De polylinguale literatuur van de Nederlandse (bovenwindse) Antillen
Z.Exc. mr. N. Debrot, gouverneur van de Nederlandse Antillen, heeft onlangs op Aruba een lezing gehouden over het hierboven aangegeven onderwerp. De redactie van de ‘Amigoe’ heeft - met toestemming van de gouverneur - de integrale tekst van diens lezing in haar nummers 12, 17 en 19 augustus gepubliceerd.
Uit deze tekst, die te omvangrijk is om geheel in ‘Neerlandia’ te publiceren, maar te belangwekkend om er aan voorbij te gaan, is een uittreksel gemaakt, dat het betoog van mr. Debrot toch zoveel mogelijk op de voet volgt. Zoals de meeste lezers wel zullen weten, is de schrijversnaam van deze gouverneur Cola Debrot.
De polylingualiteit noemde mr. Debrot een aspect dat tot de wezenlijke kenmerken van de Antilliaanse literatuur, maar ook van de Antilliaanse cultuur behoort. Hij wil dat er onderscheid wordt gemaakt tussen een polylinguale natie en een polylinguale samenleving.
Als voorbeeld en ter verduidelijking van zijn opmerking verwees hij naar Zwitserland, bewoond door een polylinguale natie. Deze Helvetische republiek is een federatie van kantons die respectievelijk Duits, Frans en Italiaans spreken. Zwitserland is dus polylinguaal, maar de Zwitsers zijn ééntalig. Zwitserse schrijvers behoren, al naar de kantons van hun vestiging, tot de Franse, Duitse of Italiaanse taal- en cultuursfeer.
In de Antillen nu bestaat een polylinguale samenleving. Dat betekent dat de individuen polylinguaal zijn, dat de individuen in verschillende taalsferen leven, in de sferen nl. van het Papiaments, Spaans en Nederlands leven.
Die fusies van talen en culturen komen zeer duidelijk - en begrijpelijk - in de Antilliaanse literatuur tot uiting.