderheid?Er zijn allerlei pogingen ondernomen om de Vlaamse ‘minderheid’ te Brussel te schatten: 25%, 30%? Al deze studies moeten zich behelpen met criteria die door de heersende mode beinvloed worden. De heer van den Boeynants die de Bruselaars dóór en dóór kent heeft de spijker op de kop geslagen met de volgende indeling van zijn stadsgenoten: 25% (bewust) nederlandstalig: 15% (bewust) franstalig; 60% tweetalig in velerlei schakeringen. De meerderheid van deze min of meer tweetaligen bestaat uit min of meer oppervlakkig verfranste Vlamingen. Het toegenomen ekonomisch en kultureel gewicht van Vlaanderen en het groeiend zelfbewustzijn van de Vlamingen zullen hen helpen bevrijden van de druk die hen ervan weerhoudt Nederlandse kranten te lezen, hun kinderen naar Nederlandse scholen te sturen en in deftige kringen Nederlands te spreken. De tweehonderdduizend Vlamingen die elke dag naar Brussel pendelen en de vijfentwintigduizend Nederlanders die te Brussel wonen en werken, vaak in invloedrijke posities, kunnen hiertoe het hunne bijdragen. De Vlaamse pers, radio, televisie en verenigingen kunnen hier eveneens een grote rol spelen. Zij mogen hun voorlichtingsaktie niet beperken tot de bewuste en overtuigde Vlamingen die te Brussel inderdaad een minderheid vormen. De grote groep der ‘min-of-meer-tweetaligen’ verdient eveneens hun volle belangstelling. Dan zou de Vlaamse minderheid te Brussel wel eens een meerderheid kunnen blijken te zijn, net zoals In de rest van het land.
REIMOND VERSCHELDEN |
|