Publicitaire samenwerking
De verkoopprijs van de Vlaamse kranten bedraagt voor het ogenblik 3,50 fr.. Zonder publiciteit nu zou een dagbladuitgeverij deze verkoopprijs op zijn minst moeten verdubbelen om aan haar trekken te kunnen komen. En dan nog. De kosten van redaktie, drukkerij, nieuwsagentschappen, illustraties, verzending, personeel, investeringen en dgl. liggen zeer hoog en nemen nog steeds toe. De reklame-inkomsten vormen derhalve een noodzaak om een persbedrijf, geheel onafhankelijk en zonder enige vorm van subsidie van partij of staat, rendabel te kunnen maken. Sommigen zien nu in deze publiciteit een noodzakelijk kwaad die het dagblad beslist niet afhankelijk maakt. In ieder geval blijft reklame nog steeds beter dan eender welke subsidie.
Om zoveel mogelijk reklame te kunnen aantrekken, hebben de diverse dagbladgroepen - hierbij het voorbeeld van het buitenland volgend - onderlinge samenwerking gezocht. Dit leidde tot akkoorden op publicitair vlak. De eerste publicitaire overeenkomst werd gesloten in december 1967 door de groep De Standaard, de groep Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg. Op reklamegebied treden zij op als ‘Groep 1’. Het akkoord trad op 1 april 1968 in werking.
Op 19 juni 1968 werd een andere publicitaire overeenkomst gesloten die resulteerde in de oprichting van de Unie der Belgische Dagbladen. Hiervan maken deel uit de groepen Het Laatste Nieuws, Het Volk en Le Soir en een aantal afzonderlijke Waalse kranten. De totale oplage van de Unie der Belgische Dagbladen bedraagt ruim drie miljoen exemplaren per dag.
De derde publiciteitsgroep kwam begin dit jaar tot stand en omvat uitsluitend Franstalige dagbladen als o.m. La Dernière Heure, La Libre Belgique en Le Rappel. Zij treden op onder de benaming Regie Générale de Presse, die een totale dagelijkse oplage van nagenoeg 916.000 vertegenwoordigt. De socialistische dagbladen blijven nu geïsoleerd achter.
Op 8 mei jl. sloten Le Peuple (Brussel), La Wallonie (Luik), Le Journal de Charleroi, Volksgazet, Vooruit, Le Monde du Travail (Luik) en Le Travail (Verviers) op hun beurt een publicitaire overeenkomst onder de benaming Unie der Socialistische Dagbladen.
Meteen waren alle Nederlandstalige en Franstalige dagbladen in België in één van de vier publicitaire groepen ondergebracht.