A.N.V. Nieuws
Verslag van de jaarlijkse algemene verbondsvergadering, gehouden te Genk (Provincie domein Bokrijk) op zaterdag 15 mei 1965
Onder leiding van de voorzitter van het Algemeen Nederlands Verbond, de heer F. Koote, had op 15 mei de jaarlijkse algemene verbondsvergadering plaats in het restaurant ‘Dennenhof’, gelegen op het provincie domein Bokrijk te Genk. Deze vergadering werd bijgewoond door 70 leden. Dr. L. Roppe, gouverneur van Belgisch Limburg, toonde zijn belangstelling door zijn aanwezigheid gedurende de gehele bijeenkomst.
De voorzitter opende de vergadering met een herdenking van de kortgeleden overleden schrijver en een trouw A.N.V.-lid Lode Baekelmans. Deze herdenkingsrede werd door alle aanwezigen staande aangehoord.
Na deze korte plechtigheid heette de voorzitter alle aanwezigen van harte welkom, waarbij hij zich in het bijzonder richtte tot dr. Roppe, die voor de eerste maal een algemene verbondsvergadering bijwoonde.
Vervolgens gaf de voorzitter een korte samenvatting van de op 27 februari gehouden bijzondere algemene verbondsvergadering in het kasteel Bouvigne te Breda, des middags gevolgd door een studiebijeenkomst geleid door dr. Piryns, plv. voorzitter voor Zuid-Nederland. Hoewel deze studie bijeenkomst nog geen tastbare resultaten heeft opgeleverd, heeft het dagelijks bestuur zich reeds met enkele onderwerpen beziggehouden, waaronder het aantrekken van de jongeren, het verspreiden van de Nederlandse cultuur in den vreemde en het beschikbaar stellen van sprekers voor de afdelingen.
Over het bereiken van de jongeren was de voorzitter wat optimistischer gestemd dan voorheen, zonder echter de moeilijkheden, die nog overwonnen moeten worden uit het oog te verliezen. Een stap in de goede richting doet dr. Lehembre met het organiseren van contactweken in Noord en Zuid. De afdeling Land van Waas verzorgde muziekavonden. In de oprichting van jeugdafdelingen zag de voorzitter - althans wat Noord-Nederland betreft - voorlopig geen heil.
Ook de activiteiten van het A.N.V. ten aanzien van contacten met Nederlanders in het buitenland voornamelijk met die in Brazilië en Argentinië, leverden goede resultaten op; deze contacten zullen in de toekomst worden uitgebreid. Op het gebied van activering van cursussen Nederlands in den vreemde had kortgeleden een oriënterende bespreking plaats met de directeur van de bekende ‘Leidsche Onderwijsinstellingen’ in Nederland.
Voorts memoreerde de voorzitter een vraaggesprek van de Belgische minister Fayat met een redacteur van ‘De Standaard’, waarin Z.Exc. o.m. aandrong op meer culturele samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen, langs daartoe geschikte instellingen.
Over de herdenking van het 70-jarig bestaan van het A.N.V. deelde de voorzitter mede, dat dit om financiële redenen beperkt is gebleven tot een enkel artikel in ‘Neerlandia’. De afdeling Brussel, de stad waar het A.N.V. in 1895 werd opgericht, zal op 13 juni deze gebeurtenis wel feestelijk herdenken, waarbij ook het dagelijks bestuur vertegenwoordigd zal zijn.
Na dit globale overzicht gaf de voorzitter het woord aan gouverneur Roppe, die door het verlate aanvangsuur zijn woord van welkom in de Belgische provincie Limburg moest bekorten. In een kort overzicht tekende dr. Roppe de geschiedenis van het domein Bokrijk met zijn Openluchtmuseum. Voorts sprak hij zijn grote waardering uit over het feit, dat het A.N.V. onlangs Belgisch-Limburg had betrokken in de toekenning van de Visser-Neerlandiaprijzen. Ook dr. Roppe achtte het Algemeen Nederlands Verbond de meest aangewezen vereniging om de contacten en samenwerking tussen Noord en Zuid te onderhouden en te stimuleren. Dr. Roppe eindigde met de hoop uit te spreken, dat de contacten met zijn provincie zich niet uitsluitend zouden beperken tot Noord-Brabant en Nederlands Limburg.
Hierna gaf de voorzitter het woord aan de secretaris voor het uitbrengen van een algemeen verslag over de werkzaamheden van het Verbond in het afgelopen jaar.
Achtereenvolgens gaf de secretaris een overzicht van het aantal leden van het A.N.V. en van de werkzaamheden van de afdelingen in het afgelopen verenigingsjaar, waarbij moet worden geconstateerd, dat de activiteiten in Zuid-Nederland groter waren dan die - met een enkele uitzondering - in Noord-Nederland.
Voorts memoreerde spreker de gestadige groei van de jonge afdeling Noord-Brabant. Daartegenover stond de minder prettige mededeling, dat de afdeling Nijmegen moest worden opgeheven en de afdelingen Pretoria en Bonaire door bestuursmoeilijkheden tot inactiviteit zijn gebracht. Spreker deed ten slotte enige mededelingen over het Nederlands onderwijs in den vreemde. Een uitvoerig verslag over het verenigingsjaar 1964 zal binnenkort in gedrukte vorm aan alle leden worden toegezonden.
De penningmeester bracht verslag uit over de inkomsten en uitgaven in het afgelopen jaar en beantwoordde enige vragen uit de vergadering. De financiële positie van het Verbond vereiste in het afgelopen jaar weer een voorzichtig en zuinig beleid.
De voorzitter stelde vervolgens aan de orde de vervulling van drie vacatures in het dagelijks bestuur waarvoor door het hoofdbestuur aan de vergadering waren voorgedragen de heren mr. W.L. Bicker Caarten, dr. jur. G.R. Piryns en drs. H.J. Brinkman. De heer P. Korthuys zag zich door drukke werkzaamheden genoodzaakt zich niet meer voor het dagelijks bestuur beschikbaar te stellen. Als plaatsvervangend voorzitter voor Nederland droeg het hoofdbestuur voor de heer J.P.M. Meuwese, lid van het dagelijks bestuur. Op verzoek van een der aanwezigen werd over de voorgedragen personen schriftelijk gestemd, hoewel geen tegenkandidaten waren gesteld. Allen werden met meerderheid van stemmen gekozen.
De voorzitter verzocht de vergadering het hoofdbestuur te machtigen enige vooraanstaande personen aan te zoeken om zitting te willen nemen in de in te stellen adviesraad.
Nadat bij de rondvraag enkele vragen waren gesteld, sloot de voorzitter de jaarvergadering met een woord van dank aan allen voor de door hen getoonde belangstelling.
Na een gezamenlijke koffietafel in het restaurant werd de middag besloten met een korte rondgang over het domein Bokrijk en het Openluchtmuseum. De deelnemers werden daarbij deskundig voorgelicht door de heer dr. Jozef Weyns, conservator van het Openluchtmuseum Bokrijk. Gouverneur Roppe stelde het terrein kosteloos ter bezichtiging aan alle belangstellende A.N.V.'ers, waarvoor een woord van dank hier zeker op zijn plaats is.
De secretaris van de afdeling 's-Gravenhage had gezorgd voor een autobus naar Bokrijk en terug, waarvan door leden van de afdelingen Den Haag, Rotterdam, Noord-Brabant en Utrecht dankbaar gebruik werd gemaakt. Dr. Van de Poel, voorzitter van de afdeling Noord-Brabant, gaf tijdens de rit door verschillende Vlaamse steden een historische toelichting. Een kort oponthoud had plaats te Diest, waar zich het graf bevindt van Prins Philips Willem van Oranje, zoon van Willem de Zwijger.