Vijfde congres van het Genootschap Onze Taal
In het Kurhaus te Scheveningen is op 10 oktober het vijfde congres van het Genootschap Onze Taal gehouden. De vorige congressen handelden over het nut van onze taal; dit congres was gewijd aan de schoonheid daarvan. Het thema luidde: De kunst van het woord. De aanwezigheid van H.M. de Koningin tijdens de ochtendzitting verleende aan het congres bijzondere luister.
Met een geestige toespraak opende de voorzitter prof. W.F.J.M. Krul de ochtendzitting. De eerste inleider, prof. dr. C.A. Zaalberg, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, sprak over Het Nederlands als cultuurtaal. Hij bracht allerlei punten naar voren, o.a. het vermeende verschil tussen spreek- en schrijftaal. Verder zei hij, dat onze taal geheel toereikend is om als instrument te dienen voor alle takken van wetenschapsbeoefening. Maar ook het Nederlands heeft, evenals andere talen, zijn tekortkomingen, die onder meer liggen op het terrein van de dubbelzinnige constructies, b.v. De heer die u groette, groette u niet terug. (wie groette nu eigenlijk?) Dit alles werd met voorbeelden uit de taal van het dagelijks leven toegelicht.
Prof. dr. N.A. Donkersloot (de dichter Anthonie Donker) hield een referaat over Het woord in de poezie, waarbij hij ter illustratie verschillende 20e eeuwse gedichten voorlas, waaronder vele van Pierre Kemp. Hij sprak over het dichten, het dichterschap, de dichter, het gedicht, en ook over de taal van het gedicht. Hij typeerde de taal als een luchtbrug uit klanken opgebouwd van mens tot mens Met het voordragen van enkele gedichten door Albert Vogel werd de ochtendzitting gesloten.
's Middags hield de Antwerpse romanschrijver Gerard Walschap een geestige en met gloed voorgedragen inleiding over Het woord in het proza. Hij gaf o.a. een overzicht van de roman in de Nederlandse litteratuur.
Na een korte gedachtenwisseling werd het congres besloten met het door Albert Vogel meesterlijk voorgedragen ‘De Naumachie’ van Louis Couperus.
Ongeveer duizend belangstellenden hebben aan dit goed georganiseerde congres deelgenomen, zowel uit Noord- als uit Zuid-Nederland. Onder de aanwezigen bevonden zich de staatssecretaris van onderwijs, kunsten en wetenschappen, de burgemeester van 's-Gravenhage ('s middags) de ambassadeur van België, tal van hoogleraren en een aantal vertegenwoordigers van de Belgische zusterorganisatie de Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal, onder wie de voorzitter, prof. W. Pée.
Bijna het gehele dagelijks bestuur en vele leden van het A.N.V. waren aanwezig, waaruit blijkt hoe onze taal bij het bestuur en de leden in de belangstelling staat.
Een goed geslaagd congres!
F.K.