Spiegel Vlaamse beweging
Nieuwe Socialistische Partij in Wallonie opgericht
Gevolg van het laatste B.S.P.-Congres
Op een bijeenkomst van de zogenaamde Waalse linkse Socialisten op 27 december 1964 te Luik werd besloten een nieuwe socialistische partij op te richten. Hoewel deze aangelegenheid strikt genomen niet thuishoort in deze rubriek ‘Spiegel van de Vlaamse Beweging’, menen wij er toch goed aan te doen er op deze plaats enige aandacht aan te schenken, zulks in aansluiting op de beschouwingen over de groep ‘Links’ in het decembernummer en voorts vooral omdat deze Waalse ontwikkeling van grote betekenis kan zijn voor de verdere evolutie van de Vlaams-Waalse verhoudingen en van de Belgische politiek in het algemeen.
Deze bijeenkomst te Luik werd vooral ingericht en bijgewoond door aanhangers van de Waalse Volksbeweging (M.P.W.) en van het weekblad La Gauche. Onder de aanwezigen bevonden zich o.m. drie socialistische volksvertegenwoordigers met name Massart (Namen), Glinne (Charleroi) en Mandel (Brussel). Daarnaast ook de Luikse M.P.W.-leider Mottart, de Luikse hoogleraar Perrin en talrijke leden uit de syndicale kringen van Luik en Charleroi. De nieuwe ‘Parti Socialiste des Travailleurs’ zal streven naar een radikaal anti-kapitalisme en naar federalisme. Het is de bedoeling later de partij ook in Vlaanderen en Brussel verder uit te breiden. In februari 1965 zal een Stichtingscongres gehouden worden. De oprichting van deze nieuwe partij gebeurde niet helemaal onvoorzien. Reeds lang bestaan er in de schoot van de Belgische Socialistische Partij wrijvingen tussen de overgrote meerderheid ‘gematigden’ (die thans in de regeringscoalitie zetelen) en de radikaal-linksen die zich groeperen in de M.P.W. en rond de weekde beslissing van het B.S.P.-Congres, de Luikse Federatie van het Algemeen Belgisch Vakverbond haar kollektieve toetreding tot de M.P.W. hernieuwde voor bladen Links en La Gauche. Zij verwijten de huidige B.S.P.-leiding dat ze een compromis met de bourgeois-machten heeft aangegaan en zich te inschikkelijk betoont tegenover de kapitalistische maatschappij. Deze tweespalt is wel de diepere oorzaak van de afscheuring in de B.S.P. De onmiddellijke aanleiding was echter de beslissing van het laatste Algemeen Partijcongres van de B.S.P. op 12 en 13 december, waar met een grote meerderheid besloten werd dat het lidmaatschap van de B.S.P. onverenigbaar is met de hoedanigheid van leider van de M.P.W. en medewerker aan de weekbladen Links en La Gauche. De B.S.P.-leiding verklaarde bij monde van voorzitter Collard dat zij niet kan dulden dat deze organen op eigen
houtje standpunten innemen die indruisen tegen de beslissingen van de B.S.P.-Congressen. Kritiek op de partij moet gebeuren in de schoot van de partij en niet daarbuiten. En de druppel, die volgens de B.S.P.-leiding de emmer deed overlopen was het feit dat La Gauche en de M.P.W. bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen propaganda maakten voor communistische kandidaten.
Het werd onmiddellijk duidelijk dat de leiders van de gewraakte organen zich niet goedschiks bij het besluit van het Congres zouden neerleggen. Alleen de vertegenwoordigers van Links toonden zich inschikkelijk, wilden zich verantwoorden en beriepen zich op het bestaande ‘tendensrecht’ in de B.S.P. La Gauche en de M.P.W. gaven geen blijken van berouw en voelden zich gesterkt toen, nà 1965, en toen bleek dat volksvertegende beslissing van het B.S.P.-congres, de Luikse Federatie van het Algemeen Belgisch Vakverbond haar kollektieve toetreding tot de M.P.W. hernieuwde voor