Cultureel-economische samenwerking over twee landsgrenzen
Landsgrenzen die zijn ontstaan en worden gehandhaafd wegens redenen van staatkundige aard hebben de samenleving al veel ellende bezorgd, tot bloedige oorlogen toe. Maar culturele en sociaal-economische drang en noodzaak tot gezamenlijke ontwikkeling laten zich steeds minder weerhouden door zulke afscheidingen. Dat is niet alleen in Europa zo, ook in continenten als Afrika, waar de grenzen willekeurig, door koloniserende staten in het Europa van de vorige eeuw, zijn getrokken, zoekt elkaar over de grenzen wat bijeenhoort, of scheidt zich wat wezenlijk niet tot een bepaalde volksgroep behoort (Biafra - Nigerië).
In het Nederlandse taalgebied, met name dat in zuid en zuidoost, doet deze drang naar samengaan over de grenzen heen, zich steeds krachtiger gevoelen. Ons maandblad heeft daarop vooral de laatste tijd de aandacht gevestigd. Ik herinner slechts aan de hoofdartikelen in de nummers van januari, maart en april van dit jaar, aan het uitgebreide verslag van de Zuidnederlandse ontmoetingen te Eindhoven, door dr. H.W.J.A. Vredegoor in het aprilnummer en aan de samenvatting van de forum-discussie over het hoger onderwijs in het Benelux-middengebied, op 18 november ter gelegenheid van de algemene vergadering van het Algemeen Nederlands Verbond in Eindhoven gevoerd (zie het maartnummer).
Aanleiding om opnieuw deze ontwikkeling in herinnering te brengen vormt het bezoek, dat het Contact-centrum op Voorlichtingsgebied, Den Haag, op 8 mei aan Limburg bracht.
Vijf leden van gedeputeerde staten betoogden toen in Maastricht kort, duidelijk en indringend, de noodzaak van samenwerking over de grenzen heen, dit in het perspectief van een nieuwe structuur van de Limburgse samenleving, nodig door het verdwijnen van de mijnindustrie.
Reeds in de tijd van Karel de Groote en later gedurende de middeleeuwen was Limburg politiek en bestuurlijk een middelpunt en gingen er impulsen uit naar een Maaslandse cultuur. Thans komt opnieuw deze centrumfunctie van vooral zuidelijk Limburg openbaar. En niet alleen ten opzichte van de samenleving over de zuid- en westgrens, waarmee het A.N.V. zich voornamelijk bezig houdt, maar ook voor het oostelijk grensgebied.
Zo is er de culturele samenwerking tussen de Cultuurraad van Belgisch en Nederlands Limburg, er worden nieuwe verbindingen gelegd tussen de Limburgse en Rijnlandse cultuur, er komt een internationaal overlegorgaan voor het onderwijs, een gezamenlijke aanpak van het toerisme. De samenwerking over de grenzen van het Groot-Limburgs toneel werd op blz. 7 van het januarinummer reeds vermeld. Hier zijn nog wel beletselen weg te ruimen, zoals verschil in de rechtsregeling voor de spelers in de onderscheiden landen.
De culturele ontwikkeling van een streek steunt op de welvaart daarvan. En ook deze kan slechts floreren wanneer zij niet wordt beperkt door landsgrenzen die geen rekening houden met de eenheid van een economisch gebied. Voor verbetering van de sociaal-economische infrastructuur is samenwerking over de grenzen heen nodig en deze biedt dan een ruime