gezuiverd zijn, waar de roest van het verleden is afgeklopt, waarvan de vingerafdrukken van ongewenste handen zijn verwijderd.
Als wij dat doen is het omdat wij aan de toekomst denken en vrezen voor het voortbestaan van de Nederlandse taal en cultuur in een Verenigd Europa. Wij zijn voor die eenheid, wij ijveren ervoor. Maar wij weten dat de grote naties die ons omringen minder Europees zullen denken dan wij als het gaat om het verspreiden van hun geestelijk bezit, om de uitbreiding van hun taal, hun wetenschap, hun kunst. Frankrijk is daarvan, zonder dat wij erover hoeven uit te weiden, zo overtuigend is het, het duidelijkste voorbeeld. Niettemin blijven wij de mening toegedaan dat er geen doelmatige Europese Unie mogelijk is dan op grondslag van de natuur. Waarin dus de taal en cultuur van de onderscheiden volkeren die er deel van uitmaken, bewaard blijft. Of liever niet alleen in stand gehouden, maar door de Europese gezagsorganen beschermd en gesteund, zodat er nooit voor een afsterven en verdwijnen gevreesd moet worden.
De ondergang van de kleine taal- en cultuurgemeenschappen zou voor het geheel van de mensheid een verarming en onherstelbaar verlies betekenen. Dat een minderheid of zelfs een meerderheid in een bepaald volk, onder de druk van de omstandigheden en allerlei dwangmiddelen het anders kan inzien, is geen reden om ons standpunt als onredelijk af te wijzen. Het is normaal dat de zwakste leden van een gemeenschap bijzondere hulp genieten om de nadelen van hun toestand enigszins te compenseren. In de meeste landen werd de volstrekt rechtvaardige, nu door alle verantwoordelijke personen goedgekeurde sociale wetgeving vaak met geweld en soms tegen de vrees en onwil van de begunstigden zelf afgedwongen.
Op dezelfde wijze zal het nodig zijn, wellicht tegen de onverschilligheid en tegenstand van groepen burgers van kleine volkeren in, omdat het hun aan volksbewustzijn ontbreekt, de toekomst van hun hoogste cultuurgoed te beveiligen. Daardoor zullen meteen de tegenkrachten geschapen worden, die in een Verenigd Europa de dwingelandij van de groten zullen verhinderen en zorgen voor een verdeling der machten die een overdreven centralisatie moet voorkomen.
Om zo'n centralisatie onmogelijk te maken en in de eerste plaats om voor alle Europese volkeren hun eigenheid als taal- en cultuurgemeenschap te verdedigen, lijkt het ons onmisbaar dat er, vóór de politieke eenmaking komt, van het oprichten van cultuurraden werk gemaakt wordt. Zij zouden bevoegdheid hebben over alle leden van een taal- en cultuurgemeenschap, boven de huidige staatsgrenzen heen.
Een Franse cultuurraad voor alle Franssprekenden in Frankrijk, België en Zwitserland; een Nederlandse of Dietse cultuurraad voor alle Nederlandssprekenden in Nederland, België en Frankrijk. De Europese lichamen zouden onder hun gezag krijgen alles wat Europees is, zoals economie, verkeer, financiën en sociale zaken. Waarschijnlijk zullen ook de nationale staten, zoals ze nu bestaan, nog lange tijd functioneren en ten andere onmisbaar zijn om die taken op zich te nemen, die door een centrale regering in de verte nooit efficiënt te volbrengen zijn.
Met de verwoording van deze gedachten, al te schetsmatig aan het papier toevertrouwd, beogen wij niet meer dan een bespreking op dreef te brengen.