Neerlandia. Jaargang 69
(1965)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| |
[Nummer 2]Zuid-Afrika en wijGa naar voetnoot*Sedert zijn oprichting, bijna 70 jaar geleden, is het A.N.V. voorstander van nauwe betrekkingen tussen Nederland en Vlaanderen enerzijds en Zuid-Afrika anderzijds. In de tijd van de Anglo-Boerenoorlog was het gemakkelijk voorstander te zijn van nauwe betrekkingen met de Afrikaners, zulks niet alleen omdat men meedreef op een brede stroom van medeleven met een volk, dat tegen het imperialisme voor zijn vrijheid streed, maar ook en vooral omdat die strijd aansloot bij enkele van de beste tradities in de Nederlandse geschiedenis. De algemene houding tegenover de nakomelingen van de Boeren is thans wel geheel anders. Het A.N.V. voelt er niets voor, hoewel dat voor zijn positie in Nederland en Vlaanderen veel voordeliger zou zijn, mee te doen aan het houdt-de-dief-geroep, het overheersende geluid, dat t.a.v. Zuid-Afrika en de Afrikaners wordt gehoord. Evenzo goed als 70 jaar geleden pleiten wij voor nauwe betrekkingen met Zuid-Afrika, en dat niet alleen omdat wij vast willen houden aan de oude doelstelling van het verbond - het zou overigens van weinig beginselvastheid getuigen als we die nu overboord zouden gooien -, maar nog meer omdat wij een behoorlijke communicatie tussen de Nederlanden en Zuid-Afrika in het belang van beide achten. Voor diegenen onder ons, die het Zuidafrikaanse apartheidsbeleid kunnen onderschrijven, in zijn algemeenheid tenminste, spreekt het uiteraard vanzelf, dat er goede betrekkingen moeten zijn tussen de Nederlanden en Zuid-Afrika. Voor hen onder ons, die sterk kritisch staan t.o.v. dat beleid - en men denke in Zuid-Afrika niet, dat die er in het A.N.V. niet zouden zijn - ligt hier wel een probleem. Toch menen ook deze critici te moeten ijveren voor een behoorlijke communicatie met de Afrikaners, ten eerste omdat zij het onjuist achten de betrekkingen met Zuid-Afrika te beoordelen vanuit één aspect, zij het nog zo overheersend als het apartheidsbeleid van de Zuidafrikaanse regering, ten tweede omdat zij menen, dat, voorzover er althans sprake kan zijn van enige invloed, een onderlinge discussie meer zin heeft dan de bekende protestacties. Onze taalverwantschap maakt immers een betere onderlinge verstaanbaarheid mogelijk. Boycotacties zullen in Zuid-Afrika de neiging om een toevlucht te zoeken achter lagerverschansingen alleen maar versterken. En, zoals bekend, vanuit een lager discussieert men niet. Het A.N.V. juicht daarom alle pogingen om te komen tot een betere onderlinge verstaanbaarheid, zoals de bekende paginaruil van de dagbladen Trouw en Die Burger en het symposium, waarover de heer Brinkman in het decembernummer 1964 een beschouwing gaf, van harte toe. Het zal zelf trachten daartoe het nodige te doen. |
|