[Nummer 6]
De werking van het A.N.V.
In het afgelopen jaar hebben wij in hoofdartikelen reeds de nodige keren geschreven over de taak van het A.N.V. op het vlak van de Noord-Zuidintegratie, over de verhouding van het Verbond tot de Vlaamse Beweging, en over onze positie t.o.v. Zuid-Afrika en met name tegenover het Zuidafrikaanse rassenvraagstuk. Wat dit laatste betreft herinneren wij aan de redactionele beschouwingen in het januarinummer van Neerlandia, dat geheel aan Zuid-Afrika gewijd was.
In de werking van het A.N.V. neemt het streven naar een integratie van Nederland en Vlaanderen, die vooral op het culturele vlak een eigen institutionele gestalte zal moeten verkrijgen, de belangrijkste plaats in. Er is dan ook in A.N.V. verband in de laatste jaren een intensief contact en een nauwe samenwerking gegroeid tussen Noord- en Zuid-Nederlanders. Het A.N.V. poogt, door een bundeling van die krachten, die zich actief wensen in te zetten voor de integratie van Noord- en Zuid-Nederland, voor deze gedachte een zo breed mogelijke weerklank te vinden; dit niet zonder succes. We herinneren slechts aan de samenwerking, die tot stand is gebracht tussen een groot aantal verenigingen en instellingen rond de Nederlandse Congressen, die immers tot voor kort alleen onder de hoede van het A.N.V. vielen. Over de doelstelling van het A.N.V. en de methoden waarmee het deze doelstelling tracht te verwezenlijken bestaat een volkomen eensgezindheid.
Het A.N.V. is een vereniging met een vrij gediversieerde structuur wat zijn leden betreft. In dit opzicht zijn er met name wel enige verschillen tussen Nederland en Vlaanderen. Vrijwel alle, zo niet alle Vlaamse leden zijn overtuigde Vlaamsgezinden voor wie de algemeen-Nederlandse opvattingen, en daarmede het A.N.V., in het verlengde liggen van hun Vlaamse overtuiging. Wat Nederland betreft heeft het A.N.V. na de oorlog lange tijd nog het karakter gehad van een Noordnederlandse vaderlandslievende vereniging met vertakkingen elders. Wij hebben er al eerder over geschreven. Het is te begrijpen, dat deze achtergrond ook nu nog enigszins een stempel op de A.N.V. afdelingen in het Noorden drukt. Juist door het zeer nauwe contact van de laatste jaren kan dit historisch en door de omstandigheden bepaalde verschil tot zekere wrijvingen leiden. Laten wij dit goed voor ogen houden bij de discussie over de meningsverschillen, die op de laatste verbondsvergadering zijn gerezen over de wijze waarop het bestuur bepaalde verbondsaangelegenheden, met name inzake de Noord-Zuidwerking, behartigt of zou dienen te behartigen. Wij willen op deze plaats de discussie hierover niet voortzetten. Wij willen alleen nog eens in alle duidelijkheid naar voren brengen, dat het in die discussie niet gaat om meningsverschillen van principiële aard.