Neerlandia. Jaargang 71

[p. 199]

Kroniek

Noord-Zuid

Algemeen Nederlandse toneelprijs voor Hugo Claus

‘De Organisatie-commissie Contact Nederlandstalige Toneelschrijvers uit België en Nederland’ heeft vrijdag 30 november de ‘Prijs voor Nederlandstalige toneelauteurs’ toegewezen aan Hugo Claus voor zijn gezamenlijk toneelwerk: acht toneelstukken en enkele bewerkingen.

Zaterdag 16 december werd deze prijs te Maastricht uitgereikt in de grote zaal van de Stadsschouwburg. Na deze plechtigheid volgde de opvoering van een zijner toneelstukken door de ‘Nieuwe Comedie’.

De bovengenoemde Organisatie-commissie werd indertijd in het leven geroepen door de Vereniging van Nederlandse Toneel-Radio- en Televisieschrijvers èn de Vereniging van Vlaamse Toneelauteurs.

Comite van Belgisch-Nederlands-Luxemburgse samenwerking

Op 27 november is in het Hiltonhotel te Rotterdam de jaarlijkse algemene ledenvergadering van het comité BENELUX gehouden, die druk bezocht was. Daar de in 1966 gekozen voorzitter Z.Exc. M.J. Keyzer in de loop van 1967 was afgetreden wegens zijn benoeming tot Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, moest er in deze vacature voorzien worden. Hoewel reeds enige tijd als zodanig werkzaam, werd mr. V.G.M. Marijnen officieel tot voorzitter benoemd. In de plaats van de afgetreden secretaris mr. H.J. Overbeek werd mevrouw mr. J.M. Corver-van Haaften gekozen, die ook al enige tijd in deze functie werkzaam was.

Eveneens kreeg het dagelijks bestuur nieuwe leden: mr. B.W. Biesheuvel, voorzitter van de A.R.-fractie in de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de heer J. Mellema, voorzitter van de C.H.U.-fractie in dezelfde Kamer.

Nadat de heer Marijnen de voorzittershamer had overgenomen van de heer E.W.P. van Dam van Isselt, hield hij een interessante jaarrede, die opgenomen is in het jaarverslag 1 september 1966-1 september 1967.

Na de gebruikelijke behandeling van verslagen volgde de lunchbijeenkomst, waar de burgemeester van Amsterdam, dr. I. Samkalden, twintig minuten sprak over ‘Stagnatie of voortgang en hoe?’.

F.K.

Nederlands-Vlaamse studiedagen in Breda

Niet minder dan honderddertig Vlamingen en tweehonderdvijftig Nederlanders kwamen in de eerste week van november in Breda bijeen voor de Nederlands-Vlaamse studiedagen, die tot thema hadden: ‘De voorbereiding van de jonge mens op gezin en de maatschappij van de toekomst.’

Nederlands voorzitter was prof. Schippers, voor de Vlamingen was het prof. Van Mechelen.

Sprekers waren o.a. prof. Kruithof uit Gent, prof. Roscam Abbing, prof. Van Mechelen en de heer Steels, namens de minister van gezin en huisvesting, mevrouw De Riemaecker.

Een belangrijk besluit nam de vergadering door vast te stellen dat bij het organiseren van volgende studiedagen ‘De Bond van Grote en Jonge Gezinnen in België’ en ‘de Nationale Contactcommissie voor Gezinsbelangen in Nederland’ tot samenwerking zullen worden uitgenodigd.

De discussies gingen prakisch over de sexuele opvoeding, waarover nog zoveel verschillende meningen en opvattingen heersen, die zullen moeten uitlopen op een opstelling van algemene beginselen, waarmee de verschillende richtingen het eens moeten worden.

Uiteraard werd bij de discussies over deze problemen en de oplossing ervan langdurig stilgestaan bij de plaats die gezin, school, kerk en geestelijkheid, de maatschappij en de arts hebben in te nemen.

In de secties, waar lang en breed over de op de eerste dag naar voren gekomen vragen en suggesties van gedachte werd gewisseld, werden o.a. coëducatie, coïnstructie, verloofdencursussen e.a. aan de orde gesteld.

Naar het oordeel van de bekende dr. Trimbos, die met mevrouw Renard-De Leebeeck het eindrapport opstelde, was er op deze studiedagen niet veel nieuws uit de bus gekomen, maar wat hij zeer belangrijk vond, dat was het contact tussen Noord en Zuid.

Sleutelen aan de Benelux

Vele vooraanstaande politici en bij de Benelux geïnteresseerden vloeien niet over van optimisme met betrekking tot de gang van zaken in de Benelux.

Zo hield minister De Saeger op de regionale Beneluxcontactdag te St. Niklaas min of meer een grafrede en op een bijeenkomst van ‘De Nederlands-Belgische Vereniging’ te Breda zei oud-premier De Quay, dat de Benelux op een klein waakvlammetje doorsudderde, een opmerking, die hij weer wat verzachtte door er aan toe te voegen, dat ook elders: in de Nato en in de E.E.G., in de Kerk, het elan er uit schijnt te zijn.

De Beneluxlanden moeten integreren, vindt de heer De Quay, er moet een concrete samenwerking komen, indien men meer contacten op cultureel, informatief en welk ander plan ook, wil realiseren.

Spreker hoopt en verwacht, dat Benelux in staat zal zijn baanbrekend werk te doen, waardoor ook de E.E.G. uit het slop geraakt.

Minister van staat, Theo Lefèvre, voor het Haags Benelux-Comité sprekende, ziet als het eerst nodige, dat een uitvoerend lichaam voor de Benelux zal worden opgericht, in de geest van de Commissie der Europese Gemeenschappen. Dank zij de arbeid van die Commissie zou de Benelux kunnen worden uitgebouwd, zodat zij een grotere politieke en culturele rol zou kunnen spelen in het ‘Europa van de Zes’.

Het moet z.i. zó worden, dat men gaat spreken van het ‘Europa van de Vier’: Frankrijk, Italië, Duitsland èn de Benelux.

Mr. Marijnen, voorzitter van het Nederlands Comité Benelux, deelde mede, dat een commissie van deskundigen aan het werk zal gaan om de eerste opzet vast te leggen van een supra-nationale Benelux-commissie, die een motor zal kunnen worden voor een verdere ontwikkeling van de Benelux.

Vlaams-nederlands festival in maastricht

Van 30 november tot en met zondag 3 december werd in het Cultureel Centrum te Maastricht (Stadsschouwburg en Staargebouw) voor de eerste maal het ‘Festival voor de jeugd van het Limburgs Land’ gehouden, hierbij uiteraard te denken aan Belgisch en Nederlands Limburg. De bedoeling van deze ‘vierdaagse’ was een ontmoeting tot stand te brengen tussen kunst en kunstenaar en tussen de Vlaamse en Nederlandse jeugd.

In kleine gespreksgroepen vonden ontmoetingen plaats tussen jongens en meisjes met tal van Nederlandse en Belgische kunstenaars op het terrein van de film, het ballet, de muziek en het toneel.

De gasten werden onthaald op toneel, een concert door het Limburgs Symphonie Orkest, een balletvoorstelling enz..

Het festival werd geopend door de ‘vader’ van de jeugdfestivals, Hans Tiemeyer.

[p. 200]

Werkgroep Benelux-middengebied

Te Helvoirt (Nederland) is een driedaagse conferentie gehouden over het welzijn van de mens in het Benelux-Middengebied.

Daar werd o.a. besloten een permanente werkgroep op te richten voor evengenoemd gebied (Brabant en de Kempen).

Aan deze conferentie namen o.a. deel de Belgische minister van het Gezin en het Nederlandse ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.

Over de structuur en de opdracht van de werkgroep werd nog geen beslissing genomen. Een klein comité zal de daartoe ingediende voorstellen bestuderen.

Er zijn heel wat problemen. In België zou het initiatief bv. kunnen uitgaan van de welvaartsorganisaties die aan de provincies verbonden zijn. In Nederland daarentegen is alles te verwachten van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.

Rapporteur Bayens meende dat er nu reeds oplossingen kunnen worden gevonden voor de bijna dagelijkse grensperikelen te Putte, Baarle-Nassau en Maastricht.

Het congres drong aan op een spoedige gelijkschakeling van de Nederlandse en de Belgische diploma's. Verder zouden gemeenschappelijke oplossingen moeten worden gezocht voor o.a. jeugdwerk, gezinszorg, culturele centra, gemeenschapshuizen en gezondheidsonderzoek.

Tenslotte werd besloten een inventaris op te stellen van alles wat aan beide kanten van de grens in het Benelux-Middengebied bestaat. Op die wijze zou men elkaar beter leren kennen en zou men gemakkelijker tot oplossingen komen. Hierbij werd het belang van het toerisme niet onderschat.

Vlaming kreeg Reina Prinsen Geerligs-Prijs

In de aula van de Amsterdamse universiteit nam de 25-jarige dichter Eddy van Vliet uit Antwerpen op 24 november de Reina Prinsen Geerligs-prijs in ontvangst, uit handen van de secretaris van de stichting Reina Prinsen Geerligs-Fonds, ingesteld ter nagedachtenis van de in de verzetsstrijd 1940-'45 omgekomen vrouwen en meisjes. Eddy van Vliet kreeg deze prijs voor zijn gedichtenbundel ‘Duel’. Eervolle vermeldingen werden toegekend aan de heren J. Verstraete en H. Verkooyen voor resp. het toneelstuk ‘Klucht van Iphigeneia’ en de poëziebundel ‘Voetpassen’.

In 1966 was de jury van oordeel dat geen van de 37 inzendingen aan proza, poëzie en toneelstukken uit Nederland en België voor een bekroning in aanmerking kwam.

Er waren dit jaar 65 inzendingen.

Geen gemeenschappelijk beleid

Prof. dr. R. Vandeputte geeft in ‘De Standaard’ als zijn mening, dat in Noord en Zuid heel wat aangelegenheden bestaan, waarvoor een gemeenschappelijk beleid niet te bespeuren valt, al hebben de Nederlandse en de Belgische regering in de loop van de jongste dagen aangekondigd, dat een nieuwe inspanning zal worden gedaan een nauwere samenwerking na te streven.

Zo is er bij de pogingen in beide landen - om aan weerskanten van de grens de expansie van minderontwikkelde gewesten te steunen - van een ware Beneluxmentaliteit geen sprake. Integendeel viert de onderlinge wedijver hoogtij. Beide landen trachten door ruime faciliteiten bedrijven uit het buitenland, maar ook eigen landgenoten naar bepaalde streken toe te trekken, zonder dat van enig onderling overleg of samenwerking sprake is.

Prof. Vandeputte meent dat daadwerkelijke aanmoediging door de overheden van meer samenwerking tussen Nederlandse en Belgische ondernemingen met de bedoeling de kostprijzen tot het uiterste te reduceren, noodzakelijk is.

Ook over de cijfers van de invoer van België naar Nederland is prof. Vandeputte niet best te spreken, daar deze, in vergelijking tot de uitvoer naar Frankrijk en Italië, te weinig evolueren.

Indien, wij - zo luidt het slot van prof. Vandeputte's betoog - naar aanleiding van nieuwe besprekingen met onze Noorderburen en met het oog op een nauwere Benelux-samenwerking, een zelfde economisch klimaat willen tot stand brengen aan weerskanten van de grens, dan moet België onder meer indachtig zijn aan de behoefte aan financiële schoonmaak in eigen huis. Nederland moge dan wellicht om redenen van conjuncturele aard een stelselmatig begrotingstekort kunnen aanvaarden, België kan zich dat niet meer veroorloven.

Cursus voor Vlaamse scholieren in de volkshogeschool Bergen (N.H.)

Van het Technisch Instituut O.L. Vrouw te Gent ontvingen wij een ‘overzicht’ van de eerste volkshogeschoolcursus ‘Kinhem’, die gehouden werd van 22 tot 29 oktober 1966 aan de volkshogeschool Bergen in Bergen (N.H.). Aan deze cursus werd o.m. deelgenomen door Vlaamse leerlingen van de middelbare huishoudschool te Gent.

Dit gebundelde overzicht geeft niet alleen een indruk van de vele en verschillende interessante onderwerpen, die op deze cursus werden behandeld en besproken, maar is ook bedoeld als een verzameling van persoonlijke indrukken, in de vorm van individuele verslagen, die de Vlaamse jongeren gekregen hebben (uiteraard zeer oppervlakkig) van de steden Amsterdam en Rotterdam, het Hollandse gezinsleven (de cursisten werden in Nederlandse huisgezinnen ondergebracht).

Met veel enthousiasme werden de verschillende voordrachten beschreven, o.m. over volksdansen, de Nederlandse literatuur. Bezocht werden o.m. de Zuiderzeewerken en de nieuwe polders, een coöperatieve zuivelfabriek, een cursus in handenarbeid, waar een ontmoeting plaats had met leerlingen van de middelbare huishoudschool in Tilburg, die in ‘'t Oude Hof’ een weefcursus volgden.

Al met al een interessante en leerrijke cursusweek, waarvan het einde, naar de smaak van de Vlaamse jongeren, te snel was aangebroken, wel een bewijs van de grote verscheidenheid en afwisseling in de opzet van het programma en voor de wijze waarop dit door de organisatoren werd afgewerkt.

Een van de Vlaamse cursisten schreef: ‘Het werden acht onvergetelijke dagen en ieder ging met spijt naar huis, want over de cursus in Bergen zal nog maandenlang gepraat worden’.