Hippoliet Meert
1865-1965
Hippoliet Alfons Meert werd 1 april 1865 geboren te Aalst (halverwege Brussel-Gent). Hij overleed - in ballingschap - in Middelburg 20 november 1924.
Het Algemeen Nederlands Verbond wil deze Groot-Nederlander, nu zijn honderdste geboortedag in zicht is, gedenken als de grondvester van dit Verbond en de redactie van Neerlandia wil hem bij deze gelegenheid eren als de man, die op 11 juli 1896 (Guldensporendag) het éérste nummer van het maandblad uitgaf en jarenlang Neerlandia verzorgde en zelfs de lasten van de verzending op zich nam.
Over Meert en zijn relaties met het Verbond en zijn betekenis voor de Vlaamse Beweging is veel geschreven. Wij noemen hier het Gedenkboek, uitgegeven bij het zilveren jubileum van het Verbond in 1923, voorts het jubileumnummer van Neerlandia in mei 1958, waarin Arthur de Bruyne hulde bracht aan zijn landgenoot, en het decembernummer van Neerlandia van 1924, dat een gevoelig ‘In memoriam’ bevat, gewijd aan ‘de onvermoeide en edele strijder voor de rechten der Vlamingen’. In 't Pallieterke van december en januari jl. verschenen enkele artikelen over Hippoliet Meert, waarin zijn persoon, zijn noeste arbeid op zovele gebieden, maar altijd voor Vlaanderen en de Vlamingen, weer in het volle licht werden gesteld.
Wie was Hippoliet Meert?
Een Vlaming, die van jongs af aan - in gedachten - steeds over de noordergrenzen heeft gekeken, een man, die zich heeft ingezet voor de Nederlandse taal en voor de Nederlandstaligen over de gehele wereld, die gestreden en geleden heeft om zijn moedertaal de rechten te verschaffen, die de Nederlandse taal z.i. toekwamen.
Een docent, eerst aan het stedelijk College te Ieper, daarna bij het middelbaar onderwijs te Brussel, later leraar aan het Atheneum te Gent, om in 1917, middenin de eerste wereldoorlog, na de vernederlandsing der Gentse universiteit (op bevel van de bezetter), een professoraat te aanvaarden en tevens het directeur-generaalschap voor het middelbaar onderwijs in het ‘Vlaamse’ ministerie van openbaar onderwijs op zich te nemen.
Na 1918 kwam daarvoor de correctie. Meert werd - bij verstek - veroordeeld tot 20 jaar dwangarbeid. Meert, die inmiddels was uitgeweken, vestigde zich in Hannover, waar hij in grote armoede leefde. Eerst in 1924 kwam hij naar Nederland, waar het A.N.V. zich over hem ontfermde, hem geldelijk steunde, hem bijstond tijdens zijn ziekte. Na slechts enkele maanden overleed hij, uitgeput van alle doorstane ellende, in een ziekenhuis te Middelburg.
Hij was een geleerde, die op nog jeugdige leeftijd tot drie maal toe bekroond werd door de Vlaamse Akademie voor Taal- en Letterkunde, die belangwekkende studies schreef o.a. over het zuiver taalgebruik en over de verspreiding van de Nederlandse taal buiten de Nederlanden.
‘Hij was de scheppende en bezielende kracht der Verbondsbeweging in Vlaanderen, maar tevens zonder zich op de voorgrond te dringen, haar nederige dienstknecht, die in het werk zelf voor de Groot-Nederlandse verbondenheid zijn voldoening vond. Een idealist, die zijn tijd, zijn werkkracht, zijn gezinsleven, zijn bezit en misschien ook wel zijn leven heeft gegeven voor de zaak van Vlaanderen. Een strijdende figuur, die een onvergankelijke naam heeft verworven in de Groot-Nederlandse beweging’ (ontleend aan het ‘in memoriam’, opgenomen in Neerlandia van december 1924).
Wat dééd Meert?
Op 27 april 1895 richtte hij te Brussel het Algemeen Nederlands Verbond op. Wij verwijzen hiervoor naar het cliché van de oproep tot het bijwonen van een vergadering van het Kunstgenootschap ‘De Distel’ (blz. 38).
Hij richtte het jaar daarop het maandblad Neerlandia op, niet alleen om daarmee zijn leden bij elkaar te houden,