Zuid-Afrika
Het huis ‘de Fonteyn’ in Culemborg stamhuis der eerste Zuid-Afrika-vaarders
Hoewel het historisch niet vaststaat, dat Jan van Riebeeck in Culemborg is geboren, zijn er toch zulke ‘sterke herinneringen aan Jan van Riebeeck en de zijnen’ aan verbonden, zoals mr. P.J.W. Beltjes in 1958 na een grondig onderzoek concludeerde, dat er toch alles voor te zeggen is, om het huis ‘De Fonteyn’ - hoek Achterstraat en Binnenmolenstraat - in zodanige staat te brengen dat het een waardig middelpunt kan vormen voor alles wat Zuid-Afrika met Nederland, vroeger en nu, verbindt. Uit verschillende akten blijkt, dat de ouders van Jan van Riebeeck en de bewoner-eigenaar van het huis, Govert Anthonisz en zijn gezin goed kenden. De vader van Jan, Anthony van Riebeeck, verkeerde volgens een getuigenis uit 1621, dat mr. Beltjes heeft gevonden, ‘dagelicx in zijnen huisvrouw vaders huys’. En Jan zelf moet veel met zijn grootvader in Culemborg hebben verkeerd. Ook andere Nederlanders, die met of kort na Jan van Riebeeck naar de Kaap zijn vertrokken, zoals Gerrit van Ham, Sebastiaan van Opdorp met vrouw (dochter van Govert Anthonisz), Pieter van de Stael met vrouw (zuster van Jan van Riebeeck), waren mensen uit grootvader Anthonisz' kring. Ook al zou Van Riebeeck er niet zijn geboren, er is dus voldoende reden, om het huis van Anthonisz te beschouwen als het stamhuis der eerste Nederlandse Zuid-Afrikavaarders.
Terwijl het tot voor kort nog onmogelijk leek, om het kapitaal bijeen te brengen tot herstel van het vervallen huis, is door een aanbod van de heer T.D.T. Carter, te Londen, die f 60.000, - toezegde, het oude verlangen weer ontwaakt, hier een waardig centrum te stichten om de herinnering aan Van Riebeeck en de zijnen als Nederlandse grondleggers van het blanke Zuid-Afrika, te behouden. Met name voor de Zuid-Afrikaners is het van grote gevoelswaarde, dat Nederland hun zulk een centrum biedt. En meer dan naar het borstbeeld van Kruger in Utrecht of het huis aan de Maliebaan in Utrecht en de villa in Clarence, Zwitserland, waar ‘oom Paul’ heeft verbleven, gaan de gedachten van de Zuid-Afrikaner uit naar Culemborg, de stad, waarmee hij toch altijd Van Riebeeck verbond.
Zo kan het dus velen verheugen, dat dit jaar een opdracht is gegeven aan architect W. Royaards te Schoorl, om een plan voor restauratie van het vervallen huis te ontwerpen. De totale kosten, thans begroot op f 281.000, - worden bijeengebracht uit subsidies van rijk en provincie in Nederland, bijdragen van de Z.A. Stichting Moederland, de reeds genoemde heer Carter, en uit Nederlandse en Zuidafrikaanse particuliere en verenigingsbronnen. Hopelijk zal ook de regering van de Republiek Zuid-Afrika een subsidie kunnen verstrekken.
De leden van ons Verbond zullen zeker ook niet achter willen blijven. Een lid uit Voorburg, de heer E. Wels, betuigde ons, enkele maanden geleden, onder toezending van het bericht in ‘Bouw’, reeds zijn grote vreugde over het herstelplan. En in Zuid-Afrika is men natuurlijk evenzeer geestdriftig, met name het bestuur van de Simon van der Stel Stichting. T.z.t. zullen wij er dus wel meer van horen.
Voor het instandhouden van het huis zal er ook nog heel wat geld nodig zijn. Men kan denken aan het inrichten van een museum met bibliotheek en van een ‘bijmekaarkomplek’, een Z.-A. wijnhuis bv. waar samenkomsten en herdenkingen, symposiums, voorstellingen, muziek- en dansuitvoeringen op kleine schaal kunnen worden gehouden. En op een buitenplek wellicht ‘braaivleis’-avondjes. Want alleen wanneer dit huis geen suf en doods monument maar een levend huis zal zijn, kan het zijn bestemming vervullen van historisch voortgaande verbondenheid der beide stamverwante volken.
P.K.