De dagbladpers in Zuid-Afrika
Het ontstaan en de groei van een vrije dagbladpers in de hedendaagse Republiek van Zuid-Afrika dateert uit de dagen van de tweede Britse bezetting van de voormalige Kaap Kolonie aan het begin van de vorige eeuw.
Vóór die tijd, namelijk in 1795, tijdens de eerste Britse bezetting heeft een zekere H.H. Smith pogingen aangewend tot stichting van de eerste drukkerij te Kaapstad. Hij slaagde er echter niet in de nodige vergunningen van de overheid te verkrijgen. Het is echter waarschijnlijk dat zijn pogingen anderen ertoe aangespoord hebben ook in die richting te gaan denken. In 1800 werd de firma Walker en Robertson vergunning verleend de ‘Kaapsche Stads Courant’ en de ‘Cape Town Gazette and African Advertiser’ uit te geven. De eerste uitgaven zagen op 16 augustus van dat jaar het licht.
Klaarblijkelijk heeft de overheid destijds geen genoegen genomen met de gang van zaken. Binnen korte tijd werd het tijdschrift door de overheid overgenomen, een bedrag van 20.000 gulden aan Walker en Robertson als vergoeding uitgekeerd en de drukpers in het overheidsgebouw geplaatst, waar deze gebruikt werd voor het drukken van ambtelijke stukken. In zekere zin kan de Kaapsche Stads Courant / Cape Town Gazette and African Advertiser dus beschouwd worden als de voorloper van de hedendaagse Staatscourant/Governement Gazette, waarin alle officiële kennisgevingen gepubliceerd worden.
De eerste pogingen tot stichting van een vrije pers hebben dus weinig betekenis opgeleverd, want tot 1824 is al het drukwerk van de Kaap door de overheid uitgevoerd.
Dank zij de ijver en het doorzettingsvermogen van mensen als John Fairbairn, Abraham Faure, Thomas Pringle en anderen in hun strijd tegen het optreden van de autoriteiten, vooral van Gouverneur Lord Charles Henry Somerset, is toch uiteindelijk op 31 augustus 1825 een onafhankelijke, vrije pers tot stand gekomen.
Aan dit feit is een interessant stuk geschiedenis verbonden. Lord Charles Somerset was in vele opzichten geliefd, omdat hij zoveel voor de plaatselijke bevolking gedaan had - vooral voor diegenen die de landbouw uitoefenden. De Britse immigranten, die in 1820 in groten getale naar de Oostelijke Kaapkolonie gekomen waren, hebben dan ook tijdens hun vele ontberingen in Lord Charles Somerset een goed vriend gehad. Aan de andere kant werd zijn periode als gouverneur ook gekenmerkt door moeilijkheden, die hoofdzakelijk toegeschreven kunnen worden aan het optreden van zijn superieuren. Bovendien is hij herhaaldelijk door de Engelse overheid beschuldigd van het besteden van overmatige hoeveelheid geld aan de Kaapkolonie en van het met niet voldoende omzichtigheid te werk gaan op financieel gebied. Anderzijds heeft hij zich beijverd voor de stichting van enkele dorpen en nog vandaag herinneren namen van dorpen (steden) als Somerset-West, Somerset-Oost, Beaufort-West en Fort Beaufort aan de drijfkracht en het doorzettingsvermogen van deze gouverneur.
Lord Charles Somerset was echter een verbeten tegenstander van een vrije drukpers en de strijd, die tussen hem en Thomas Pringle, Fairbairn en Faure ontbrandde, heeft dan ook op de lange duur het einde van zijn loopbaan als goeverneur betekend.
In 1823 hebben Thomas Pringle en Abraham Faure pogingen in het werk gesteld een maandblad uit te geven. Aanvankelijk slaagden deze niet, doch zij zijn voortgegaan met hun streven om vrijheid van drukpers te verkrijgen. In 1824 hebben zij tegen de wil van gouverneur Somerset, doch met goedkeuring van de Britse secretaris voor Koloniën te Londen, toestemming verkregen te beginnen met het uitgeven van de ‘South African Commercial Advertiser’. De eerste uitgave verscheen op 7 januari 1824, doch aan Lord Somerset is het te wijten dat de zaken voor de uitgevers niet vlot verliepen. Op gezag van de gouverneur werd de publikatie zelfs gestaakt, de drukkerij gesloten en drukker George Greig uit het land verbannen. De gouverneur had echter geen rekening gehouden met het doorzettingsvermogen van de uitgevers. Zij hebben ervoor gezorgd, dat het optreden van de gouverneur onder de aandacht van de overheid te Londen werd gebracht, met het gevolg dat hun tijdschrift op 31 augustus weer verschijnen kon en wel met de bekende John Fairbairn als hoofdredacteur.
De gouverneur werd naar Londen ontboden om rekenschap af te leggen van zijn strijd tegen en onrechtvaardige behandeling van Thomas Pringle en John Fairbairn. Lord Somerset besloot liever ontslag te nemen.
De strijd, die Pringle, Faure, Fairbairn en hun ondersteuners gevoerd hebben tegen een autoritaire gouverneur en hun welslagen in 1825, worden vandaag in Zuid-Afrika algemeen beschouwd als het tijdperk, waarin de vrijheid van drukpers in Zuid-Afrika werkelijkheid geworden is.
Van die tijd af is het aantal kranten en tijdschriften geleidelijk aan toegenomen. Aanvankelijk verschenen er vele kleine kranten, die echter als gevolg van gebrekkige financiën weer van het toneel moesten verdwijnen. Na verloop van tijd gelukte het een aantal kranten zich te handhaven. Zo werd bijvoorbeeld een van de oudste dagbladen, The Cape Argus, in 1857 te Kaapstad gesticht. Nu is deze krant één van een groep sterke, toonaangevende kranten, in de omgangstaal bekend als The Argus Group, die o.a. de volgende dagbladen omvat: The Cape Argus (Kaapstad), The Star (Johannesburg),