Campinia Academica
Hulde Dr. P. Janssen.
Sinds de sedert twee seizoenen hernieuwde werking van Campinia Academica, nu in het kader van V.V.A., werden in de reeks der gewone maandelijkse vergaderingen reeds een paar suksesvolle samenkomsten genoteerd. Nadat in november ll. de Ambassadeur van Zuid-Afrika, Dr. F.S. Steijn, voor een zeer talrijk opgekomen publiek de politiek van zijn land heeft toegelicht, werd vorige maand hulde gebracht aan een Kempens wetenschapsman met internationale faam: Dr. Paul Janssen en dat ter gelegenheid van de toekenning van de C.W. Scheele-prijs te Stockholm in december vorig jaar.
Na een hartelijke verwelkoming door Mr. Anthonis die het waarom van de hulde - internationale erkenning, maar ook daadwerkelijk medewerker aan de industrialisatie van de Kempen - uiteenzette, gaf Dr. Bert Hermans, scheikundige aan het onderzoeklaboratorium Janssen, een overzicht van de geschiedenis van het geneesmiddel met daarbij vooral een verklaring over de manier van werken in een research-centrum, over de wijze waarop een nieuw geneesmiddel tot stand komt.
De oud-Kempenaar, Dr. E. van Thillo, mede onder wiens initiatief Campinia Academica haar huidige werking twee jaar geleden hernam, hield dan de gelegenheidstoespraak, waarin hij naast de geschiedenis van de firma Janssen de daarmee gelijklopende wetenschappelijke loopbaan van de gehuldigde belichtte. In een gemoedelijke uiteenzetting betrok hij in zijn hulde al wie maar van ver of van nabij familielid of medewerker van Dr. Janssen is, en tot slot gaf hij een overzicht van de geneesmiddelen die na 10 jaar research met veel sukses de geneeskundige markt bereikt hebben.
In zijn dankwoord wees Dr. Janssen op de familiale hulp, die hij steeds gehad heeft en sprak hij met veel waardering over zijn medewerkers, van wie hij wel de drijfkracht wilde zijn, maar zonder wie hij alles nooit zou hebben kunnen verwezenlijken.
Tenslotte wees hij erop dat men vertrouwen moet durven stellen in de jeugd - hij was immers zelf op nog geen 30-jarige leeftijd direkteur van een opzoekingscentrum - en dat men moet leren inzien, dat ook eigen mensen iets kunnen verwezenlijken, als men ze maar mogelijkheden biedt; dat alles moet dan ook dienen als argument om ook van overheidswege het wetenschappelijk onderzoek te stimuleren.
Hiermee besloot een van de meest geslaagde Campiniaavonden, die in dit seizoen nog zal worden gevolgd door een uiteenzetting van Prof. Dr. Derine over ‘Aktuele Universitaire knelpunten’, en een van de heer E. Troch over ‘Buitenlandse politiek’, en door een forum-gesprek over het Concilie door Dr. L. Meerts en Prof. Bronkhorst. In de maand mei besluiten we met een speciale vergadering ons tweede seizoen.
GOUW ANTWERPEN richt in de maand april de volgende samenkomsten in:
5 april: Dr. jur. S. Szondi, gemeenteraadslid te Etterbeek: ‘Eer Brussel vergaat’. |
|
19 april: Jef Deleu: ‘Frans-Vlaanderen’. |
|
26 april: Mej. Drs. An Martens: ‘Het Raadsel van de Etruriërs’. |
|
30 april: Bezoek aan de Deltawerken. |
De eerste samenkomst van mei (3 mei 1966) laat de Eerw. Heer Jan Hellinckx en de Heer A. Dries aan het woord, het beeld en de klank over: ‘Italië en de vuurbergen’.