Neerlandia. Jaargang 71
(1967)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 125]
| |
Spiegel Vlaamse beweging
| |
Nederlands onderwijs in BrusselAls een oase in de woestijn, die de Leuvencrisis vormt, zouden we kunnen wijzen op het Eenheidsfront voor Nederlands onderwijs in Brussel dat is opgericht en waarvan de Statuten zijn verschenen in het staatsblad van 8 juni j.l..
In dit Eenheidsfront zijn vertegenwoordigd: vrij en officieel onderwijs, voorts de drie Fondsen, het Vlaams Economisch Verbond, de V.A.B.-V.T.B. (de bekende toeristenbonden). Een groot aantal Vlaamse ministers van Staat, oud-ministers en ministers in functie is reeds tot het ere comité toegetreden.
Dit Eenheidsfront, het Vlaams Onderwijscentrum (V.O.C.), acht het Nederlands onderwijs in Brussel, dat aanvankelijk gevrijwaard scheen door de taalwetten, door enkele uitvoerbesluiten te zijn ontwricht.
Het V.O.C., dat wetenschappelijk te werk zal gaan, zal een staf van vaste mede- | |
[pagina 126]
| |
werkers aanwerven, die systematisch de onderwijstoestand in het Brusselse zullen volgen.
Heel het Vlaamse land zal daarvoor financiële steun moeten verlenen, gemeenten bv. 1 fr. per inwoner, rijke gemeenten meer.
Propaganda zal het eerste punt zijn van het werkprogram. In het bijzonder zal aandacht dienen te worden besteed aan de Vlaamse inwijkelingen in Brussel, die zo vaak om economische redenen hun plichten tegenover hun moedertaal verzaken. Deze sociale en sociologische druk dier Vlaamse ouders moet nog doorbroken worden.
Een andere taak van het V.O.C. is de verdediging van het Nederlands onderwijs, door eerbiediging van de wet en dus protest bij elke vermeende overtreding van de respectievelijke taalwetten voor Brussel en voor de handhaving van de Nederlandse taal, in het leven roepen. | |
Is Vlaanderen in Brussel zelf schuldig?In ‘De Brusselse Post’ van 15 juni wordt een Open brief gepubliceerd van een Vlaming tot een Vlaming, maar dan liefst een die er geen lichtgeraakte ziel op nahoudt.
De brief begint met een verwijzing naar de vele marsen op Brussel, naar de manifestaties bij de IJzerbedevaart, bij de vele protesten die van alle kant en zonder pauze te horen zijn. Want wij zijn een volk van demonstraties, marsen enz. en zo zullen wij dus ook weer gaan protesteren tegen plannen van een Belgische minister om Vlaamse schouwburgen te sluiten en de subsidies aan de Vlaamse film te schrappen! En dat zou immers de dood betekenen aan alle Nederlands cultuurleven.
Maar, vervolgt de Vlaamse schrijver, die het verhaaltje van die minister uit zijn duim heeft gezogen, is die Nederlandse cultuur in Brussel wel iets en wat doen de Brusselse Vlamingen eigenlijk om die cultuur te steunen en te bevorderen?
Als voorbeeld van het feit, dat het met de Nederlandse cultuur in Brussel de dood in de pot is, noemt hij een voorstelling van de film ‘Het Afscheid’, waar... tien man aanwezig waren. Tien man voor een Vlaamse film! Men begrijpt dat na zo'n opkomst de kansen om in die zaal nog ooit een Vlaamse of Nederlandse film vertoond te krijgen verkeken is.
Een van Nederlands beste cabaretiers, Jaap van de Merwe, kreeg in de Beursschouwburg met zijn ‘Olifant met lange snuit’: ...welgeteld zestien belangstellenden.
Wat zou het een verbetering in de toestand brengen, op het gebied van het schouwburgbezoek, indien die 150.000 ‘naar Brussel-marsjeerders’ elk jaar 1 of 2 keer naar Brussel kwamen om naar een Vlaamse schouwburg te gaan! Of als alle Vlaamse verenigingen in Brussel en randgemeenten in hun jaarprogramma's een viertal bezoeken aan schouwburg of bioscoop brachten. Dàn hadden wij een bloeiend Nederlands theaterleven te Brussel en dàn had ònze cultuur in Brussel een prestige, waar de Franstaligen naar op zouden kijken en dan ook kregen die lauwe Vlamingen met Frans vernisje wat meer respect voor de eigen cultuur.
Dit schrijft een Vlaams plaatselijk Davidsfondsvoorzitter; hij heeft zijn pen wel in de gal gedoopt.
De redactie van ‘De Brusselse Post’ tekent hierbij aan, dat die Open brief bij vele Vlamingen wel hard zal aankomen, maar de DF-voorzitter heeft willen aantonen, dat de Vlaming bij alle plaatselijke manifestaties: IJzerbedevaart, Gouden Sporenslag, en zoveel andere manifestaties meer bij de hand is, maar daar blijft het dan meestal bij en dan wordt het voor het prestige van het Nederlands te Brussel wel heel bedenkelijk.
Met betrekking tot het schouwburg- en bioscoopbezoek lijkt het wel - zo besluit de redactie - alsof de Vlaming als enkeling en los van enig groepsverband, geen belangstelling heeft voor culturele prestaties. Culturele onrijpheid of gebrek aan persoonlijk initiatief?
‘De Brusselse Post’ meent dat in het algemeen de DF.-voorzitter met zijn Open brief, voor wat de kern van zijn betoog betreft, volkomen gelijk heeft. | |
De taalwetten en StraatsburgWij mogen veronderstellen dat onze lezers zich herinneren de beslissing in Straatsburg gevallen, die het Hof bevoegd verklaarde kennis te nemen van de klachten van Franstalige Belgen tegen de taalwetten van hun land.
Zou uiteindelijk het Hof zich uitspreken dat de taalwetten in hun huidige vorm in strijd zijn met de rechten van de Mens, dan zou, indien de Belgische regering achter zo'n uitspraak ging staan, voor regeling van de taalproblemen in België een andere wet in het leven moeten worden geroepen. En dàt nemen de Vlamingen niet en terecht!
Premier Vanden Boeynants heeft nà de laatste kabinetsraad medegedeeld dat de regering beslist heeft de erkenning van de bevoegdheid van het Europese Hof voor de Konventie van de rechten van de Mens in Straatsburg voor twee jaar te hernieuwen. Minister Van Elslande kreeg opdracht met de overige lidstaten van de Konventie onderhandelingen te beginnen ter goedkeuring van een interpretatief aanvullend protokol.
De toepassing van de konventie voor de rechten van de Mens, zo luidde het communiqué dat de premier na de kabinetsraad voorlas, kan problemen scheppen omdat het werk in het raam van de konventie een nieuwigheid is in het internationaal recht en de toepassing aanleiding geeft tot meningsverschillen over de interpretatie van de teksten.
Om die reden hebben sommige lidstaten trouwens voorbehoud gemaakt t.a.v. bepaalde artikelen, en hebben andere de rechtsprekende bevoegdheid van het Europese Hof zelfs helemaal niet erkend.
De regering heeft de minister van Europese zaken opdracht gegeven dadelijk onderhandelingen te beginnen met alle lidstaten van de Konventie om een algemene oplossing te zoeken. Ze zal haar kollega's van de andere landen meedelen, dat ze wenst dat die besprekingen, die in het ministerkomitee zullen beginnen, snel tot een konklusie komen.
Desgevraagd verduidelijkte de premier dat de regering meent dat gebleken is dat over de interpretatie van bepaalde artikelen uit de Europese konventie diepgaande meningsverschillen bestaan en dat het daarom nodig is dat de partijen bij de Konventie een autentieke interpretatie geven.
‘De Standaard’ van 19 juni tekent hierbij aan:
Minister Van Elslande kreeg opdracht met de overige lidstaten van de Konventie onderhandelingen te beginnen over een interpretatief aanvullend protokol. De regering wenst dat die onderhandelingen snel tot een resultaat zouden leiden. De lidstaten kunnen het overleg niet weigeren, te meer daar de meesten onder hen de Konventie slechts voorwaardelijk ondertekenden en de bevoegdheid van het Hof aan beperkingen onderwerpen.
De opzet van de regering is duidelijk. In de lijn van de gedachtengang, destijds ontwikkeld door minister Spaak in het parlement, wil zij in een protokol doen vastleggen, dat het Europese Hof niet bevoegd is voor bepaalde problemen zoals de Belgische taalwetgeving, die een essentieel bestanddeel uitmaakt van de staatsstruktuur.
De regering heeft aldus een verstandige en diplomatieke houding aangenomen. De eerste minister die de kwestie persoonlijk en van zeer dichtbij volgt, beseft hoe politiek geladen ze is. Hij zal ook wel weten dat het absoluut onmogelijk is, op grond van welke internationale rechtsspraak dan ook, een wetswijziging in België door te voeren die ingaat tegen de wil en de belangen van de Vlaamse gemeenschap. |
|