Autonomie
Prorector De Somer riep, dadelijk na het verschijnen in het staatsblad van het Organiek Reglement, de pers bijeen in tegenwoordigheid van de academische raad en commissaris-generaal Leemans.
De prorector zei, dat het tijdperk van de Franse universiteit met Vlaamse leergangen nu was afgesloten.
De Nederlandstalige afdeling bestaat, met uitzondering van één priester, de vicerector, geheel uit leken.
Er blijft echter maar één Leuvense façade, d.i. de K.U.L., Daarachter zien we nu twee volstrekt autonome afdelingen, die dus eigen financiën hebben, een eigen bestuur en eigen organen, eigen procedure van benoemingen.
De overheveling van de Franstalige afdeling naar Waver, een punt dat bij de Nederlandstaligen heel zwaar weegt, laten de bisschoppen over aan de academische overheid en aan de politici. De Kamers zullen daarvoor immers belangrijke credieten moeten toestaan.
Wij kunnen naar aanleiding hiervan nog mededelen, dat in het staatsblad van donderdag 13 oktober de koninklijke besluiten zijn gepubliceerd, waarin o.a. de voorschriften op onteigening ten algemenen nutte van toepassing worden verklaard op de stad Waver ten behoeve van de katholieke universiteit Leuven, waarvoor nl. een terrein van ± 200 ha wordt gereserveerd.
Prorector De Somer merkte bij de opening van het nieuwe academiejaar op, dat, ondanks de grote vooruitgang op het gebied van het Nederlands onderwijs, gedurende de laatste decennia de Vlamingen er nog niet in geslaagd zijn een cultureel en sociaal milieu tot stand te brengen, dat voldoende hoogstaand is om de eigen elite vast te houden. Hij wees erop, dat de invloed en de sociale druk van de Franssprekende bovenlaag in de Vlaamse steden aanzienlijk blijft en dat de Vlaamse inwijkeling in Brussel nog steeds wordt verfranst. Deelneming aan hoger onderwijs ligt voor de Nederlandstaligen op een niveau dat 50% lager is dan bij de Franstaligen; 2612 studenten uit het Vlaamse landsgedeelte liepen in 1965-1966 college aan Franstalige universiteiten.
T.a.v. de overheveling van de Franstalige afdeling van Leuven naar Wallonië meent ook hij, dat deze kwestie naar het politieke vlak dient te worden verwezen. Niemand mag z.i. de universiteit vragen de politieke kastanjes uit het vuur te halen.
Hij deed tenslotte een ernstig beroep op alle groeperingen om de sereniteit te herstellen in het academisch leven en vertrouwen te stellen in de leden van de Academische Raad en de curatoren van de afdelingen.