Gemeenteraadsverkiezingen in België
Alhoewel de verkiezingen van 11 oktober 1964 slechts gemeenteraadsverkiezingen waren, is het duidelijk gebleken dat de uitslag ervan, voornamelijk in de grotere centra, bijna uitsluitend door de nationale politiek werd beïnvloed. Dit had tot gevolg dat de regeringspartijen, nl. de Christelijke Volkspartij (C.V.P.) en de Socialisten (B.S.P.) een gevoelige nederlaag hebben geleden, terwijl àlle oppositiepartijen winst hebben geboekt: de Volksunie in Vlaanderen, de P.V.V. (Liberalen) vooral in Brussel en Luik, en de Communisten zowat overal in de grote industriecentra.
Vooral de verschuivingen naar de Volksunie enerzijds en naar de P.V.V. anderzijds zijn voor Vlaanderen betekenisvol.
De winst van de Volksunie (die, in parlementszetels uitgedrukt, met de thans behaalde stemmen 13 zetels zou bezetten i.p.v. de huidige 5 zetels) wijst er op dat de huidige taalpolitiek van de regering door velen wordt verworpen en dat de beloften van de Vlaamse CVP-vleugel op dit gebied niet door iedereen ernstig wordt genomen. Tevens wijst deze verschuiving naar de V.U. op een groeiende sympathie voor federalisme.
Er dient hier tevens op gewezen dat niet alleen de C.V.P. maar ook de B.S.P. een aantal stemmen aan de V.U. moest afstaan.
De winst van de Liberalen in Brussel en randgemeenten (zij tellen thans 169 gemeenteraadsleden tegenover 91 in de vorige gemeenteraden!) toont aan dat Brussel zich met hand en tand tegen het Nederlands blijft verzetten en dat zij Brussel willen behouden als een ‘oasis francophone’, zoals een liberale burgemeester dit in zijn propagandaschild voerde. Veel heil moeten de Vlamingen uit het liberale Brussel wellicht niet verwachten.
Eveneens betekenisvol voor Vlaanderen is het feit dat de pro-Luikse lijsten in de Voerstreek, met behulp van veel Luikse centen, als overwinnaars uit de strijd kwamen, en dat de Vlaamse lijsten daar slechts weinig kiezers hebben aangetrokken.
Vlaanderen vreest dan ook dat de Walen zullen proberen de Voerstreek weer los te maken van Limburg om het terug bij Luik in te lijven. Deze vrees is wellicht niet ongegrond, aangezien reeds enkele dagen nà de verkiezingen stappen in die richting werden gedaan door de Luikse C.V.P. en de Waalse socialisten.
Al deze verschijnselen wijzen er op dat de gematigde verzoeningspolitiek van de regering niet overal weerklank heeft gevonden bij de bevolking en dat de kloof tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië groter is geworden.
J.S.