Op het einde van de vorige eeuw was het lager onderwijs er de inzet van; de rivaliteit tussen het bijzonder (katoliek) en het openbaar (neutraal) voortgezet onderwijs beheerste het Belgische politiek toneel in de eerste helft van deze eeuw; thans is het universitair onderwijs aan de orde. Gelijk in de beroerdste dagen van het verleden tekenden de traditionele kampen zich weer af.
Inzet van de herrie waren de over te hevelen universiteit Leuven-Frans en de, na jarenlange hardnekkige strijd, eindelijk afgedwongen autonomie van Brussel-Nederlands. De katolieke Walen, die nu te Ottignies een ongewoon luxueuze en kostbare campus zullen bouwen, eisen een niet bepaald bescheiden krediet ter delging van de overhevelingskosten. In die eis kregen zij de overtuigde steun van een verbaal zeer strijdvaardige C.V.P.. Maar een dergelijke begunstiging van een katolieke instelling zou volgens de socialisten de balans wat al te zeer in het klerikale voordeel doen omslaan. Derhalve eisten zij van hun kant een even hoog bedrag voor de uitbouw van de (Nederlandse) Vrije Universiteit te Brussel. Smalend schreef een eensgezinde katolieke pers over het uitblijven van ‘objektieve criteria’, die de socialistische aanspraken zouden kunnen rechtvaardigen. Van de (gedroomde) gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om de travaillistische ideeën van de C.V.P.-jongeren te ridiculiseren: zien jullie nu, dat er met de aftandse antiklerikalen van de B.S.P. niet te praten valt... Zelfs het hoge woord regeringscrisis weerklonk... Maar na enkele dagen druk gepalaver kon de heer Eyskens glimlachend verklaren dat de Trojaanse oorlog niet doorging? In een typisch Belgisch compromis had men de koek ongeveer gelijk verdeeld...
Het waren dan ook triomfantelijke leiders die het P.S.C.-kongres van zaterdag 31 mei konden voorzitten. In antwoord op de besluiten van het aprilkongres van de Vlaamse C.V.P. bevestigden ook de Franstalige christen-demokraten hun autonomie. Toch kwamen zij op voor een gemeenschappelijk beslissend orgaan dat paritair door Vlamingen en Franstaligen zou samengesteld worden. (De Vlaamse C.V.P. wil alleen een overlegorgaan en kan al evenmin aanvaarden dat zij, die driemaal meer kiezers vertegenwoordigen, in een paritair orgaan slechts evenveel mandaten zouden krijgen). Overigens werd het kongres beheerst door gevoelens van dankbaarheid en vriendschap t.o.v. de Vlaamse partijgenoten, die zopas in de heibel om Leuven-Frans duchtig de goedendag hadden gezwaaid. Wat de katolieke Vlaamse pers dan ook met voldoening deed vaststellen dat de rabiate Vlaamshaterij er niet meer vastgesteld was. De federalistisch gezinden uit de partij, die onlangs met federalisten uit andere Waalse kringen de beweging ‘Objectif 72’ boven de doopvont gehouden hadden, konden zich op deze bijeenkomst moeilijk doen gelden. De gematigd-unitaristische strekking Vanden Boeynants was er sterk overheersend. De vraag is in hoeverre de P.S.C. nog representatief is voor de brede lagen van de Waalse bevolking. Enkele dagen voor de bijeenkomst nog marcheerde de bisschop van Luik mede aan het hoofd van een duidelijk federalistisch-getinte Waalse demonstratie te Luik, en dit ondanks de vijandige afzijdigheid van de P.S.C.-afdeling van deze stad.
Unitaristische wederopbloei in de bloeimaand? Wellicht, na de vermaning van kroonprins Albert, senator en voorzitter van het Rode Kruis van België, tot degenen die als protest tegen de blijvende achterstand en achteruitstelling van de Vlamingen in deze instelling er de splitsing van vragen, zoals het Verbond van Vlaamse Academici en het Verbond van het Vlaams Overheidspersoneel.
Ongetwijfeld, rond de beproefde Eddy Merckx voelen de Belgen zich weer één. En straks opent het P.V.V.-kongres zijn deuren.
J.d.D.
P.S. De ironische benadering van het geval Merckx door uw kroniekschrijver was nog niet eens ter perse, toen de heer Vanaudenhove zijn afscheid aan het P.V.V.-kongres met de volgende historische woorden besloot: ‘België leeft in het hart van het volk. De recente beroering omtrent een jonge kampioen die België in het buitenland vertegenwoordigde en uit een kompetitie werd geweerd, waaruit hij als overwinnaar had moeten komen, heeft het hart van vele Vlamingen, Walen en Brusselaars een ogenblik doen stilstaan. Daarom zijn mijn laatste woorden: Walen van Wallonië, blijft vurige Walen. Vlamingen, blijft Vlaming, trouw aan taal en kultuur. Brusselaars, verdedigt de belangen van uw stad. Maar blijft allen samen: fiere Belgen!’