Neerlandia. Jaargang 70

Kroniek

Noord-Zuid

De toekomst van Zeeland

Wanneer er sprake is van de toekomst van Zeeland kan het achterland: Antwerpen, Gent en omgeving daar niet buiten blijven. Immers deze beide havensteden hebben de Zeeuwse wateren nodig om hun uitvoerprodukten over zee te verschepen en hun invoer in ontvangst te nemen.

In ‘Tijd’ van 8 april troffen we een opmerkelijke visie aan van drs. B.J. Udink, directeur van de Centrale Kamer van Handelsbevorderingen en lid van de Rijnmondraad in Europoort, op de toekomst van Zeeland.

Daar indertijd in ‘Neerlandia’ in de serie over ‘De Nederlandse provincies’ ook een zeer lezenswaardige bijdrage werd opgenomen over Zeeland menen wij over de inzichten van drs. Udink in ons maandblad niet te kunnen zwijgen.

Drs. Udink ziet dan, om te beginnen, voor Zeeland een grandiose toekomst in het verschiet en dat wel in de eerste plaats vanwege de ‘overloop’ uit Antwerpen en Gent, twee havenplaatsen, die uiteraard begrijpen dat hun haven- en industriegebieden behoren bij het Westerscheldebekken. Hij projecteert dan meteen maar een oliepijpleiding van Antwerpen naar Vlissingen.

Verder ziet hij naast de randstad Holland, een randstad-Zeeland, reikende van Rotterdam tot aan Antwerpen, waarvoor de provinciale besturen van Zuid-Holland, Zeeland, Antwerpen en de beide Vlaanderen gecoördineerde plannen zullen dienen te maken. In die randstad wonen dan tegen 2000 wel een miljoen mensen, naar zijn schatting.

De Zuidhollandse en Zeeuwse eilanden en noordwestelijk Noordbrabant zijn de toekomstige woonoorden voor de werkgebieden van Europoort en het Westerscheldebekken.

Drs. Udink is ervan overtuigd dat voor Europoort ook Voorne-Putten zullen worden ingeschakeld, daar het havencomplex van Rotterdam z.i. driemaal de huidige omvang zal krijgen met een goederenverwerking tot zeker 300 miljoen ton, instede van de 120 ton van nu.

Aan het slot van dit verslag memoreert ‘Tijd’ nog, dat de commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, dr. C.N.M. Kortmann, op een voorlichtingbijeenkomst o.a. had gewezen op de grote mogelijkheden van het Reimerswaalplan, het haven- en industrieproject in de Oosterschelde bij Bergen op Zoom, dat reeds de principiële goedkeuring heeft van de Nederlandse overheid en een duwvaartkanaal door Zuid-Beveland voor de schepen uit Gent en Terneuzen.

[p. 85]

De verwezenlijking van deze grootse plannen, aldus ‘Tijd’, zouden zeer bevorderd kunnen worden door ‘een duw in de Brabantse en Zeeuwse ruggen van Rotterdam’.

Eenheid in de spelling

De Belgische minister van Europese zaken en Nederlandse Kultuur, R. van Elslande heeft in een interview in de Gazet van Antwerpen verklaard dat hij verwachtte dat de eenheid van spelling van het Nederlands in Nederland en Vlaanderen nog dit jaar een feit zou worden. Hij voegde er aan toe dat voor een algemene vereenvoudigde spelling de moeilijkheden in Nederland groter zijn dan in België, waar een koninklijk besluit volstaat waar in Nederland de goedkeuring van het parlement vereist is.

Minister van Elslande meende, dat er vooruitgang in de kwestie is. Binnenkort hoopte hij daarover contact met zijn Nederlandse collega op te nemen.

De minister verklaarde er een voorstander van te zijn kwesties als deze te doen bepalen door het politiek gezag. De beslissing zou moeten worden overgelaten aan een soort van ‘Algemene Nederlandse Akademie’. ‘Een dergelijke stichting is een oude droom. De naam is nog niet vastgelegd. Maar een soortgelijk Nederlands-Vlaams instituut moet er komen’.

Hij vroeg zich af, waarom men niet kan komen tot een gezamenlijk Nederlands-Vlaams T.V.-programma, om de culturele integratie tussen Vlaanderen en Nederland te bevorderen. Een ideaal noemde hij verder nog de gelijkschakeling van de onderwijsdiploma's waardoor men tot een uitwisseling van onderwijskrachten zou kunnen komen. Maar de vervulling van dat ideaal zag hij op korte termijn nog niet.