Kultuurspreiding en kultuurfunctionarissen
In de openingsrede van het te Brussel in opdracht van het ministerie van nationale opvoeding en cultuur gehouden colloquium over de functionaris voor kulturele zaken zei prof. Van Mechelen o.a. dat de verhoogde welvaart, meer vrije tijd en een hogere algemene vorming een inspanning van de Staat ten voordele van de volksopvoeding wettigen.
Dr.Dumon, lektor aan de Leuvense universiteit, betoogde op de tweede dag van het colloquium (23 januari) dat de cultuur in onze tijd ieders bezit is geworden. Het gaat er niet meer om de massa een hoeveelheid kennis bij te brengen, maar een kultuurbesef aan te kweken.
De kulturele opleiders van nù moeten de taal verstaan, die het volk spreekt, om de opleiding goed te kunnen uitvoeren.
Door verschillende sprekers werd het sociologisch, pedagogisch en economisch standpunt uiteengezet.
Enkele plannen, o.a. het Gentse plan voor een school voor kulturele functionarissen, werden in den brede besproken.
Minister Van Elslande besloot het colloquium met een allesomvattende rede, waarin hij er o.m. op wees dat veel van wat hij had mogen aanhoren parallel loopt met zijn eigen ideeën.
In een aan ‘De Standaard’ toegestaan vraaggesprek heeft prof. Van Mechelen nog opgemerkt, dat de functionaris voor kulturele zaken kan zijn een overheidsambtenaar, geroepen tot kultuurbevordering op landelijk, gewestelijk en gemeentelijk vlak (voorbeelden Aalst en Tongeren). Maar hij kan ook de leidinggevende figuur zijn in kulturele centra, een semiofficiële functie. In de derde plaats kan die functionaris een vrijgestelde worden in algemeen kulturele organisaties, zoals Davids-, Willems- en Vermeylenfonds.
En in de vierde plaats kan hij specifiekkulturele organisaties dienen, zoals overkoepelende toneelverenigingen, fotoclubs, muziekverenigingen enz. Zijn funktie bestaat uit beleid voeren, beheer, organisatie en stimulering van kulturele bedrijvigheid. Hij moet vooral anderen laten werken.
De Staat - aldus Van Mechelen - moet niet zelf aan kultuur doen, maar wel zal hij moeten bijdragen in de kosten van bv. kultuurcentra.
De kulturele spreiding moet aan het privéinitiatief worden overgelaten. Voorts mag er geen sprake zijn van verzuiling op dit gebied. Geen katholieke en socialistische kulturele centra, maar pluralistische, die voor iedereen openstaan.
Er zal een Hoge Raad voor Volksopleiding moeten komen, die toezicht houdt, controleert en richting geeft.