Sterke band tussen Zuidafrikaanse literatuur en de stamlanden
Voor de Vlaamse Club te Brussel hield prof. dr. A.P. Grové, directeur van het Departement Afrikaanse letterkunde aan de universiteit te Pretoria, die voor enkele maanden op bezoek in Europa is, een lezing over ‘de literaire verhoudingen tussen Zuid-Afrika en Noord- en Zuid-Nederland’.
In de Zuidafrikaanse poëzie, waarmede hij zich in het bijzonder bezig hield, ziet spreker nog veel verwantschap met Nederland en Vlaanderen.
De Nederlandse literatuur acht hij de traditie waaruit de Zuidafrikaanse dichtkunst kon leven.
De Zuidafrikaanse taal en letterkunde noemde prof. Grové een spruit van het zeventiende-eeuwse Nederlands.
Verscheidene Zuidafrikaanse literatoren hebben trouwens in Vlaanderen of Nederland hun taalkundige vorming gekregen. Vlaamse literatuur wordt in Zuid-Afrika graag gelezen.
De eigentijdse Nederlandse dichtkunst wordt meer en meer een studie-onderwerp aan de universiteiten in Zuid-Afrika.
In de dichtwerken van Van Wijk Louw, Elisabeth Eybers, Vasalis en Ernst van Heerden blijkt duidelijk de sterke verwantschap met de Nederlandse dichtkunst.
Streuvels heeft bevruchtend gewerkt op C.M. van den Heever. De poëzie van Da Costa, Bilderdijk, maar vooral ook van Gezelle, Boutens, Gossaert, Roland Holst, Van de Woestijne en Van Ostayen heeft sterke invloed op de Zuidafrikaanse dichtkunst uitgeoefend.