Tijdschriften
Ons Erfdeel, 13e jaargang, nr. 1.
Een nieuwe jaargang, een nieuw kleed, ander formaat, andere opmaak, maar het oude elan, de oude aanpak en de traditionele schatkamer van top-bijdragen, die het lezen van een exemplaar van ‘Ons Erfdeel’, welk ook maar, zo bijzondere voldoening geven en de lezers altijd rijker maken.
De rector van het Europa-college te Brugge, prof. dr. H. Brugmans, bijt in dit nummer de spits af met een bijdrage, getiteld: ‘Vlaanderen-Nederlandse culturele integratie-Benelux-Europa’.
Het is jammer dat niet alle Nederlandstaligen in Noord en Zuid zijn brandhelder betoog lazen, overwogen en daarna bewogen werden.
Hij kruist de degen met de franskiljons, die zelfs nog niet toe zijn aan het nationalisme en een bepaald soort Vlaamse nationalisten, die in de romantiek zijn blijven steken, de lieden die zich wel willen bezighouden met Europa, maar... eerst moet huns inziens de kwestie van de Brusselse randgemeenten zijn opgelost, mensen die met 1302 zich nog bezighouden zonder aan het jaar 2000 te denken.
Het ene nodige is dat de Vlamingen moeten laten zien, dat wanneer Vlaanderen verging, de mensheid iets onvervangbaars zou verliezen.
Prof. Brugmans haalt een gezegde aan van minister Vermeylen tijdens de Nederlandse Dagen-1968: ‘Wil de cultuur van Vlaanderen iets meer zijn dan een provincialistische aangelegenheid, dan moet ze algemeen Nederlands worden’.
Daarmee zou dan meteen een einde komen aan de historische meerderwaardigheid van de Noord-Nederlanders, waarvoor hij zijn landgenoten wel kan haten, nu nog, hoewel prof. Brugmans al 19 jaar in Brugge woont.
Al wat ons geestelijk kan bevrijden moet gedaan worden luidt zijn slotwoord en die bevrijding betekent: het openen van ruimer horizonten, het losmaken van benauwende complexen, het aanvaarden van nieuwe taken, het streven naar groter oorspronkelijkheid. Prof. Brugmans' artikel kreeg in Vlaanderen scherpe kritieken.
Prof. dr. Alois Gerlo, rector van de Nederlandstalige Vrije Universiteit Brussel, biedt ons een voortreffelijk artikel over ‘Erasmus als Nederlander’. Een dergelijke bijdrage kan niet gemist worden in het Erasmusherdenkingsjaar.
Dr. Eugène van ltterbeek vertelt in een inleidend artikel, dat hij bezig is na te gaan en vast te leggen hoe internationale impulsen de Nederlandse letteren vroeger en nu hebben beïnvloed, waarbij hij zich zal beperken tot concreet aanwijsbare sporen van beïnvloeding. Een beroep wordt gedaan op hulp van buiten, door toezending van documentatie, bibliografisch materiaal, lijsten van vertalingen van buitenlands werk, tijdschriftartikelen, enz..
Over de weekbladpers, in het bijzonder de opiniepers, met name de Groene Amsterdammer, de Nieuwe Linie, Vrij Nederland, de Haagse Post en Elseviers Weekblad geeft Jan Verdonk (winnaar van informatieprijs-1967 van het Davidsfonds voor zijn artikelen over Vlaanderen) zijn visie en zijn typering.
Zijn slotconclusie luidt: geen der vijf weekbladen is gebonden aan belangengroepen of politieke partijen: de onafhankelijkheid van de redacties staat buiten kijf, censuur wordt absoluut afgewezen. De vrijheid staat bij de opiniebladen voorop of het die van links, die van rechts of die van H.P.'s ‘nieuwe midden’ is.
Op een beoordeling van Emiel Langui's monografie over de in Gent geboren kunstschilder Frits van den Berghe, door Fernand Bonneure, volgt een bijdrage over ‘De economische betrekkingen tussen West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk - van de hand van dr. Olivier Vanneste.
Een bijdrage over H.C. ten Berge en de universele poëzie van Fons Sarneel geeft enkele van diens poeëmen en daarnaast de Franse vertaling.