handelsakkoorden gesloten met Polen, Hongarije en Tsjechoslovakije. Bij economische conferenties op wereldniveau (bijv. de tweede V.N.-conferentie inzake handel en ontwikkeling, die in 1968 in New-Delhi zal worden gehouden) vindt voorbereidend Benelux-overleg plaats.
Maar als we komen ter zijde van het eigenlijke terrein van de Economische Unie, is er ook naar buiten niet steeds een eendrachtig optreden van Benelux. Een recent voorbeeld in het nuance-verschil t.a.v. de schending van de Rechten van de Mens in Griekenland.
Toch zien we verbetering in de politieke wilsovereenstemming naar buiten. Bij de nieuwe crisis in de E.E.G. ontstaan door het laatste veto van de Franse president over de toetreding van het Verenigd Koninkrijk, is tot nu toe een gemeenschappelijk Benelux-front gevormd. We moeten bedenken dat het E.E.G.-verdag op initiatief van Beneluxianen tot stand gekomen is. Zou nu ook de impasse, dank zij een gemeenschappelijke Benelux aanpak, kunnen worden doorbroken?
Als we het E.E.G.-verdrag leggen naast het Benelux Economisch Verdrag, zien we duidelijk verschil in benadering. Bij de E.E.G. zijn supra-nationale elementen ingebouwd; de Benelux is zuiver intergouvernementeel.
Van verschillende kanten dringt men de laatste tijd aan op het scheppen van een Benelux-orgaan (Benelux-executive) of het afbakenen van bepaalde projecten voor boven-nationale Beneluxsamenwerking. Als ‘pilot-project’ zou kunnen dienen de ontwikkeling van de linker-Schelde-oever. Bij uitbreiding van de haven van Antwerpen zou het meest praktisch zijn een kanaal te graven, grotendeels op Nederlands grondgebied (plan Baalshoek), waarbij de industrialisatie om dit kanaal zich dus zowel in Nederland als in België zou afspelen.
Een preciese voorstelling van taak en bevoegdheden van een dergelijk Benelux-orgaan, alsook de moeilijkheden en mogelijkheden van zo'n bepaald pilot-project, heeft niemand. Het is een goede gedachte van de Nationale Comités Benelux in de drie landen samen een kleine werkgroep in te stellen om te trachten inhoud aan deze begrippen te geven. Zo kunnen de Comités Benelux wellicht een ‘inbreng’ plegen voor de komende Benelux Regeringsconferentie.
De laatste tijd mondt ieder gesprek over Benelux uit in de kreet: de komende Regeringsconferentie zal hiervoor een oplossing moeten brengen. Vol verwachting kijkt iedereen uit naar de reeds een jaar geleden aangekondigde Regeringsconferentie van de drie landen.
De wijze van samenwerking in Benelux, de gebieden van samenwerking, die volgens iedereen bij verdrag meer moeten gaan omvatten dan alleen de economie (b.v. buitenlands beleid, cultuur) en om te beginnen de werkelijke voltooiïng van de Economische Unie zullen aan een grondig onderzoek worden onderworpen. Op dit moment bereiden ambtenaren van de departementen, die bij de Benelux Samenwerking het nauwst betrokken zijn, de agenda voor.
Vol verwachting klopt ons aller hart.
Zullen de drie landen kans zien in de eerste plaats hun eigen burgers en daarna de wereld buiten het Beneluxgrondgebied te laten zien dat Benelux een werkelijkheid wil worden en niet wil blijven staan bij het aarzelend tot stand brengen van een economische samenwerking met vele ontsnappingsmogelijkheden?