ven. Op kultureel gebied worden er faciliteiten toegestaan in de randgemeenten, doch slechts op basis van wederkerigheid en mits instemming van betrokken kultuurraden. Wanneer de Vlamingen te Brussel pariteit hebben bekomen (ten laatste 1976), zal de taalkontrole worden afgeschaft. Brussel zal ekonomisch samenwerken met zeven omliggende federaties van gemeenten (vijf Vlaamse, twee Waalse), waarin de randgemeenten met faciliteiten worden opgenomen. De wet op de ekonomische decentralisatie zal het ekonomisch gewest Brussel nog moeten afbakenen. Wat betreft de bescherming van de minderheid, zal alleen het beginsel in de grondwet komen; de konkrete procedure zal door middel van een gewone wet worden geregeld.
Het regeringsvoorstel is door de openbare opinie vrij gunstig onthaald. Een belangrijk deel van deze openbare opinie ziet verlangend uit naar het einde van de gemeenschapsvraagstukken en het gekibbel daarover. (Op een te Brussel gehouden Jeugdparlement over ontwikkelingshulp ergerde een spreker zich aan het maar niet opgelost gerakend parochieprobleem Brussel...) Ook de meeste kranten reageerden positief, met uitzondering van de invloedrijke Brusselse ‘Soir’ en de wantrouwige ‘Gazet van Antwerpen’.
Negatief werden de voorstellen van de heer Eyskens vooral bij de Brusselse franstaligen van BSP (Simonet), PVV, Rassemblement Wallon -FDF en PSC (groep Persoons). De PVV stond aarzelend. De houding van de CVP is positief afwachtend: de heer Verroken was zelfs entoesiast, maar het licht ontvlambare gemoed van de sympatieke doordrijver van de Vlaamse CVP is dat in het verleden al meer geweest, en blijkbaar toch niet helemaal terecht, De VU bekeek het voorstel met ‘gemengde gevoelens’: weliswaar verdwijnt de grendelprocedure uit de grondwet, maar op slinkse wijze sluipt ze dan toch via allerlei ‘bijzondere meerderheden’ weer in de parlementaire procedures binnen!
De moeilijkheden zullen echter pas opnieuw komen als er over concrete teksten zal moeten gepraat worden, als de mooie principes in harde wetteksten zullen moeten omgezet. Het heet dat de regering reeds aan deze teksten werkt. Een werkgroep met leden van alle frakties is reeds samengesteld.
Het staat vast dat de regering met dit akkoord weer een stuk steviger in het zadel is gaan zitten. Minister Tindemans heeft reeds laten horen dat het nog wel een paar jaar kan duren voor de teksten wet geworden zijn. In elk geval zal de kaap van de gemeenteverkiezingen van oktober dan reeds lang omzeild zijn. Of de kommunautaire problemen dan van de baan zullen zijn? Och, lezer, dat zou te mooi zijn!
Joris de Deurwaerder
Op het ogenblik dat wij ter perse gaan zijn, sedert deze rubriek werd afgesloten, natuurlijk weer heel wat nieuwe elementen ter tafel gekomen. Het ligt niet binnen het bereik van een tijdschrift de actualiteit tot op de dag te volgen. Onze bedoeling is veeleer min of meer afgeronde overzichten te brengen ten gerieve van onze lezers die niet steeds de gelegenheid hebben de dagelijkse verwikkelingen van dit schouwtoneel te volgen.
Zulk overzicht hopen we weer te kunnen brengen na het parlementsreces, dat in elk geval een gedwongen rustpunt in de communautaire touwtrekkerij moet brengen.
Als belangrijke elementen in de recente ontwikkeling kunnen wij nog aanstippen: Toenemend verzet van de meeste franstalige Brusselse politici tegen elke maatregel die het tweetalig gebied zou beperken of de ongebreidelde verfransing binnen dit gebied zou hinderen door het scheppen van gelijke rechten en gelijke kansen voor de Vlamingen te Brussel. Verzet van de kultuurverenigingen tegen wat een schijn-kultuurautonomie wordt genoemd en tegen de bijzondere meerderheden die een grendel betekenen voor de Vlaamse democratische meerderheid, die nog steeds op velerlei gebied ‘eisende partij’ blijft, vooral te Brussel.
Aanbod van de Volksunie aan de Vlaamse CVP om samen de voor Vlaanderen meest nadelige punten uit het ontwerp door eendrachtig optreden te verhinderen. Dit aanbod werd afgewezen.
Alternatief plan tot het invoeren van federalisme, voorgesteld door de Volksunie. Een opvallende nieuwigheid in dit plan is dat de wetgevende macht zou toevertrouwd worden aan de Vlaamse en Waalse taalgroepen in de bestaande wetgevende kamers, wat het raderwerk van de federale staat zonder twijfel zou vereenvoudigen. Inmiddels haalde de heer Eyskens een grote slag thuis toen de vastlegging der vier taalgebieden (Nederlands, Frans, tweetalig en Duits) door de senaat met een grote meerderheid werd goedgekeurd. Hierdoor wordt de beperking van tweetalig Brussel tot de 19 gemeenten bezegeld.
De liberale partij heeft de medewerking van haar Vlaamse senatoren aan deze goed-