Neerlandia. Jaargang 72
(1968)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 170]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Spiegel Vlaamse bewegingDrie maanden nadat het kabinet Vanden Boeynants over de kwestie-Leuven struikelde is er nog steeds geen lichtpunt te ontwaren aan de Belgische politieke hemel. Verwonderlijk is dit vooralsnog niet - Minister van State Theo Lefèvre voorspelde dat de huidige crisis wel eens vijf jaar zou kunnen duren - maar voor de jongens, die voor de verkiezing van 31 maart van een duizendjarig unitair rijk droomden, is het in elk geval een nog lang niet verwerkte dobber. De lezers van ‘Neerlandia’, die in het aprilnummer van dit blad de verkiezingsuitslagen onder ogen gekregen hebben, zullen best begrijpen dat er heel wat wonden gelikt moeten worden. Maar het land moet geregeerd worden, beweren de staatslieden. Gelukkig bezit ons land een benijdenswaardig aantal spécimina van dit soort. Dat verlichtte dan ook enorm de taak van Zijne Majesteit Boudewijn I, die op de niet onaardige datum van 1 april met zijn raadplegingen begon. Op het Paleis te Brussel werd het traditionele defilé van de partijleiders gehouden, die allen advies uitbrachten om het land uit de penibele situatie te halen. Elke avond van die eerste aprilweek voelden we ons warm worden van dankbaarheid, als we op de beeldbuis de bezorgde gelaten zagen en de verkwikkende termen hoorden, waarmee de heren hun wil uitten om de hogere belangen des lands te dienen en niets onverlet te laten het vaderland de nieuwe strukturen en hervormingen te schenken waaraan het zo dringend behoefte heeft. Bemoedigend voor elk rechtgeaard burger waren de verklaringen luidens dewelke de heren politici uit de nationale partijen van de medewerking van de extremisten zouden afzien. Tenslotte vertegenwoordigen die grote partijen nog altijd 80% van het elektoraat, dat aldus uiting had gegeven aan zijn wens om de nationale eenheid te bewaren. Ook Zijne Majesteit zag af van informele gesprekken met vertegenwoordigers van de extremistische partijen, die hij net zomin raadpleegde als de heethoofden uit de staatspartijen, zoals Jan Verroken, Rik Fayat, Frans van Mechelen of Renaat van Elslande. Extremisme heeft tenslotte nooit iets opgelost, niet? Verlicht door veel wijze raad benoemde Zijne Majesteit tenslotte een informateur. De keuze viel op een zeer degelijk en betrouwbaar figuur: graaf d'Alcantara, gewezen hoveling, opgevoed aan het zeer selekte Benediktijnercollege te Saint-André-lez-Bruges, verzetsstrijder, burgemeester en kasteelheer in het Oostvlaamse dorpje Lembeke, uittredend minister voor middenstandszaken, CVP-kamerlid voor het arrondissement Gent-Eeklo. Een gematigd man. Een man die belast mocht worden met de opdracht uit te kijken hoe een regering kon gevormd worden die op een ruime basis kon steunen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een duidelijke wenk dus van zijn koninklijke werkgever om tot een kabinet te komen waarin wijze lieden uit de drie nationale partijen zich zouden beijveren in vaderlandse dienstbaarheid. Met voorbeeldige ijver vatte de nobele informateur zijn taak aan. De katolieke kranten in Vlaanderen noteerden met voldoening dat de vorst beroep had gedaan op een figuur uit de Vlaamse CVP, die door haar onverzettelijkheid de regeringscrisis had uitgelokt. De Franstaligen in den lande en de liberale pers loofden de graaf om zijn gematigdheid. Alleen de rooie rakkers van de BSP bleven karig met hun bijval. Zij moeten nu eenmaal niet zoveel van kasteelheren hebben. En na enkele dagen lieten zij de informateur weten dat zij niet zoveel voor een ménage à trois voelden. Daarenboven waren zij zelfs de (tot hiertoe in deftige kringen onbehoorlijke) mening toegedaan, dat bij het uitwerken van plannen voor de hervorming van de staat ook de kleinere partijen moesten betrokken worden. Tenslotte vertegenwoordigden ook die een belangrijk aantal kiezers. Tegen zoveel stouttigheid kon de grafelijke staatsman niet op en hij moest de opdracht aan zijn (naar het heet ontgoochelde) koninklijke werkgever teruggeven. Weer hernam Boudewijn I zijn raadplegingen. Weer pelgrimeerden de wijzen naar het paleis. En weer kwam er na enkele dagen een straaltje licht door de nevel. De heren hadden geadviseerd een politicus uit de BSP met een formatie-opdracht te belasten. De keuze van het staatshoofd viel op de heer Collard, de voorzitter van de socialistische partij. Een vooraanstaand man inderdaad. Volksvertegenwoordiger voor Bergen sinds 1932. Gewezen minister van onderwijs 1954-1958, toen de katolieke massa's aangevoerd door Theo Lefèvre naar Brussel marcheerden, ter verdediging van de ‘ziel van het kind’ en onder de leuze ‘Weg met Collard!’. Federalist in zijn beste dagen. En als voorzitter van zijn partij er voorlopig in geslaagd de scherpe tegenstellingen van het begin der zestigerjaren te overbruggen en de eenheid enigszins te herstellen. Er was slechts één vlekje op zijn blazoen, maar in de kringen waar de Belgische politiek gemaakt wordt vindt men dat niet zo erg. De heer Collard kent namelijk de taal van de meerderheid van zijn landgenoten niet. Tijdens een televisieinterview bleek hij de vragen van de Nederlandstalige reporter niet te begrijpen. Dat was natuurlijk niet naar de zin van de Vlaamse kranten, de socialistische uitgezonderd. En meteen was ook deze formatiepoging onder een niet al te gunstig gesternte van wal gestoken. De nieuwe formateur richtte zijn verlangende blikken naar de enige partner met wie hij in de boot wilde. De CVP. Hij achtte samenwerking met de PVV hoe dan ook onmogelijk. Wat het sociaal-ekonomisch programma betreft, staan de BSP en de PVV immers lijnrecht tegenover mekaar. En voor de samenstelling van de bestendige deputaties in de provincieraden was de CVP toch de BSP in de armen gevlogen, met afwijzing van alle samenwerking met de PVV en met de VU. In de Vlaamse CVP-pers verschenen haast dagelijks bijdragen waarin gesteld werd dat BSP en CVP progressieve partijen zijn, in tegenstelling tot PVV en VU, die onder één etiket met het woord conservatief werden gecatalogiseerd. En een boek met een reeks interviews met katolieke en socialistische VIP's, werd in aanwezigheid van een hele reeks glunderende vooraanstaanden uit de CVP en BSP aan de pers voorgesteld. De sfeer leek de trouwlustige jongelingen van de BSP gunstig om naar de hand van de CVP-bruid te werven. Toch werd het een moeilijke bruidswerving. De formateur legde de CVP een reeks voorstellen voor. Niet duidelijk genoeg, zegt deze. De formateur verduidelijkt zijn voorstellen. De (volgens de socialisten belangrijkste) sociaal-ekonomische problemen kunnen onmiddellijk door een tweeledige regering en haar parlementaire meerderheid opgelost worden, zegt de formateur. En de taalproblemen, en de herziening van de grondwet, vragen de onderhandelaars van de CVP. Die zijn niet zo dringend, en een parlementaire commissie moet maar een reeks voorstellen uitwerken, zegt de BSP. Zo gaat het niet, zeggen die van de CVP, en ze vertellen aan wie het horen wil dat ze ongeveer klaar zijn met een reeks oplossingen die het vaderland uit de mist zullen helpen. Ze schijnen het trouwens roerend eens, de onderhandelaars van CVP en PSC, die toch elk afzonderlijk naar de stembus waren getogen. Maar in Vlaanderen vindt men het zonderling dat er bij die onderhandelingen niet één van de Vlaamse havikken betrokken is. Tijdens een bijeenkomst van Vlaamse kamerleden moest de heer Verroken mededelen, dat hij van de gesprekken met de formateur niets wist. Zoals de Vlaamse socialisten op die bijeenkomsten vertegenwoordigd worden door de heer Jos van Eynde, die zich jarenlang tegen elk autonoom optreden van de Vlamingen in zijn partij heeft verzet. De CVP bleek dus minder geneigd om de heer Collard en zijn partij zo maar in de armen te vallen. Terwijl de formateur zijn voorstellen met aanvullende verklaringen aantrekkelijker trachtte te maken, bleven de christen-demokraten van mening dat er - | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met het oog op een herziening van de grondwet - nog maar eens met de PVV moet worden gepraat. Om de vereiste meerderheid voor die herziening te krijgen. Dat invloedrijke politici in de CVP graag opnieuw met de PVV in zee willen, is een publiek geheim. Kwade tongen beweren zelfs, dat achter de schermen de heren Vanden Boeynants en Van Audenhove reeds druk onderhandelden. Vrijdag 3 mei verklaarde de voorzitter van de Volksunie dat zijn partij eventueel aan een CVP-BSP-regering de vereiste tweederde meerderheid voor diepgaande hervormingen, zoals erkenning van de gemeenschappen en kultuurautonomie, zou kunnen bezorgen. Maar inmiddels wenste de CVP blijkbaar niet langer met de heer Collard te praten, en dat werd 's anderendaags door partijvoorzitter Houben meegedeeld. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de wijze mannen in de komende dagen ten derden male op het paleis zullen ontboden worden. Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat er dan zal gestreefd worden naar een herstel van de aftredende CVP-PVV-coalitie. Hoe de CVP van deze samenwerking grondige hervormingen zal verkrijgen is ons niet duidelijk. Tenzij... | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ja, tenzij de ontevredenheid bij de Vlaamse liberalen tot een sensationele ommekeer in het PVV-kamp zou leiden. Onmiddellijk na 31 maart hebben de leiders van het Liberaal Vlaams Verbond de beslissing genomen tijdens het weekeind van 11 en 12 mei te Knokke een bijzonder kongres te wijden aan de Vlaamse problematiek. Er zal gehandeld worden over Brussel, Leuven en... de verhouding tussen LVV en PVV. Sommige liberalen spreken zelfs over een Vlaamse vleugel in de PVV. De heer van Audenhove heeft reeds laten weten, dat zij dan uit de partij zullen gestoten worden. Maar de weigering van Brusselse en Waalse PVV-ers om kandidaten van het LVV voor de coöperatie als senator aan te duiden heeft olie op het vuur gegoten. Tenslotte heeft het partijdirektorium na moeizame onderhandelingen de verkiezing van LVV-voorzitter Poma dan toch moeten aanvaarden. Wat dan weer tot een breuk in het kamp van de Vlaamse PVV-ers heeft geleid. Twee PVV-mandatarissen, de heren Lahaye en Vreven, hebben met het LVV gebroken en een nieuwe groepering opgericht: de ‘Vereniging van Vlaamse Belangen’, die door het Liberaal Vlaams Studentenverbond al onmiddellijk als ‘de politiek onmondige vriendenkring van de heer Lahaye’ werd betiteld. Men kijkt wel benieuwd uit naar Knokke, waar de PVV enkele maanden geleden haar unitaristische show ten beste gaf. Misschien zal Boudewijn I dan de wijze mannen nog een vierde maal op zijn paleis moeten ontbieden. En die zullen hem dan misschien adviseren ernstig rekening te houden met de cijfers van 31 maart. En het eens te proberen met de flaminganten uit de Vlaamse pressiegroepen, die de laatste twee jaren de rangen van de Vlaamse CVP versterkt hebben. En met de socialisten van Klemskerke. En met de mannen van de Volksunie, die na de verkiezingen van de provinciale en gecoöpteerde senatoren haar parlementaire effekten verdubbeld heeftGa naar voetnoot*). Of zullen ze veeleer adviseren opnieuw de kiezer te raadplegen?
5 mei 1968. J.d.D. |
|