Natuurlijk is dit ook van belang voor de letterkundige produktie, maar het gaat hier zeer duidelijk niet alleen om de letterkundige produktie.
In de sector uitgeverij is, vrijwel ongemerkt, een vrij grote mate van integratie, die op zichzelf niet spectaculair, maar in zijn resultaten van ver strekkende betekenis is, tot stand gekomen, doordat aan de ene kant met name veel Vlaamse auteurs bij Nederlandse uitgeverijen uitgegeven worden, aan de andere kant veel Nederlandse en Vlaamse uitgeverijen samenwerken ofwel in het andere land bijkantoren hebben. Veel wordt in coproduktie uitgebracht.
Steeds meer komen toneelgezelschappen uit het noorden in het zuiden en toneelgezelschappen uit het zuiden in het noorden. Toch is het einddoel van een integratie op toneelgebied, die een speelplan voor het gehele Nederlandse taalgebied zou moeten inhouden, nog niet bereikt. Wel kan hier gewezen worden op het verheugende feit, dat het groot-Limburgs toneel de beide Limburgen bedient. Het is het eerste voorbeeld van een werkelijke integratie op het toneelgebied.
In de sectie Bibliotheekwezen worden allerlei, weliswaar doorgaans niet zo heel spectaculaire projecten gezamenlijk op touw gezet. Vele van deze projecten hebben slechts in de verte te maken met Nederlandse letterkunde, hoewel het belangrijkste project dat de sectie thans onderhanden heeft, de voorbereidingen betreft voor het vervaardigen van een bibliografie van de neerlandistiek, een project van zeer grote betekenis voor de studie van de Nederlandse taal- en letterkunde. Tot onze grote schande ontbrak een dergelijk bibliografisch instrument tot op heden vrijwel volkomen.
De sectie Radio en T.V. houdt zich nog het meest aan haar strikte opdracht, de samenwerking op het gebied van de Nederlandse taal- en letterkunde. In de sectie Radio en T.V. is het ook allemaal zeer concreet werk, wat geleverd wordt.
Al kan er nog veel verbetering gebracht worden in de werkwijze van de conferenties en met name van de secties, toch zal dit werk, ook in een andere structuur, in wezen op dezelfde wijze voortgezet moeten worden. Nu kan er naar gestreefd worden het werk van de conferenties te verbreden en te verdiepen. De conferentie biedt ook nu al een basis voor heel wat meer dan een integratie zuiver op het gebied van de Nederlandse letterkunde.
III. In Leiden is thans gevestigd het Instituut voor Lexicologie (gefinancierd door de beide regeringen), dat als voornaamste opdracht heeft de bewerking van het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal. Het is belangrijk dat deze puur wetenschappelijke onderneming verder uitgebouwd wordt. Met name is het van groot belang, dat meer personeel beschikbaar wordt gesteld voor de eindeloze arbeid, althans schier eindeloze arbeid, aan het woordenboek. Het is bekend dat er tussen filologen al lang een goede samenwerking bestaat, met name in de filologencongressen. Beurtelings vindt het ene jaar in Vlaanderen het Vlaamse filologencongres plaats, het andere jaar in Nederland het Nederlandse filologencongres.
IV. In de sector van het volksontwikkelingswerk is de samenwerking bijzonder vruchtbaar en misschien is op dit gebied de integratie wel het verst gevorderd. Op deze plaats zal ik hier verder niet op ingaan, omdat in dit nummer juist een artikel opgenomen is over de conferenties Volksopvoeding. Wel kan nog gezegd worden, dat de Stichting voor de Culturele Integratie van Noord en Zuid zich voor een belangrijk gedeelte beweegt op het gebied