Mr. Fleerackers: kulturele èn ekonomische integratie
Bij integratie Noord-Zuid denken we niet alleen aan de kulturele integratie maar ook aan de ekonomische. Zeer terecht merkte mr. J. Fleerackers, tijdens de op 24 mei jl. in Breda gehouden Zuidvlaamse Kultuurdag, dan ook op, dat het samengaan van de ekonomische met de kulturele integratie noodzaak was. Mr. Fleerackers was bepaald niet in een hoerastemming over de ontwikkeling van de kulturele integratie tussen Vlaanderen en Nederland.
Hij bracht in herinnering de voor de eerste maal door wijlen J. Kuypers tijdens het Nederlands Kongres van 1961 gelanceerde slogan van de ‘kulturele integratie’ en getuigde met een zeker heimwee van het entoesiasme van de beginperiode en van de moeilijkheden, die daarop gevolgd zijn, moeilijkheden in de eerste plaats ontstaan, omdat de Europese integratie, die alle restanten van taalchauvinisne zou oplossen, bleef stagneren. Het halverwege blijven steken van de kennis van elkaars hebbelijkheden en levenspatroon leidde de jongste tijd bovendien meer tot depreciatie dan tot wederzijdse appreciatie.
De stuwing voor de kulturele integratie moet, naar het oordeel van mr. Fleerackers, van onderuit komen, zoals de werking in Zuid-Vlaanderen ook van onderuit is opgekomen. Vermoedelijk bedoelt hij een benadering van mens tot mens, de persoonlijke ontmoeting, zoals indertijd warm aanbevolen door de Eindhovense dr. H.W.J.A. Vredegoor (de grote man van de Zuid-Nederlandse ontmoetingen). De veelvuldige persoonlijke ontmoetingen kunnen en moeten dan wel leiden tot verbanden tussen grote groepen en vandaar moet het komen tot de integratie der beide volken.
Het wordt wel een heel lange weg. Hoe die bewandeld en afgelegd moet worden, daarover laten we straks dr. Paardekooper aan het woord. Hierboven wezen wij er reeds op, dat Fleerackers een samengaan van de ekonomische met de kulturele integratie noodzakelijk achtte.
De volkshuishouding in België en Nederland loopt, naar zijn oordeel, sterk uiteen. Wij mogen daarbij niet vergeten, dat een leefpatroon sterk wordt gedetermineerd door de ekonomie.