Vlaanderen
Jaarverslag van het Vlaams actiecomite voor Volksgezondheid
Het Vlaams Actiecomité voor Volksgezondheid heeft zijn jaarverslag over 1964 gepubliceerd. Laten we vooreerst bekennen dat we verbaasd en zelfs verontwaardigd hebben opgekeken bij de lectuur van dit zeer uitvoerige document. Verontwaardigd, omdat het toch bijna ongelooflijk klinkt dat een instelling voor Volksgezondheid zich in 1964 nog voor het grootste gedeelte van haar activiteiten moet inlaten met de gezondmaking van de taaltoestanden in de gezondheidsdiensten van Brussel en het Vlaamse land. Wij zijn ons licht ter plaatse zelf gaan opsteken en wat wij daar vernomen hebben heeft ons doen inzien hoe nodig de actie van het comité feitelijk is. Als zelfs de directeur van een zeer belangrijke bankinstelling van zijn zieke vader te horen krijgt: ‘De verpleging is goed, jongen, maar ik lig hier toch zo eenzaam... er is niemand van het personeel die een woordje met mij spreken kan’, dan moeten wij ons geen illusies maken over de behandeling van de kleine man in dat zelfde Brusselse hospitaal. En in ‘De Brusselse Post’ van 15 mei lazen wij over de universiteitsklinieken te Leuven het volgende: ‘geen enkel medisch dossier is in orde met de taalwet - veel dokters die hun diensten presteren in de ziekenhuizen van de commissie van openbare onderstand voldoen niet aan de wettelijke voorwaarden om Vlaamse zieken te verzorgen - ook de mededelingen aan het publiek zijn niet in orde met de taalwet’. Wij brengen dan ook graag hulde aan de werking van het Vlaams Actiecomité voor Volksgezondheid dat, ook in 1964 weer een ganse reeks situaties in het voordeel van de Vlaamse zieken wist recht te zetten.
Het is een onbegonnen werk alle activiteiten van het comité te willen opsommen. Vermelden wij slechts dat het verslag in 7 grote delen ingedeeld is.
1. Taalevenwicht bij het personeel van het ministerie van Volksgezondheid.
2. Maatregelen uitgaande van hetzelfde ministerie.
3. (Onleesbaar) afhangend van het ministerie van Volksgezondheid.
4. Instellingen van Volksgezondheid.
5. Kommissies van Openbare Onderstand.
6. Provinciebestuur Brabant.
7. Privé-instellingen.
Op elk van die terreinen werd door de werking van het actiecomité belangrijke vooruitgang geboekt en wat even verheugend is, het jaarverslag stipt met genoegen aan dat ook op gebieden waar het comité niet rechtstreeks tussenbeide kwam vaak zeer grote vooruitgang te noteren valt. Alles samen dus een erg optimistische noot.
L.U.