Neerlandia. Jaargang 70

Het probleem Leuven

Naar aanleiding van verschillende verklaringen in verband met de struktuur en de expansie van de K.U.L. deelde het aartsbisdom Mechelen-Brussel door bemiddeling van het agentschap C.I.P. mee (25-1-'66), dat de bisschoppen slechts beslissingen in verband met Leuven zullen treffen nadat de kommissie ad hoc haar voorstellen zal hebben ingediend. Inmiddels sturen de Franstalige leden van deze kommissie er sterk op aan de beslissingen te nemen, die strijdig zijn met de Vlaamse belangen en met de beginselen die door de Vlaamse professoren en de Vlaamse verenigingen vooropgesteld werden.

Ten aanzien van recente verklaringen afgelegd door de Franstalige professoren en gezagsdragers en wegens de dubbelzinnige en tegenstrijdige uitspraken van kardinaal Suenens en bisschop De Smedt, vragen wij een nieuwe en ondubbelzinnige uitspraak van de Belgische bisschoppen alsook een nauwkeurige omschrijving van de taak en de bevoegdheid der kommissie Leemans-Aubert. Wij herinneren hierbij aan het standpunt van het V.V.A. terzake en meer bepaald aan het belangrijk territoriaal aspekt van het probleem.

1.	Te Leuven moet een zelfstandige en volledig Nederlandstalige universiteit opgericht worden, met eigen rektor, eigen budget en eigen beheer.
2.	Aangezien de aanwezigheid van een Waals-Brusselse universiteit te Leuven een bestendige en aktieve haard van verfransing is, is het noodzakelijk dat de katolieke Franstalige universiteit, die zich thans nog te Leuven bevindt, zich volledig in het Franstalig landsdeel gaat vestigen.

[p. III]

3.	In dat verband dient uitdrukkelijk gewezen te worden op het verfransingsgevaar voor Vlaams-Brabant door een vestiging van een Waals-Brusselse universiteit te Woluwe en te Waver, aan de rand van Groot-Brussel. De vestiging van een uitsluitend Franstalige fakulteit te Woluwe is daarenboven strijdig met de taalwet, die bepaalt dat Sint-Lambrechts-Woluwe tweetalig gebied is.
4.	De overheveling van de Franstalige fakulteiten uit Leuven naar Woluwe en naar Waver geeft aan de katolieke Walen niet de Waalse universiteit waar zij recht op hebben, zoals o.m. gevraagd werd op het kongres van de Renovation Wallonne van 5 februari 1966.
5.	De verwijdering van een groot deel der Vlamingen uit Leuven naar steden die ver van Leuven gelegen zijn, terwijl alle Franstaligen binnen de driehoek Woluwe-Leuven-taalgrens (Waver) blijven, komt neer op een verwezenlijking van de driehoek van Mgr. Descamps, rektor, en bereidt de opslorping voor van Leuven door ‘le très grand Bruxelles de l'avenir’ van prof. Woitrin, sekretaris-generaal en algemeen beheerde. Wist prof. Garitte het dan toch toen hij te Charleroi verklaarde dat niet de Walen, maar de Vlamingen Leuven zouden moeten verlaten?
6.	Weliswaar is deze spreiding in overeenstemming met de wet van 9-4-'65. De Vlaamse parlementairen, die deze bepalingen van de wet op de universitaire expansie (art. 1, § 3) goedkeurden, bepalingen die, wat Leuven betreft, er blijkbaar ingelast werden op verzoek van het Belgisch episkopaat, hebben daardoor de mogelijkheid van die verfransende driehoek in Vlaams-Brabant geschapen. Het was een spijtige vergissing die de schadelijke gevolgen van Hertoginnedal nog kan verergeren door het verfransende Brussel weer eens uit te breiden, ditmaal in de richting van Leuven, en het tevens een vaster en breder kontakt met Wallonië te geven. Voor het behoud van Vlaams-Brabant is het noodzakelijk die fout in een aanvulllende of in een nieuwe wet zo vlug mogelijk te herstellen.

De Centrale Raad van het Verbond der Vlaamse Academici (V.V.A.) in vergadering te Brussel op 5 februari 1966.