Ekelsbeke
De kleine Noordfranse gemeente Ekelsbeke en de inrichters van de 6e Vlaamse Cultuurdag hadden zondag 3 september een slechte dag: een druilerige regen en een echte herfstwind. Dat kon je ook merken aan de traditionele leeuwevlag op het kasteel van Ekelsbeke. De leeuw leek wel zijn kop kwijt te zijn in die nijdige wind en alleen de spreuk ‘Vaincre ou mourir’ onderaan op de vlag was duidelijk zichtbaar. Symbool voor de situatie van de Frans-Vlaming en van de hele dag? Het verloop van de 6e Ekelsbeekse dag bewees het tegendeel.
Er was dit jaar opvallend veel volk te Ekelsbeke: Frans-Vlamingen, onder wie een groot aantal nieuwe en jonge mensen, Vlamingen, zowel uit West-Vlaanderen als uit Antwerpen of Limburg en ook Nederlanders waarvan sommigen ‘de brug’ hadden gemaakt tussen Waregem en Ekelsbeke.
Onderweg ontmoetten we een groep wandelaars die al van zaterdag van uit Kortrijk te voet naar Ekelsbeke was getrokken. Om halftien heerste op het marktplein van Elkesbeke al een grote drukte, waarbij de wagens met een Belgisch nummerplaat het overwicht hadden.
Merkwaardig, zowel te Waregem op 27 aug. als zondag 3 sept. te Ekelsbeke, was het groot aantal Frans-Vlaamse jonge intellectuelen, studenten en pas afgestudeerden, die voor de eerste maal aan de cultuurdagen deelnamen. Vorige jaren waren er reeds enkele, maar dit jaar vielen ze op door hun groot aantal. Meer en meer wordt de indruk bevestigd dat er een gunstige kentering waar te nemen is. Gingen sinds de jongste oorlog vrijwel alle initiatieven voor het culturele reveil en de heropleving van de Nederlandse taal in Frans-Vlaanderen vooral van Belgisch Vlaanderen uit, steeds meer nemen Frans-Vlamingen zelf het roer in handen. Reeds gaan van hen initiatieven uit, zodat het er naar uitziet dat de droom werkelijkheid wordt, dat nl. Vlaanderen en Nederland van Frans-Vlaanderen uit ‘gevraagd’ worden te steunen bij eigen initiatieven eerder dan ze zelf in te geven zoals in het verleden bijna eenzijdig het geval was.
Ook zij opgemerkt dat naast de culturele ook de economische bindingen aan bod komen. Als revelerende details stippen we o.m. aan dat vrijwel geen week voorbij gaat zonder dat in de regionale weekbladen van West-Vlaanderen een of meer aankondigingen en reclames, in het Nederlands, verschijnen van Frans-Vlaamse firma's en dat, zoals bleek uit de sectievergadering economie te Waregem, men zich van weerskanten van de Belgisch-Franse grens bewust is geworden van de gelijklopende belangen en moeilijkheden in een der levensnoodzakelijk bedrijfstakken van Noord-Frankrijk en Vlaams-België, de textielsector, die zich als een lint uitstrekt van Rijsel tot St.-Niklaas.