een voorlopige begroting met een tekort sluiten, dan zag de heer Meuwese daarin geen onoverkomelijke bezwaren. Dr. Piryns kenschetste de begroting als een subsidie-aanvraag voor het departement: als een programma-eis der begroting. Besloten werd dat het bestuur zich zal beraden over het overleggen van een voorlopige begroting, waarmee de vergadering zich akkoord verklaarde.
De algemeen penningmeester gaf een toelichting op de ingediende begroting voor 1970, waarvan het tekort f 55,000, - bedraagt.
Ten aanzien van de jaarstukken merkte mr. Van Nes op dat er na het vaststellen van het onderzoek door de accountantsdienst van het departement van C.R.M. nog verschuivingen in de exploitatierekening mogelijk zijn, zodat het nadelig saldo van f 1369, - zal oplopen met ongeveer f 1000, -. Het subsidiebedrag van de Belgische regering werd begroot op f 8000, - maar bleek f 6400, - te zijn. De propagandapost van f 5000, - werd door het departement goedgekeurd. Zodra het accountantsrapport gereed is, ligt het op het kantoor van het A.N.V. ter inzage. Op een vraag van de heer Schotten, of er naast het accountantsonderzoek nog toezicht is van een kascommissie, antwoordde de voorzitter dat het eerste afdoende is. Overigens, aldus vulde de penningmeester aan, is er nog een commissie van advies. Op verzoek van de heer Kutsch Lojenga werd besloten een exemplaar van de jaarstukken voortaan ook te zenden aan de vertegenwoordigers van de afdelingen. De laatste informeerde tevens naar de post van het Prins Bernhardfonds op de begroting 1969 en naar die van het subsidiebedrag der Belgische regering. De eerste post, aldus de penningmeester, staat niet voor elk jaar vast. Voor 1969 is een bedrag toegezegd. Inzake de subsidiebijdrage van de Belgische regering bestaat er een groot verschil met het bedrag dat van Nederlandse zijde wordt toegekend. Dr. Piryns toonde zich over het bedrag teleurgesteld: het zou de helft of minstens 1/3 van het subsidiebedrag van het departement van C.R.M. moeten zijn. Uitoefenen van enige druk zou, aldus de voorzitter, niet onredelijk zijn.
Vervolgens werden de jaarstukken goedgekeurd. De vergadering aanvaardde het voorstel de contributie te verhogen van f 10, - tot f 12,50, onder de voorwaarde dat degenen die de oude contributie hebben betaald geen navordering ontvangen. Nieuwe leden betalen het bedrag van f 12,50. Dr. Van den Berge had eerder opgemerkt dat de vermelding van het nieuwe contributiebedrag in het propaganda-informatiegeschrift statutair niet juist was. Over het algemeen werd gevreesd dat contributieverhoging zou leiden tot ledenverlies. Er werd o.m. voorgesteld geen verhoging voor 1969 toe te passen, maar in 1970 met een bedrag van f 5, - en voor dit jaar een vrijwillige bijdrage te vragen.
De bestuursleden mr. J. Fleerackers uit Antwerpen en mr. A.W. van Nes uit Den Haag werden herkozen. In de plaats van André Demedts werd senator Leo Vanacker te Sint-Stevens-Woluwe als lid van het hoofdbestuur benoemd.
De voorzitter schetste uitvoerig de verdiensten van de heer Demedts. De laatste was tot zijn spijt verhinderd aanwezig te zijn. Op voorstel van mr. Van Nes werd besloten de heer Demedts een dankbrief te schrijven.
Dr. Van de Poel stelde bij de rondvraag de publikatie in het novembernummer 1968 van ‘Neerlandia’ over Were Di aan de orde. ‘Een rampzalige vergissing.’ Hij stelde voor het verweerschrift in ‘Dietschland-Europa’, van de hand van de hoofdredacteur Karel Dillen, onverkort in ‘Neerlandia’ over te nemen. Dr. Van den Berge antwoordde dat dr. Willemsen op het gepubliceerde zou terugkomen. Het dagelijks bestuur was met de publikatie ook minder gelukkig. ‘Neerlandia’ is geen verenigingsorgaan meer. Het dagelijks bestuur meent evenwel dat dergelijke verklaringen als thans één gepubliceerd is ook de instemming van het dagelijks bestuur vragen. In dergelijke gevallen vindt voortaan overleg plaats met de vertegenwoordiger van het dagelijks bestuur in de redactie. Een voorstel van dr. Piryns het verweerschrift in de rubriek verenigingsnieuws A.N.V. op te nemen achtte de voorzitter minder raadzaam. Vastgesteld werd dat de Algemene Verbondsvergadering ‘het passend acht het wederwoord in Neerlandia op te nemen’.
Vervolgens beantwoordde de voorzitter enkele vragen van de heer Nuyen over het plan tot oprichting van een monument voor prins Alexander in Wervik; een initiatief van de heer J. Bomans. Een symbolische steun van A.N.V. wege is mogelijk.
In zijn slotwoord wees dr. Van den Berge op 'n lichte stijging van het ledenbestand en beklemtoonde hij de noodzaak van de verspreiding der brochure waarvoor de directeur o.m. de afdelingen zal bezoeken.
Na de koffiemaaltijd werd per autobus een rondrit door Antwerpen gemaakt.