[Nummer 4]
Persoonlijk inzetten
Kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen,
en herhaal ze honderd malen:
Onder alle herinneringen uit de oorlogstijd die na twintig jaar vrede in ons opkomen en waarbij wij alle malen wenen, hebben die uit onze eigen Verbondskring een ietwat bittere bijsmaak. Geen fel verzet bleek hier tegen de aanslag op onze diepste overtuigingen en rijkste cultuurgoederen. Het dagelijks bestuur ging kalm zijn gang. Het had geen ander doel dan behouden wat er was. Nadat Neerlandia weer kon verschijnen komt men slechts blijdschap tegen over het vrijkomen uit vijf jaar ellende - verwoesting, evacuatie, honger - maar niet over de herwonnen vrijheid van de geknechte geest. Geen woord over degenen, die in het verzet stonden - onder wie ook verbondsleden - en die dit ofwel met hun leven hebben moeten bekopen, ofwel kortere of langere tijd met hun vrijheid.
Wij denken er niet aan, iemand van de (meest oudere) ANV-leiders uit die jaren daarover hard te vallen. Maar het tekent de ontreddering, ook nog na de oorlog. Gelukkig heerst er thans een betere geest.
De eer, dat in de oorlog de strijdvaardige geest levend werd gehouden, komt toe aan de groepen Nederlandse Antillen en Nederlands-Indië. De eerste hield - onder leiding van de heer W. Meijer, thans in Nederland - Neerlandia in stand, van december 1940 tot het winternummer 1945; de tweede gaf ‘Nieuw Neerlandia’ uit tot dit in 1942 onder het geweld bezweek. Zij namen de fakkel over en hen gedenken wij hier in grote dankbaarheid. Over de oceanen gingen hun geestdriftige gedachten uit naar alle niet overweldigde landen van de wereld waar Nederlanders woonden.
Maar in Nederland...... ‘4 juli 1941 bracht de post het bericht van de ontbinding van het ANV’, zo lezen wij. Reeds 11 augustus 1941 wordt dit besluit ingetrokken, met de voorwaarde, dat het Verbond zich zal onthouden van werkzaamheden m.b.t. Vlaanderen. In deze intrekking en het dus voldoen aan die voorwaarde kan men moeilijk een bewijs van kracht zien. Het Nederlandse Neerlandia is van 1943 tot december 1945 niet kunnen verschijnen.
Geen enkele poging blijkt te zijn gedaan, het blad ondergronds voort te zetten.
Voor wenen is er meer reden dan tot juichen. In deze dagen van herdenken wenden wij ons maar beter van dit verleden af, om vooruit te zien. Elk voor onszelf gaan wij na, of wij ons persoonlijk zullen inzetten, wanneer opnieuw ‘het tuig uit de onderwereld de vulkanische tronen bezit’ (H. Marsman).