Neerlandia. Jaargang 72
(1968)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
PijnpleziertjesHet betaamt niet dat broeders onder elkaar mekaar oneerbiedig bejegenen in woord, daad of gedachte. Maar elkaar even plagen - en als je 't mij vraagt: elkaar even pijn doen - blijft toch wel toegelaten. Was sich neckt, das liebt sich. En mijn vrouw beweert soms: er zijn zo van die dingen die pijn doen en waar je tóch plezier aan beleeft. ‘Pijnpleziertjes’ noemt ze dat, en kijkt mij dan smekend aan.
Dergelijke pijnpleziertjes willen wij in deze rubriek tot op een groot-Nederlands niveau opdrijven. Dat dit een grandioos bedrijf wordt, is vanzelfsprekend. Hierbij wordt Noord en Zuid omgevormd tot een prachtig natuurreservaat, waarin wij, als het nood en deugd doet, een heerlijke broederjacht kunnen ontketenen, waarin iedereen entoesiast wordt gekwetst, maar niemand wordt gedood. Ten slotte mag dit alles geen necrologie worden Het moeten cursiefjes blijven.
Hoe dan ook, een beetje wederzijdse oneerbiedigheid moet er zijn, hoeveel inspanningen dit ook moge kosten. Immers, zoals de haat het komplement is van de liefde, zo ook is de oneerbiedigheid het komplement van de eerbied. Soms is één oneerbiedig woordje een groter bewijs van gezonde belangstelling dan een lange redevoering vol eerbetuigingen. Een lovend woord klinkt immers dikwijls meer ongeloofwaardig dan lovenswaardig. Ik heb bijvoorbeeld nooit begrepen, dat men iemand als ‘hooggeboren’ betitelt, wanneer wij toch allemaal geboren zijn in de Lage Landen bij de zee.
Om deze rubriek met kennis van zaken te kunnen vullen, gaf de redactie mij (Vlaming zijnde) de raad een poging te doen om, náást Neerlandia, enkele ernstige Nederlandse kranten en periodieken tot mij te nemen. Deze poging houd ik, dank zij mijn oersterke gezondheid en een eindeloos inkasserings- | |
[pagina 13]
| |
vermogen, nog steeds plichtsgetrouw vol. Hierbij is het echter normaal, dat ik regelmatig een andere krant en/of periodiek neem. Dit om eenzijdige voorlichting te vermijden, maar ook wel omdat je op zo één en dezelfde krant vlug uitgekeken raakt. Zo'n krant, vooral wanneer ze - het weze dan nog op zeer discrete wijze - aan een of andere partij gebonden is, heeft men vlug dóór. Bij elk (vooral politiek) verhaal dat men leest, bekruipt u de gedachte: ‘Waar heb ik dat nog gelezen?’ Antwoord hierop: ‘O ja, vorige week in dezelfde krant, maar dan op een andere bladzijde.’
Zo las ik tijdens de voorbije weken ontelbare keren, steeds in dezelfde krant maar dan van een andere datum de onvoorstelbare nadelen van het plan van de Duitse verkeersminister Leber, die het zware transport per vrachtwagen wil verbieden. Alles wat zwaar is moet per trein, zegt Leber. Ik heb al die afschuwelijke nadelen van deze opzet zo dikwijls moeten slikken, dat Leber uiteindelijk op mijn lever is blijven liggen. Naar mijn bescheiden oordeel moet men nochtans toegeven, dat de Duitsers qua treinkonvooien toch reeds heel wat ervaring hebben opgedaan, zodat men ze toch een zeker krediet mag geven.
Nu, onderhavig geval van afkammerij van het plan Leber levert een bewijs te meer dat een krant soms wel een tikkeltje eenzijdig kan zijn en dat het regelmatig veranderen van een krant dus wel een gezonde maatregel is.
Maar dat wordt dan ook weer een gekke zaak. Want dan stel je vast, dat één en hetzelfde feit in die andere krant totaal anders wordt voorgesteld. Wat bij de ene overduidelijk wit was, pleegt bij de andere onweerlegbaar zwart te zijn. Als gewone leek verlies je er wel even het Noorden bij en men gaat uiteindelijk aan de waarheid twijfelen, een twijfel die bergen verzet en muizen baart. Daarenboven vraagt men zich af: ‘Wat hebben die kranten eigenlijk tegen elkaar?’
En wat een afschuwelijke hypokrisie, als je 's anderen daags leest, dat al die kranten lekker gaan fusioneren. Nu, al dat gefusioneer biedt wel enig financieel voordeel: je koopt voortaan één krant, en je hebt er in één klap een vijftal gelezen. Maar moreel gezien hebben al die fusies ook wel een verschrikkelijk nadeel: hoelang zal ik mijn bovenvermeld voornemen om regelmatig van krant te veranderen nog kunnen volhouden? Om dergelijke veranderingen vol te houden, moeten er minstens twee kranten overblijven.
Hoe al die kranten ook mogen samensmelten en/of elkaar in de haren zitten, soms zijn ze het reeds sinds jaren roerend eens. Je mag bijvoorbeeld géén Nederlandse krant openslaan, of daar kan je het wéér in vetjes vaststellen, hoe alle jeugdpuistjes ‘verwelken’ nu van de ene dag op de andere! Opvallend is dat dit ‘verwelken’ in elke krant eensgezind tussen aanhalingstekens staat. En dan gaat het unaniem verder in deze boeiende bijdragen: ‘Een nieuwe behandeling speciaal voor anti-bacteriële huidzuivering maakt het thans mogelijk de verstopte en opgezette poriën van de jeugdige huid zo grondig te ledigen en te ontsmetten dat de puistjes en ontstoken poriën vanzelf (noot v.d. red.: mooi zo, de poriën porren zich zelf aan!) aanvangen uit te drogen. De geheel nieuwe luchtgedreven vloeistof (noot v.d. red.: in ons regenachtig klimaat is dit toch niet zó nieuw?) dringt zover binnen in de poriën dat het zelfs op de diepere lagen van de huid werkt, waar zich de haarwortels bevinden. De vetpropjes en de meeëters smelten letterlijk in de | |
[pagina 14]
| |
poriën, de groei van de bacteriën wordt gestopt, de prikkeling houdt op. Reeds de volgende ochtend stelt u vast, dat de roodheid (noot v.d. red.: bedoeld wordt waarschijnlijk de “roodhuid”, die ook door de Amerikanen zo doelmatig bestreden werd) is verdwenen en dat de puistjes van binnenuit verwelken. Zorg er vandaag nog voor een flacon medicinaal-spray te halen, uitsluitend verkrijgbaar bij apothekers en erkende drogisten (ofte droogleggers van puisten?).’
Als je dergelijk proza in èlke Nederlandse krant maar steeds opnieuw ontmoet, dan krijg je wel een tweevoudige indruk: enerzijds dat men in het Noorden ons Nederlands wel uitermate plastisch weet te hanteren, anderzijds dat die Noorderlingen toch een afschuwelijk puisterig volkje moeten zijn.
Ik geef toe, ook de Vlamingen hebben hun gebreken. Je mag geen Vlaams krantje ter hand nemen, of daar staat het (eveneens in vetjes): ‘Speen schrompelt weg in één nacht.’ Jà zo staat het er inderdaad, beste lezer. Ook ik had eerst aan een drukfout gedacht en gelezen: ‘Spleen schrompelt weg in één nacht’. Maar nee, hoor, de verdere lektuur van het bedoelde artikeltje laat geen twijfel over.
Ik wil u echter verdere aanhalingen uit dit merkwaardig geschrijf besparen (Neerlandia is trouwens een deftig blad), maar het is een feit dat dergelijke aanhalingen een onomstotelijk bewijs zouden leveren dat ook de Vlamingen hun taal plastisch weten te gebruiken en dat zij, tot grote tevredenheid van hun broeders uit het Noorden, hun breugeliaans volkskarakter, alle ABN-akties ten spijt, nog niet helemaal hebben verloren.
Ik was wel enigszins gerustgesteld, dat in het bedoelde artikeltje nadrukkelijk onderlijnd wordt, dat het wegschrompelen wel degelijk 's NACHTS gebeurt. Werkelijk, bij klaarlichte dag zou je er niet mee naar buiten durven. Er gebeuren bij eenvoudig gebruik van het alom geprezen wegschrompelingsmiddeltje onnoemelijke dingen, die weliswaar het menselijk organisme enerzijds een zeker solaas schijnen te schenken, maar die anderzijds toch een smartelijke prikkeling niet volledig weten uit te schakelen. Dat noemt men ‘pijnpleziertjes’, zegt mijn vrouw, en kijkt me smekend aan.
Uw Diets makkertje. |
|