[Nummer 10]
Nederlands in het buitenland
Elders in dit nummer vindt men van de hand van dr. J.M. Jalink een uitvoerig verslag van en beschouwingen over het tweede Colloquium van Hoogleraren en lectoren in de Neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten, dat van 9 tot en met 11 september in het Congressenpaleis te Brussel plaats vond. Niettemin zijn enkele beschouwingen naar aanleiding van het Congres ook in deze redactionele rubriek op hun plaats.
Uit het artikel van de heer Jalink blijkt duidelijk, dat er in drie jaar tijd een belangrijke vooruitgang geboekt is, een vooruitgang die voor een flink deel te danken is aan de arbeid van de werkcommissie van hoogleraren en docenten in de Neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten. De heer Jalink is secretaris van deze commissie.
De belangrijkste vooruitgang is wellicht, dat men in een breder kring, met name van de overheid in Noord en Zuid, meer dan vroeger oog heeft gekregen voor de betekenis van het Nederlands in het onderwijs buiten de grenzen van het Nederlandse taalgebied. Bijzonder belangrijk is ook dat de overheidsbemoeienis met het Nederlands onderwijs in het buitenland in toenemende mate een zaak wordt van Noord en Zuid gezamenlijk.
Maar ondanks alle vooruitgang van de laatste jaren kunnen we nog moeilijk tevreden zijn. Dit geldt voor de Nederlandse culturele werking t.a.v. het buitenland in het algemeen, het geldt tevens voor het onderwijs van het Nederlands in het buitenland. Dat er ook wat het laatste betreft nog veel wensen overblijven, blijkt duidelijk uit de resoluties, die het Colloquium aanvaard heeft en die men integraal in het artikel van de heer Jalink weergegeven vindt. Op deze plaats willen wij alleen één, zeer prozaïsch en materieel, verlangen onderstrepen, nl. dat betreffende de pensioenen van oud-docenten in het buitenland. Het is beschamend, dat mensen, die in feite ambassadeurs van de Nederlandse cultuur in den vreemde geweest zijn, nog steeds in vele gevallen op hun oude dag daarvan nadeel ondervinden, omdat hun dienstjaren aan buitenlandse universiteiten niet meetellen voor een binnenlands pensioen. Een werkelijk ergerlijke zaak, die met een beetje goede wil en een beetje soepelheid toch gemakkelijk rechtgetrokken kan worden.
De resoluties getuigen van een gezond realisme. Het moet mogelijk zijn om enkele ervan op korte termijn te verwezenlijken.
Het onderwijs van het Nederlands is van primair belang voor de uitstraling van de Nederlandse cultuur in het buitenland. Om leiding te geven aan het geheel van de daarop gerichte activiteiten, van Noord- en Zuidnederlanders, is een Raad voor de Nederlandse Cultuur een eerste vereiste. Het is eentonig, maar wij blijven op dit aambeeld hameren.