Neerlandia. Jaargang 70

Nederland

Afscheidsontvangst van de ambassadeur van Belgie

Op 16 september werd door 54 organisaties en instellingen, waaronder ook het A.N.V., in de rookkamer van de Tweede Kamer der Staten-Generaal afscheid genomen van de Belgische ambassadeur F.X. baron van der Straten-Waillet en zijn echtgenote. Nadat het Hilvarenbeeks Jongenskoor enkele Brabantse en Belgische liederen ten gehore had gebracht, werd de scheidende ambassadeur, bij monde van de heer J.P.M. Meuwese, burgemeester van Hilvarenbeek, het ereburgerschap van die gemeente aangeboden.

Als waardering voor en herinnering aan zijn jarenlange vertegenwoordiging van zijn land in Nederland, overhandigde dr. J.E. de Quay, oud-minister-president, namens de organisaties een schilderij van de zeventiende-eeuwse schilder Jan Buesems en een zilveren theeservies uit de negentiende eeuw.

Met het A.N.V. naar de Zuid-Vlaamse kultuurdag in Ekelsbeke

Een 50-tal leden van Noordnederlandse afdelingen, hoofdzakelijk uit 's-Gravenhage, Noord-Brabant en enige deelnemers uit Utrecht, Amsterdam en Rotterdam hebben in het weekeinde van 3, 4 en 5 september jl. een zeer geslaagde bustocht gemaakt naar Ekelsbeke (nabij de Casselberg), dit ter gelegenheid van de 5e Zuidvlaamse Kultuurdag in Ekelsbeke op 4 september.

De eerste dag werd een bezoek gebracht aan Leuven, waarbij als eerste punt op het programma stond een bezoek aan de R.K. universiteit. Het gezelschap werd ontvangen en rondgeleid door dr. Edmond

[p. 162]

de Goeyse, directeur van de afdeling Public Relations van de universiteit.

's Middags reden de bezoekers via Tervuren en Zuid-Brussel naar het staatsdomein kasteel Gaasbeek, waar de onlangs overleden schrijver Maurice Roelants conservator en kasteelheer is geweest.

De tweede dag werd vanuit Kortrijk een grote rondrit gemaakt door Frans-Vlaanderen, via Rijssel (waar een bezoek werd gebracht aan de oude Beurs uit de 17e eeuw, het fraaiste Vlaamse bouwwerk in Noord-Frankrijk), Hazebroek en St. Omaars. Daarna ging de tocht naar Ekelsbeke, alwaar onder zeer grote belangstelling (de zaal Vandersluys was tot de laatste plaats bezet) de Kultuurdag werd gehouden, voorgezeten door de hulpbisschop van Rijssel, Mgr. M. Dupont, voorzitter van het Comité flamand de Frans. (Voor een verslag van deze cultuurdag verwijzen wij u naar het vorige nummer van ons blad, blz. 142.) De derde en laatste dag werd een korte wandeling gemaakt door Kortrijk, waarna werd doorgereden naar Brugge, alwaar het middagmaal werd genuttigd. Via het veer Breskens-Vlissingen ging de tocht naar Goes, waar in de Korenbeurs op de Markt het afscheidsdiner werd gebruikt, waaraan als eregast aanzat de burgemeester van Goes, mr. F.G.H. Huber. Dankbaar en voldaan keerde men daarna weer huiswaarts, in het besef een klein steentje te hebben bijgedragen in het versterken van de banden tussen Noord en Zuid.

De reis en de organisatie stond onder leiding van de secretaris van de Haagse afdeling, de heer P. Burger. Dankbaar zijn wij ook voor de medewerking van dr. Alb. van de Poel, voorzitter van de afdeling Noord-Brabant, die de deelnemers gedurende deze tochten op de hem bekende wijze veel over de geschiedenis en bijzonderheden over de bezochte steden in Vlaanderen wist te vertellen.

Culturele grenscontacten

De burgemeester van Westervoort, voorzitter van de Gelderse werkgroep Culturele Grenscontacten, heeft op een samenspreking te Münster de wenselijkheid beklemtoond te komen tot een ‘centraal punt’, waar informaties inzake grenscontacten zouden kunnen worden uitgewisseld.

Hij zou dat centrale punt ook een ‘gezamenlijk secretariaat’ willen noemen. Vanuit dat steunpunt acht hij een juistere spreiding mogelijk van de verschillende culturele evenementen over het gehele grensgebied en ook een betere verdeling van de financiële lasten.

Een gezamenlijk secretariaat zou ook met meer en beter resultaat overleg kunnen onderhouden met de Nederlandse rijksoverheid en met de Gemengde Comissie van het Cultureel Verdrag.

De culturele grenscontacten blijven een onderdeel van het geheel van culturele betrekkingen tussen Duitsland en Nederland en zijn daarom van zo groot belang.